Schriftelijke vraag betreffende de kostprijs van de parlementaire vragen
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 530)
Datum ontvangst: 29/09/2021 | Datum publicatie: 16/11/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 03/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
04/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het parlementair toezicht is een van de pijlers van de rechtsstaat. In dit verband stellen de volksvertegenwoordigers van het Brussels Parlement regelmatig vragen aan de leden van uw regering over diverse en uiteenlopende onderwerpen. In het licht van deze elementen zou ik u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | De antwoorden op parlementaire vragen worden al dan niet in samenspraak met de betrokken administratie door verschillende medewerkers op het kabinet opgesteld, nagelezen, vertaald etc., rekening houdend met de thematieken die ze behandelen. Dit is dus een collectief werk, afhankelijk van het aantal vragen en de inhoud van de vragen, waardoor het niet mogelijk is het in mankracht en werkuren uit te drukken. Navraag leert ons dat: De DBDMH schat dat het volledig beheer van de parlementaire vragen overeenkomt met het werk van 0,675 VTE. Bij hub.brussels wordt ingeschat dat er 0.75 VTE belast is met de parlementaire vragen. Bij urban.brussels is er 1 persoon bij de staf van de algemene directie die de opdracht heeft de parlementaire vragen door te sturen en te coördineren. De antwoordtijd voor schriftelijke vragen wordt, zoals u allicht weet, bepaald volgens het reglement van het parlement. De antwoordtijden voor mondelinge vragen, vragen om uitleg en interpellaties zijn afhankelijk van het tijdstip van agendering in de commissie waaraan de vragen zijn toegewezen. |