Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Vlaamse vraag voor een asymmetrisch werkgelegenheidsbeleid

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 808)

 
Datum ontvangst: 06/10/2021 Datum publicatie: 13/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   
In een artikel van 7 september laatstleden bericht La Libre Belgique over de vraag van Vlaams minister-president Jan Jambon om meer vrijheid bij het uitstippelen van het arbeidsmarktbeleid. Ook de voorzitter van Voka, Wouter De Geest, pleit ervoor dat Vlaanderen zijn eigen prioriteiten kan stellen. Deze vraag is ter tafel gekomen tijdens de door de federale minister van Arbeid, Pierre-Yves Dermagne, georganiseerde conferentie over de werkgelegenheid.

Er zij op gewezen dat deze vraag gebaseerd is op een totaal verschillende realiteit tussen bijvoorbeeld de Vlaamse en Brusselse arbeidsmarkt. Terwijl het noorden van het land te kampen heeft met vergrijzing en daarom de pensioengerechtigde leeftijd wil opschuiven, is de Brusselse bevolking de jongste van het land. De uitdagingen zijn dus heel verschillend.

Na afloop van de conferentie heeft minister Dermagne zich bereid verklaard na te gaan hoe de gewestelijke initiatieven kunnen worden gesteund zonder buiten het federale kader te treden.

Op 29 september laatstleden hebben we uw plannen om de samenwerking tussen de arbeidsbemiddelingsdiensten van de drie Gewesten te versterken besproken . Ik had in de commissie gezegd en ik herhaal het hier: het gaat om uitstekende projecten en we moeten in die richting blijven werken. Dat zou echter niet beletten dat de regels inzake werkgelegenheid worden versoepeld. Op basis van die elementen wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Wat is het standpunt van de regering over een eventuele versoepeling van de regels voor de arbeidsmarkt?

  • Aangezien deze demografische vaststelling niet nieuw is, promoot Actiris al de vacatures in de Brusselse rand. Dat komt tot uiting in de voorstellen van ordonnantie die we hebben besproken. Hoe staat het met de door Actiris gevoerde campagne "een job, c'est aussi un job"? Hebt u de campagne al geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de belangrijkste bevindingen?

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag.
U hebt 100% gelijk wanneer u stelt dat de arbeidsmarkten van de verschillende gewestelijke entiteiten geconfronteerd worden met verschillende realiteiten en dus met verschillende noden.

Bijgevolg lijkt het me belangrijk om enerzijds de samenwerkingen tussen de gefedereerde entiteiten te verbeteren en anderzijds elk van hen de oplossingen te kunnen aanreiken die aangepast zijn aan onze situatie. Ik ben er dan ook een voorstander van om een asymmetrisch werkgelegenheidsbeleid te kunnen voeren dat bijgevolg afgestemd is op de behoeften en noden die eigen zijn aan elk gewest.

De gezamenlijke campagne van Actiris en de VDAB “Een job, c’est aussi un job” dient om de Franstalige Brusselse werkzoekenden in te lichten over de jobmogelijkheden in de rand en over de oplossingen die Actiris, de VDAB en onze andere partners aanbieden. De verschillende mediacampagnes leiden allemaal naar één website (eenjobpourmoi.be) met alle beschikbare oplossingen:
· Een interactieve kaart met alle beschikbare jobaanbiedingen rond Brussel in real time, alsook de duur van het traject vanaf een opgegeven adres.
· Een module met een korte vragenlijst die ervoor zorgt dat de werkzoekenden de opleiding in het Nederlands vinden die het meest aan hun noden aangepast is (Brulingua, taalcheques van Actiris, beroepsopleidingen in het Nederlands van de VDAB).
· Een inschrijvingsformulier voor een infosessie “Werken in het Nederlands” die samen met de VDAB gegeven wordt en een overzicht biedt van de werkgelegenheid in Vlaanderen, alsook de oplossingen die Actiris, de VDAB en onze partners voorstellen.
De campagne werd voor het eerst gelanceerd van september tot november 2020. Als gevolg van het succes van deze eerste campagne werd ze tweemaal hernomen: van maart tot juni 2021 en opnieuw voor een derde keer die momenteel loopt van oktober tot december 2021. Uit de twee vorige campagnes hebben we kunnen besluiten dat communicatiecampagnes om verschillende redenen goed werken, met name:
· Als we het aantal inschrijvingen voor de infosessies in aanmerking nemen, tellen we een gemiddelde van 230 inschrijvingen per maand tijdens de campagneperiodes (eerste en tweede reeks), of bijna driemaal meer dan tijdens de periodes buiten de campagnes (gemiddeld 82 inschrijvingen per maand). Voor de eerste campagne (september tot november 2020) telden we in totaal 733 inschrijvingen; voor de tweede reeks (maart tot juni 2021) werd onze initiële doelstelling van 840 inschrijvingen met 5% overschreden tot in totaal 880 inschrijvingen.
· Van september 2020 tot augustus 2021 hebben de twee reeksen van de vorige campagnes ervoor gezorgd dat we 2.635 werkzoekenden konden doorverwijzen naar de VDAB. Voor dezelfde periode zijn 1.062 Brusselse werkzoekenden een traject bij de VDAB begonnen.
· In totaal hebben we 52.852 bezoeken op de website eenjobpourmoi.be van de eerste campagne (september 2020) tot heden genoteerd.