Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de natuurlijke begroeiing van de oeverwallen van het kanaal

Indiener(s)
Isabelle Emmery
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 929)

 
Datum ontvangst: 22/09/2021 Datum publicatie: 13/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 03/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

In een recente nieuwsbrief van het project "Het kanaal - een ecologische corridor in het hart van Brussel", dat wordt gesteund door het Brussels Gewest, werd ik attent gemaakt op de kwestie van het behoud van de natuurlijke begroeiing van de oeverwallen van het kanaal. In het artikel wordt beschreven dat in het Brusselse Gewest de kanaaloevers meestal bestaan uit verticale wanden, soms meer dan 4 meter hoog. Deze muren van steen of beton, en soms baksteen, zorgen ervoor dat na de terugkeer van de lente hier en daar een voor rotsen typische wilde vegetatie tevoorschijn komt, met bloeiende planten, varens en verschillende mossen. Deze wilde planten kunnen dus in een stedelijke omgeving groeien op oude muren, vaak van metselwerk, met asperiteiten, scheuren, gaten waarin zij zich kunnen vastzetten en de voedingsstoffen kunnen vinden die zij nodig hebben om zich te ontwikkelen, zoals oude mortel die enigszins is aangetast. In tegenstelling tot bepaalde bomen en struiken die ook dit soort muren kunnen koloniseren, brengen de wortels van deze discrete flora niet echt schade toe aan deze oude muren. Een specifiek beheer en onderhoud van deze muren (selectieve reiniging, gebruik van kalkrijke mortel voor het voegen, enz.) is uiteraard noodzakelijk om deze bijzondere flora, die ongetwijfeld een toegevoegde waarde heeft voor de ecologische diversiteit van het kanaal en bijdraagt tot de vergroening en verfraaiing van de stad op een natuurlijke en spontane manier, te behouden en te doen toenemen.

  • Kunt u mij vertellen wat er momenteel in het Gewest wordt gedaan om de natuurlijke begroeiing op de oeverwallen van het kanaal te bevorderen?

  • Worden de aanbevelingen van het project "Het kanaal - een ecologische corridor in het hart van Brussel", d.w.z. selectieve schoonmaak of het gebruik van kalkrijke mortel voor het voegen, uitgevoerd?

  • Worden er andere technieken bestudeerd om de begroeiing van deze muren te bevorderen?

 

 

 

 
 
Antwoord    1)

Tot nu toe onderhoudt de Haven van Brussel de kanaaloevermuren door planten, struiken en bomen te verwijderen die met hun wortels de muren zouden kunnen beschadigen en/of een gevaar zouden kunnen vormen voor de scheepvaart (slechte zichtbaarheid). Dat onderhoud wordt uitgevoerd door een extern bedrijf of door de Kapiteinsdienst.

De Haven van Brussel heeft echter bijzonder oog voor voorstellen die erop gericht zijn het ecologische potentieel van het Kanaal te verbeteren. Bovendien heeft ze zich er in het kader van een ‘biodiversiteitsovereenkomst’ die eind 2019 met Leefmilieu Brussel is gesloten, toe verbonden acties te bevorderen die verband houden met de ontwikkeling van de biodiversiteit, zowel op het vlak van de inrichting als op dat van het beheer van het havengebied. De laatste projecten die zijn uitgevoerd of in uitvoering zijn, getuigen van dat engagement: goedkeuring van een nestkastenplan en een plan voor het gedifferentieerde beheer van de groene ruimten, een project voor drijvende groeneilanden enz. In het kader van het nieuwe Waterbeheerplan (2022-2027) zijn ook nieuwe studies en inrichtingsprojecten ten gunste van de biodiversiteit gepland.

In dit verband heeft de Haven ook regelmatig uitwisselingen met vzw’s zoals Grenzeloze Schelde. In het kader van dit voorstel voor een selectief en gedifferentieerd beheer van de kanaaloevermuren hebben dan ook al uitwisselingen plaatsgevonden tussen de Haven en deze vzw.

2)

In overleg met de Haven van Brussel heeft de vzw Grenzeloze Schelde op 28 september een terreinbezoek afgelegd met een natuurdeskundige van Natuurpunt om de zones te identificeren die geschikt zijn voor een selectieve schoonmaak van de oevermuren.

Naar aanleiding van dat bezoek is aan de Haven voorgesteld om met ​​gedifferentieerd beheer te starten in vier testzones die zich uitstrekken langs de Henegouwenkaai, van de Schippersstraat tot de sluis van Sint-Jans-Molenbeek.

Aan de veldploegen zullen instructies moeten worden gegeven voor een selectieve schoonmaak van de zones, namelijk:
- Verwijdering van de aanwezige struiken (sommige Buddleia's en een zich ontwikkelende els) en invasieve planten om beschadiging van de muren en gebrek aan zichtbaarheid te voorkomen;
- Behoud van wilde planten die geen gevaar inhouden.

Er zal een opvolging/beoordeling moeten gebeuren om ervoor te zorgen dat deze nieuwe beheersmaatregelen verenigbaar zijn met de veiligheid en de inspectie- en onderhoudswerken van de muren, alvorens eventueel te overwegen dit selectieve onderhoud uit te breiden naar andere delen van het kanaal.

Wat het gebruik van kalkrijke mortel betreft, moet de haalbaarheid daarvan nog worden geanalyseerd door de technisch directie van de Haven.
Dit zal worden onderzocht wanneer er zich een nieuwe werf aandient waarbij de kademuren in deze testzones moeten worden hersteld of gevoegd.

3)

Er zijn momenteel geen nieuwe technieken om de begroeiing van de kanaaloevermuren te bevorderen, behalve de hierboven vermelde, die momenteel worden bestudeerd.
In het kader van de haalbaarheidsstudie over de installatie van drijvende groeneilanden op het kanaal zijn de systemen met ‘metalen manden of begroeide takkenbundels’, zoals bijvoorbeeld geïnstalleerd op La Dérivation in Luik, niet behouden, omdat ze niet aangepast zijn aan de omstandigheden van het Brusselse kanaal.