Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Europa 2020-strategie.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 800)

 
Datum ontvangst: 22/09/2021 Datum publicatie: 26/10/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 13/10/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Shape1


De Europa 2020-strategie, die in juni 2010 door de Europese Raad is aangenomen, is de agenda voor werkgelegenheid en groei van de Europese Unie voor het lopende decennium. Het hoofddoel van de strategie is te zorgen voor een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie in de lidstaten, en tegelijkertijd de gevolgen voor onze natuurlijke omgeving te beperken.

Om dit doel te bereiken, heeft de Europese Unie doelstellingen vastgesteld die tegen 2020 moesten worden gehaald en die vijf gebieden bestrijken: werkgelegenheid, onderzoek & ontwikkeling (O&O), klimaatverandering & energie, onderwijs en armoedebestrijding.

Rekening houdend met deze elementen, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hoe staat het met de vooruitgang op werkgelegenheidsgebied ten aanzien van de 2020-strategie?

  2. Welke inspanningen heeft ons Gewest geleverd? Beschikt u over evaluatieroosters om de ontwikkeling beter te kwantificeren?

  3. Volgens welke procedures verloopt het overleg met de federale overheid en de andere Gewesten?

  4. Heeft het Gewest voor uw bevoegdheden op het vlak van werkgelegenheid de doelstellingen van de 2020-strategie gehaald? Zo niet, hoe verklaart u die balans?

  5. Komt er een evaluatie post-2020-strategie? Zo ja, in welke vorm?

 

 

 

 

 

 

 

Geoffroy COOMANS de BRACHÈNE

Volksvertegenwoordiger

 

 

2

 

 
 
Antwoord   

Vooraleer ik uw verschillende vragen beantwoord, zou ik u eraan willen herinneren dat België, zoals de meeste lidstaten, nationale doelstellingen heeft vastgesteld die niet per gewest werden uitgesplitst.

 

De doelstelling van de 2020-strategie was het bereiken van een tewerkstellingspercentage van 75% van de 20- tot 64-jarigen voor de hele Europese Unie (EU) tegen 2020. Elke lidstaat kon overigens een eigen doelstelling bepalen, mits hij rekening hield met zijn beginsituatie. België heeft op nationaal niveau een tewerkstellings-percentage van 73,2% vastgelegd.

 

Bovendien: “Conform de richtsnoeren voor de werkgelegenheid heeft België eveneens de volgende subdoelstellingen bepaald die moeten worden bereikt tegen 2020:

·         Werkgelegenheidsgraad bij vrouwen van 69 %;

·         Werkgelegenheidsgraad bij oudere werknemers van 50 %;

·         Percentage jongeren dat noch werk heeft en noch onderwijs noch opleiding volgt (NEET) van 8,2 %;

·         Kloof tussen de werkgelegenheidsgraad van Belgen en niet-EU-burgers van minder dan 16,5 procentpunten.”(2)

 

Ik nodig u uit om kennis te nemen van het Landenrapport 2020 voor België dat de analyse van de EU over deze verschillende doelstellingen geeft.

 

 

Het Rapport meldt op pagina 11 en 12 immers:

 

“Ondanks de algemene verbetering van de arbeidsmarkt lopen de resultaten per bevolkingsgroep en per deelentiteit sterk uiteen. Door de sterke banengroei in combinatie met een beperkte toename van de bevolking in de werkende leeftijd is de werkzaamheidsgraad gestegen tot 70,7% in het derde kwartaal van 2019, een van de hoogste niveaus ooit. De werkzaamheidsgraad, die wordt afgeremd door een lage activiteitsgraad, blijft echter onder de Europa 2020-doelstelling van 73,2%. Ondanks recente verbeteringen voor sommige groepen blijft de werkzaamheidsgraad bijzonder laag voor laagopgeleiden, mensen met een migratieachtergrond, oudere werknemers en mensen met een handicap. De werkloosheid is verder gedaald en bereikte 5,2% in het vierde kwartaal van 2019. Er blijven echter grote verschillen tussen de deelentiteiten bestaan wat de arbeidsmarktresultaten betreft. In 2018 varieerde de werkloosheidsgraad van 3,4% in Vlaanderen tot 13,2% in Brussel. Er bestaan nog meer verschillen met betrekking tot langdurige werkloosheid. In Vlaanderen is 33,9% van alle werklozen langdurig werkloos, tegenover 56,9% in Brussel en 56,2% in Wallonië. Het aandeel van de tijdelijke contracten steeg tot 9,8% in 2018, wat 1,7 procentpunt meer is dan in 2014, maar onder het EU-gemiddelde van 13,2% is.”

 

De doelstellingen van België op het vlak van de tewerkstellingsgraad worden niet uitgesplitst per gewest. Er bestaan dus geen “evaluatietabellen” voor het gewestelijke niveau. Niettemin vindt u hieronder een tabel met de evolutie van de tewerkstellingsgraden in de drie gewesten van het land volgens de subdoelstellingen die door België werden vastgelegd:

 

 

 

Tableau 1 : Taux d’emploi de 20-64 ans par genre et par région (2015-2020)

Tabel 1: Tewerkstellingspercentage van 20 tot 64 jaar per gender en per gewest (2015-2020)

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

BELGIQUE

BELGIE

TOTAL

TOTAAL

67,2

67,7

68,5

69,7

70,5

70,0

Hommes

Mannen

71,3

72,3

73,4

73,9

74,5

74,1

Femmes

Vrouwen

63,0

63,0

63,6

65,5

66,5

65,9

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofd-stedelijk Gewest

TOTAL

TOTAAL

58,7

59,8

60,8

61,4

61,7

61,3

Hommes

Mannen

64,3

65,3

67,0

66,3

67,4

67,3

Femmes

Vrouwen

53,2

54,3

54,6

56,6

56,0

55,3

Région flamande

Vlaams Gewest

TOTAL

TOTAAL

71,9

72,0

73,0

74,6

75,5

74,7

Hommes

Mannen

75,6

76,3

77,7

78,5

79,3

78,5

Femmes

Vrouwen

68,2

67,7

68,2

70,7

71,5

70,9

Région wallonne

Waals Gewest

TOTAL

TOTAAL

61,5

62,6

63,2

63,7

64,6

64,6

Hommes

Mannen

65,9

67,3

67,7

68,2

68,2

68,5

Femmes

Vrouwen

57,2

57,9

58,7

59,3

61,1

60,7

 

Source : Statbel EFT2020

https://statbel.fgov.be/sites/default/files/files/documents/Werk%20%26%20opleiding/9.2%20Arbeidsmarkt/9.2.0%20Emploi%20et%20ch%C3%B4mage/EU2020_EAK%20%282000-2017%29_FR.xlsx

Bron: Statbel EAK2020

https://statbel.fgov.be/sites/default/files/files/documents/Werk%20%26%20opleiding/9.2%20Arbeidsmarkt/9.2.0%20Emploi%20et%20ch%C3%B4mage/EU2020_EAK%20%282000-2017%29_NL.xlsx

 

Tableau 2 : Taux d’emploi des 55-64 ans par genre et par région (2015-2020)

Tabel 2: Tewerkstellingspercentage van 55-64 jaar per gender en per gewest (2015-2020)

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

BELGIQUE

BELGIE

TOTAL

TOTAAL

44,0

45,4

48,3

50,3

52,1

53,3

Hommes

Mannen

48,9

50,7

53,8

55,1

57,3

58,7

Femmes

Vrouwen

39,3

40,2

42,8

45,6

47,0

48,0

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofd-stedelijk Gewest

TOTAL

TOTAAL

45,6

47,0

48,5

49,5

49,6

52,9

Hommes

Mannen

51,3

52,8

54,6

51,1

51,8

56,9

Femmes

Vrouwen

40,5

41,7

42,9

48,1

47,5

49,0

Région flamande

Vlaams

Gewest

TOTAL

TOTAAL

45,6

46,7

49,5

52,5

54,9

55,7

Hommes

Mannen

50,0

51,8

55,1

57,7

60,6

61,2

Femmes

Vrouwen

41,1

41,5

43,9

47,3

49,2

50,2

Région wallonne

Waals Gewest

TOTAL

TOTAAL

40,8

42,8

45,8

46,4

47,4

48,8

Hommes

Mannen

46,2

48,2

51,3

51,1

52,2

54,2

Femmes

Vrouwen

35,8

37,6

40,6

42,0

42,8

43,6

 

Tableau 3 : Pourcentage des NEET par genre et par région (2015-2020)

Tabel 3: Percentage van NEET’s per gender en per gewest (2015-2020)

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

BELGIQUE

BELGIE

TOTAL

TOTAAL

12,2

9,9

9,3

9,2

9,3

9,2

Hommes

Mannen

12,5

10,1

10,0

9,4

10,1

9,8

Femmes

Vrouwen

11,8

9,7

8,7

8,9

8,4

8,6

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofd-stedelijk Gewest

TOTAL

TOTAAL

17,5

15,2

13,3

13,3

12,9

11,3

HommesMannen

16,8

14,2

13,5

12,9

14,7

11,1

Femmes

Vrouwen

18,2

16,3

13,1

13,7

11,1

11,4

Région flamande

Vlaams Gewest

TOTAL

TOTAAL

9,5

7,5

7,2

7,8

7,5

7,3

Hommes

Mannen

10,0

8,0

7,7

7,8

7,8

8,0

Femmes

Vrouwen

8,9

7,0

6,6

7,8

7,2

6,6

Région wallonne

Waals Gewest

TOTAL

TOTAAL

15,0

12,2

11,6

10,0

11,0

11,7

Hommes

Mannen

15,4

12,2

12,6

10,7

12,4

12,3

Femmes

Vrouwen

14,5

12,1

10,6

9,2

9,5

11,1

 

 

 

Tableau 4 : Ecart entre le taux d'emploi des Belges et des citoyens hors UE27 en points de pourcentage - 20-64 ans

Tabel 4: Verschil tussen het tewerkstellingspercentage van de Belgen en de burgers van buiten de EU27 in procentpunten – 20 tot 64 jaar

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

BELGIQUE

BELGIE

TOTAL

TOTAAL

24,5

26,1

26,4

26,5

27,8

31,3

Hommes

Mannen

18,0

19,2

16,7

17,5

16,8

22,3

Femmes

Vrouwen

30,4

32,4

35,4

35,5

38,6

39,9

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofd-stedelijk Gewest

TOTAL

TOTAAL

17,0

17,6

15,5

19,0

18,7

24,4

Hommes

Mannen

11,0

11,9

7,3

12,9

5,4

17,0

Femmes

Vrouwen

22,9

23,3

24,4

25,7

30,5

31,1

Région flamande

Vlaams Gewest

TOTAL

TOTAAL

22,5

26,4

29,2

24,7

25,0

26,9

Hommes

Mannen

14,6

18,4

17,2

15,3

13,4

15,6

Femmes

Vrouwen

29,2

33,0

38,9

33,9

36,7

37,4

Région wallonne

Waals Gewest

TOTAL

TOTAAL

26,9

26,3

25,1

28,1

33,3

37,6

Hommes

Mannen

22,7

20,2

18,4

17,0

26,8

31,6

Femmes

Vrouwen

30,8

32,2

31,7

37,8

39,9

43,8

Om deze gegevens correct te interpreteren, moet de nadruk worden gelegd op het verschil in betekenis tussen het tewerkstellingspercentage van het federale niveau en van het gewestelijke niveau. Het tewerkstellingspercentage kan immers beschouwd worden als een indicator voor economische performantie op het niveau van het nationale grondgebied, voor zover het toelaat het vermogen te begrijpen van een economie die jobs creëert. Op het niveau van de gewestelijke grondgebieden weerspiegelt het in de eerste plaats vooral het niveau van deelname aan de tewerkstelling van de buitenlandse ingezetenen. De socio-economische en demografische context van het Gewest laat ons dus toe de Brusselse resultaten, die schijnbaar lager liggen dan die van de twee andere gewesten, te relativeren, alsook de kloof tussen deze resultaten en de doelstellingen van de 2020-strategie.

 

We moeten eerst in herinnering brengen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met zijn 754.287 betrekkingen (EAK 2020) het grootste tewerkstellingsgebied van het land blijft (16,1% van de binnenlandse werkgelegenheid op de schaal van België, dat 4.679.639 betrekkingen telde in 2020). Deze goede economische prestaties van het Brussels Gewest worden echter nog versterkt door de grote aanwezigheid van pendelaars die er werken, maar niet wonen.

 

Daarom draagt de tewerkstelling die op het grondgebied van het Brussels Gewest gecreëerd wordt, sterk bij aan de verwezenlijking van de door de federale staat vastgestelde doelstellingen in het kader van de 2020-strategie, zonder dat zich dat noodzakelijkerwijs vertaalt in een hoge performantie in termen van gewestelijke tewerkstelling, aangezien de indicator berekend wordt op basis van het gewest van de woonplaats.

 

We merken op dat we sinds 2015 een dalende tendens waarnemen van de inkomende pendelaars in Brussel. Iets minder dan de helft van de betrekkingen in het BHG (48,9% in 2020) werd ingenomen door pendelaars die in de twee andere gewesten van het land wonen (hoofdzakelijk in Vlaanderen).

 

De economische situatie van het Gewest weerspiegelt overigens niet noodzakelijk de sociale situatie van de Brusselse bevolking. Het creëren van rijkdom wordt immers voortgezet, ondanks het voortbestaan van sterke socio-economische verschillen, precariteit en uitsluiting, die stoten op de steeds groter wordende eisen op het vlak van gekwalificeerde arbeidskrachten.

 

De indicator van het tewerkstellingspercentage is ook gevoelig voor de demografische evolutie. Als de beroepsbevolking sneller stijgt dan de werkende beroepsbevolking (d.w.z. personen die effectief werken), wat het geval was in het BHG, dan vertaalt de stijging in termen van werkende personen (8% tussen 2015 en 2020 tegenover 5,1% in het Vlaamse Gewest en 5% in het Waalse Gewest) zich niet noodzakelijk door een “mechanische” stijging van het tewerkstellingspercentage.

 

 

Laten we ten slotte opmerken dat de Brusselse tewerkstellingsgraad ook de gevolgen ondervindt van de verhuizing van de werkende beroepsbevolking naar de twee andere gewesten, voornamelijk naar de Brusselse rand. Volgens de barometer 2021 van het BISA hebben 40.904 personen het Brussels Gewest inderdaad verlaten in de loop van 2020 om zich elders in het land te vestigen.

 

Het Nationaal Hervormingsprogramma 2020 (pagina’s 30-31) maakt de meest recente balans op van de maatregelen en acties die werden uitgevoerd door alle entiteiten van het land als antwoord op de 2020-strategie.

 

 

Het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP) sluit aan op het Europees Semester en beoogt het voorstellen van de hervormingen en maatregelen die België doorgevoerd en genomen heeft: i) in antwoord op de specifieke aanbevelingen per land geformuleerd door de Raad van de Europese Unie; ii) om de doelstellingen van Europa 2020 te bereiken. (Merk op dat in 2021 de cyclus van het Europees Semester tijdelijk gewijzigd werd om de werkzaamheden in aanmerking te nemen in het kader van de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht).

 

Wat de procedure betreft, stuurt het Federaal Planbureau een redactiecomité aan en verenigt het de vertegenwoordigers van de verschillende federale overheidsdiensten en van de gefedereerde entiteiten. Het legt een eerste versie van het NHP voor ter goedkeuring aan het politieke begeleidingscomité, dat gestuurd wordt door het kabinet van de eerste minister en samengesteld is uit de vertegenwoordigers van de federale ministers en van de ministers-presidenten van de gefedereerde entiteiten.

 

Om de relevante elementen te verzamelen, worden thematische coördinatoren belast met het voorstellen van een geconsolideerde tekst voor elk van de specifieke aanbevelingen en elk van de doelstellingen voor Europa 2020.

 

Aangezien de ruimte voor de gefedereerde entiteiten die voorbehouden wordt binnen het NHP beperkt is, hebben ze elk de mogelijkheid om hun hervormingen, maatregelen en initiatieven gedetailleerder voor te stellen via een document dat bij het NHP gevoegd wordt. De directie Externe Betrekkingen van Brussels International neemt de administratieve coördinatie op zich, terwijl het kabinet van de minister-president en het kabinet-Smet de politieke sturing ervan verzekeren.

 

 

Bij mijn weten is de Europese Commissie niet van plan om een evaluatie uit te voeren na de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie.