Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de invoering van een huurtoeslag.

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 707)

 
Datum ontvangst: 01/07/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Vandaag de dag wachten 49.000 gezinnen in ons Gewest op een sociale woning. Zij voldoen aan de voorwaarden voor een sociale woning, maar kunnen die niet krijgen wegens de eindeloze wachtlijsten.
Intussen zijn zij genoodzaakt de broekriem aan te halen en aan particuliere verhuurders zeer hoge huurprijzen te betalen voor lage of onzekere inkomens.
Niet alleen hebben deze 49.000 gezinnen het moeilijk om in hun behoeften te voorzien, maar dit heeft ook een invloed op de economie van het Gewest in ruimere zin, want hun koopkracht wordt sterk aangetast.
Op dit ogenblik wordt, om dit probleem tegen te gaan, in het Waals parlement gesproken over een herwaardering en een betere toegankelijkheid van de huurtoelage. Deze huurtoelagen bedragen gewoonlijk ongeveer 100 euro, en stellen gezinnen die op een sociale woning wachten in staat om enige koopkracht te behouden. Van de 40.000 betrokken Waalse gezinnen zouden er na de hervorming 10.000 deze huurtoelage ontvangen.
In Brussel ontvangen momenteel slechts 400 gezinnen deze huurtoelage. Daarom wil ik u de volgende vragen stellen:
• Afgelopen maart heeft de Brusselse regering in eerste lezing het noodplan voor huisvesting goedgekeurd dat u eerder dit jaar had voorgesteld. Die hervorming omvat een vereenvoudigde en geautomatiseerde toekenningsprocedure, zodat meer dan 12.500 gezinnen een huurtoelage kunnen krijgen. Hoe zit het vandaag met die hervorming?
• Tussen 2004 en 2018 zijn de huurprijzen in Brussel met meer dan 25% gestegen, exclusief inflatie. De overgrote meerderheid van de Brusselaars, precies 60%, is echter huurder. Er is dus sprake van pure vastgoedspeculatie ten voordele van particuliere verhuurders, ten koste van de gezinnen waarvan, laten we dat niet vergeten, in feite 280.000 in aanmerking komen voor sociale huisvesting. Is het noodplan voor huisvesting in dit opzicht niet ontoereikend? Is het oorspronkelijke probleem niet de kosten van de huur? Is het niet de hoogste tijd om eindelijk de huurprijzen in het Gewest te reguleren, in plaats van cheques uit te delen die in fine in de handen van particuliere verhuurders terecht zullen komen?

Artikel: La Libre, « Cent euros par mois pour les ménages wallons en attente d’un logement social », S. Ta., 29 juni 2021
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Ik bevestig de toelichting die ik over de huurtoelage heb gegeven in antwoord op het verzoek om uitleg van mevrouw Maison in de Commissie Huisvesting van 28 januari, waarin ik heb aangegeven dat de huurtoelage op 1 oktober 2021 van kracht zou worden. Deze termijn was ook vastgelegd in mijn Noodplan voor Huisvesting.


Op regelgevend niveau is het besluit tot instelling van deze nieuwe huurtoelage op 15 juli in tweede en laatste lezing goedgekeurd door de ministerraad. Het wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.


Anderzijds zijn Brussel Huisvesting en de BGHM momenteel bezig met IT-ontwikkelingen, aangezien de procedure voor de toekenning van de huurtoelage semi-automatisch zal zijn, zoals u weet. Dit betekent dat zodra een persoon te kennen heeft gegeven deze toelage te willen ontvangen, het bestuur de nodige stappen zal ondernemen om de voorwaarden voor de toekenning ervan zelf te controleren, door de beschikbare authentieke bronnen te raadplegen.



Voorlopig worden de termijnen gerespecteerd.


Om uw tweede vraag over de
doeltreffendheid van het NPH te beantwoorden, moet u weten dat de huurtoelage niet los mag worden gezien van de 32 andere acties waaruit dit plan bestaat.


Zoals ik reeds herhaaldelijk heb gezegd, is een omkadering van de huurprijzen op zich vandaag niet mogelijk omdat daar te weinig politieke steun voor is. Dit belet de regering evenwel niet maatregelen te nemen om bepaalde praktijken te omkaderen, via de strijd tegen buitensporige huurprijzen en de oprichting van een Paritaire Huurcommissie, en om goede praktijken aan te moedigen, via steun aan de SVK’s of de invoering van de conventionering.




Er moet ook op worden gewezen dat de in het NPH beschreven acties tot doel hebben op verschillende vlakken op te treden: door een versnelde uitbreiding van het aanbod en verhoging van de kwaliteit van de sociale huisvesting, de verbetering van het overheidsoptreden op het gebied van huisvesting, de ondersteuning van huurders en de toegang tot eigendom, en door het waarborgen van het recht op huisvesting. Dit is een transversaal plan, waarbij alle huisvestingsactoren, zowel openbare als private, worden ingeschakeld, aangezien huisvesting de prioriteit van de regering is voor deze legislatuur.