Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kosten van parlementaire vragen

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 805)

 
Datum ontvangst: 29/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 03/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Parlementaire controle is een van de pijlers van de rechtsstaat. De leden van het Brussels Parlement stellen dan ook regelmatig vragen aan de leden van uw regering over diverse en uiteenlopende onderwerpen.

Daarover zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Hoeveel mensen zijn er binnen uw kabinet belast met het opstellen van antwoorden op parlementaire vragen?

  2. Hoeveel voltijdsequivalenten zijn dat?

  3. Wat zijn, uitgaande van de loonsom en het aantal u voorgelegde vragen, de kosten van een parlementair antwoord?

  4. Wat is de gemiddelde tijd die nodig is om te antwoorden op een interpellatie, een vraag om uitleg, een mondelinge vraag en een schriftelijke vraag?

 
 
Antwoord    Bij het opstellen van antwoorden op parlementaire vragen zijn meerdere mensen betrokken aangezien deze taak niet het voorrecht is van een redacteur/redactrice, en dit zowel binnen mijn kabinet als in de administraties die onder mijn voogdij staan.
Aldus doen we voor elke vraag een beroep op de verschillende administraties en organisaties van openbaar nut die onder mijn bevoegdheid vallen, en binnen mijn kabinet doen we een beroep op de expertise van de adviseurs, van de persoon die verantwoordelijk is voor de betrekkingen met het Parlement, van de verantwoordelijken van de cel, alsook van de vertalers/vertaalsters.
Dit collectieve werk varieert ook afhankelijk van de urgentie en onvoorspelbaarheid van het aantal en de aard van de ingediende vragen. Tot slot wordt de vraag grondig nagelezen vooraleer zij gevalideerd wordt.
Deze omvangrijke taak is dan ook moeilijk te kwantificeren.

In de verschillende administraties en instellingen van openbaar nut die onder mijn bevoegdheid vallen, wordt deze werklast bij wijze van voorbeeld echter geschat op:

ü Voor Leefmilieu Brussel (DW): ongeveer 0,3 VTE verdeeld over meerdere personen volgens hun expertise;
ü Voor het CIBG: circa 0,5 VTE;
ü Voor Brussels ConnectIT (inclusief easy.brussels): ongeveer 0,5 VTE;
ü Bruxelles Formation: ongeveer 0,5 VTE verdeeld over meerdere personen (Algemeen Directie, Afdeling Productie, Afdeling Studies & Ontwikkeling, Polen, enz.);
ü Voor Brussel Economie en Werkgelegenheid: 1 VTE;
ü Voor ACTIRIS: 1 VTE;
ü Voor de cel Kanselarij van Brussel Synergie : 1 VTE op B-niveau en 1 VTE op D-niveau voor de coördinatie en het administratieve beheer. Gemiddeld worden er jaarlijks 250 parlementaire vragen overgemaakt aan de Kanselarij. (in 2020: 239 parlementaire vragen; in 2021 tot op heden: 260 parlementaire vragen). Daarnaast worden jaarlijks honderden andere parlementaire vragen gericht aan de andere besturen van de GOB.
Op de vertaaldienst is de werklast voor de parlementaire vragen van heel de GOB (vertaling, revisie en administratieve verwerking) op jaarbasis goed voor minstens 1 VTE op A-niveau, waarvan 0,25 VTE voor BSYN. En dit betreft enkel de vertaalverzoeken die aan de vertaaldienst zijn gericht, dus zonder de vertalingen mee te tellen die rechtstreeks binnen de diensten gebeuren. 
Men moet dan ook nog de tijd rekenen die de secretarissen-generaal besteden aan het nalezen en valideren van de ontwerpantwoorden.

De antwoordtermijn voor interpellaties, vragen om uitleg en mondelinge vragen verschilt naargelang de respectieve agenda's van de parlementaire commissies. We reageren binnen de termijn, vanaf de verzending ervan door het Uitgebreid Bureau, in overleg met de commissiesecretaris, evenals met de commissievoorzitter.

De schriftelijke vragen worden behandeld binnen 20 werkdagen, zoals bepaald door het geldende reglement van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikelen 62, 111, 112, 113, 113/1, 114, 135,
zie reglement_nl .pdf (parlement.brussels).