Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de maatregelen van het Gewest om de werkgelegenheid te ontwikkelen in Schaarbeek

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 810)

 
Datum ontvangst: 11/10/2021 Datum publicatie: 13/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik wil nog even terugkomen op enkele cijfers over de werkgelegenheid in Schaarbeek.

Volgens cijfers van Perspective.brussels bedroeg de arbeidsparticipatie van 15-64-jarigen in 2019 in Schaarbeek 53,4%, tegenover een gewestelijk gemiddelde van 55,3%.

Bovendien bedroeg het werkloosheidscijfer in 2020 in Schaarbeek 17,7%, tegenover 16,1% op gewestelijk niveau.

Hoewel wij er niet aan twijfelen dat de werkgelegenheidsgraad in Schaarbeek u bijzonder zorgen baart, is de noodzaak om de werkgelegenheid in Schaarbeek echt te stimuleren acuut.

Staat u mij daarom toe u de volgende vragen te stellen:

  1. Beschikt u over geactualiseerde cijfers voor 2020 en 2021? Hebt u een uitsplitsing naar geslacht?

  1. Hoe staat het met de werkloosheid onder jonge Schaarbeekenaars, en ook onder jonge Schaarbeekse afgestudeerden?

  1. Waarom behoort de gemeente Schaarbeek tot de slechtst presterende gemeenten van het Gewest? Wat zijn de grootste uitdagingen voor u op het vlak van tewerkstelling in Schaarbeek?

  1. Welke concrete maatregelen neemt de gewestregering om de werkgelegenheidsgraad te verhogen en de werkloosheid in de gemeente Schaarbeek aan te pakken?

  1. Welk gewestelijk-gemeentelijk overleg voert u in dit verband? Wat zijn de belangrijkste punten van zorg op gemeentelijk niveau en hoe kunt u daar het best op inspelen? Mijn vraag lijkt misschien wat ironisch gezien uw verschillende functies.

  1. Welke invloed heeft de gezondheidscrisis gehad op de werkgelegenheid in Schaarbeek en op de werkloosheidsgraad in de gemeente?

 
 
Antwoord   

De cijfers over de tewerkstellingsgraad volgens de gemeente worden berekend door het Steunpunt WSE. De meest recente beschikbare cijfers betreffen het jaar 2019. Hieronder vindt u deze tewerkstellingspercentages volgens het geslacht:

Tabel: Tewerkstellingsgraad volgens de gemeente voor 2019 – Berekeningen Steunpunt WSE:

Tewerkstellings-percentage

BHG

Mannen

60,1

Vrouwen

50,4

Totaal

55,3

 

 

Tabel: Administratieve werkloosheidsgraad volgens de gemeente, berekeningen view.brussels, Actiris:

 

2019

2020

Taux de chômage

Werkloosheids-percentage

RBC

BHG

Schaerbeek

Schaarbeek

RBC

BHG

Hommes/Mannen

14,8

16,7

14,9

Femmes/Vrouwen

16,2

18,0

16,1

Total/Totaal

15,5

17,3

15,5

Tussen 2019 en 2020 bleef het werkloosheidspercentage ongewijzigd voor het hele Brusselse Gewest, terwijl het percentage van Schaarbeek 0,4 punt daalde.

Tabel: Administratieve werkloosheidsgraad van de min-25-jarigen volgens de gemeente, berekeningen view.brussels, Actiris:

 

2019

2020

Taux de chômage des jeunes de moins de 25 ans

Werkloosheids-percentage van de min-25-jarigen

RBC

BHG

Schaerbeek

Schaarbeek

RBC

BHG

Hommes/Mannen

21,8

23,9

23,0

Femmes/Vrouwen

23,3

29,1

24,4

Total/Totaal

22,5

26,1

23,6

 

 

Tussen 2019 en 2020 is de werkloosheidsgraad van de jongeren minder gestegen in Schaarbeek dan in het hele BHG (+0,1 punt tegenover +1,1 punten).

We moeten eraan herinneren dat de jeugdwerkloosheid van de min-25-jarigen sneller toegenomen is dan de globale werkloosheid sinds de coronacrisis. Deze waarneming is niet nieuw, omdat, aangezien jongeren over het algemeen de conjunctuurschokken meer moeten opvangen, zij de eerste slachtoffers bij een crisis zijn.

Ze zijn immers vaker tewerkgesteld in gevoeligere sectoren (horeca, toerisme, transport en logistiek, bouw, …), maar ook in gevoeligere betrekkingen. We moeten niettemin in herinnering brengen dat, hoewel de jongeren de eersten zijn die crisissen ondergaan, zij ook dynamischer zijn bij het herstel.

Hoewel deze evoluties beter zijn voor de gemeente Schaarbeek voor deze periode, wijzen de recente maandelijkse cijfers op een progressieve terugkeer naar een situatie die meer te vergelijken valt met de periode voor de COVID-crisis. We nemen inderdaad de terugkeer waar van bepaalde werkzoekenden, die zich in theorie vaker in de gemeenten met meer precariteit zouden moeten bevinden. Deze laatsten konden door de gevolgen van de crisis niet terecht bij de overheidsdiensten en komen nu opnieuw in het gezichtsveld van Actiris.

 

Over het algemeen wordt gezegd dat de Brusselse werkloosheid structureel is, dat zij voortkomt uit de kwalitatieve ontoereikendheid tussen het aanbod en de vraag naar werk.

 

Slechts 11% van de Brusselse betrekkingen (of 82.805 werknemers op 754.287 in 2020 volgens de Enquête naar de Arbeidskrachten) werd namelijk ingenomen door laaggeschoolde werknemers (personen die hoogstens een diploma lager middelbaar onderwijs bezitten), terwijl een groot deel van de Brusselse werkzoekenden laaggeschoold is (60,6% van de NWW, of 53.823 personen). De demografische en economische factoren verklaren deze situatie.

 

 

Aan de ene kant wordt de Brusselse economie gekenmerkt door een sectorale verdeling die erg gericht is op diensten, wat het resultaat is van de desindustrialisering van de stad sinds ongeveer 50 jaar. Deze sectorale specificiteit heeft aanzienlijk bijgedragen aan de stijging van de vraag naar zeer hooggeschoolde werknemers. We moeten ook het statuut van hoofdstad van de stad en haar belangrijke internationale dimensie aanhalen. Dat leidt ertoe dat de concurrentie inzake werk tussen de Brusselse werknemers, de pendelaars en de internationale werknemers versterkt wordt.

 

Aan de andere kant draagt de Brusselse demografische dynamiek, die haar bevolking ziet groeien en verjongen, eveneens bij aan de versterking van de structurele dimensie van de Brusselse werkloosheid. De grotere aanwezigheid in Brussel van bevolkingsgroepen met een migratieachtergrond of personen die in een precaire situatie leven, weerspiegelt zich in het niveau van de Brusselse werkloosheid. Een groot deel van de Brusselse werkzoekenden is laaggeschoold, heeft taalproblemen en wordt vaker gediscrimineerd op de arbeidsmarkt.

 

In dit kader kunnen de demografische en socio-economische bijzonderheden van de verschillende Brusselse gemeenten dus de moeilijkheden van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen versterken.

 

Het is op basis van deze vaststellingen dat het Brusselse tewerkstellingsbeleid met name afgestemd wordt op de opleiding van werkzoekenden teneinde te kunnen voldoen aan de vereisten van de arbeidsmarkt, maar ook aan de verbetering van hun mobiliteit (tussen de gewesten in het bijzonder), aangezien de jobmogelijkheden voor relatief laaggeschoolde werknemers groter zijn in de twee andere gewesten.

 

 

Tabel: Kenmerken van de NWW in het BHG en voor de gemeente Schaarbeek in 2020:

 

 

BHG

in %

Schaarbeek

in %

Totaal - Gemiddelde 2020

88.803

100,0

10.919

100,0

Geslacht

46.756

52,7

5.865

53,7

42.047

47,3

5.054

46,3

Leeftijds-groep

9.117

10,3

1.261

11,5

55.550

62,6

6.991

64,0

24.136

27,2

2.668

24,4

Studie-niveau

18.701

21,1

2.396

21,9

19.255

21,7

2.255

20,7

15.725

17,7

1.618

14,8

35.122

39,6

4.651

42,6

Inactivi-teitsduur

34.921

39,3

4.373

40,0

12.613

14,2

1.569

14,4

41.269

46,5

4.977

45,6

Nationali-teit

58.110

65,4

6.767

62,0

14.250

16,0

1.863

17,1

16.442

18,5

2.289

21,0

 

 

In deze context hebben de Schaarbeekse werkzoekenden een relatief kwetsbaarder profiel dan het Brusselse gemiddelde. Een groter deel van de Schaarbeekse NWW is immers lager geschoold (met de studies in het buitenland erbij genomen, is 64,5% van de NWW in Schaarbeek laaggeschoold tegenover 60,7% in het BHG).

 

De verhouding NWW die een nationaliteit van buiten de EU hebben, is overigens ook groter in Schaarbeek (21% tegenover 18,5% voor het volledige Gewest). De doelgroep van buitenlanders die meer moeilijkheden heeft om toegang te krijgen tot de Brusselse arbeidsmarkt, die zeer veeleisend is op het vlak van kwalificaties, versterkt de nood aan intensievere begeleiding.

 

Sinds het begin van de coronacrisis is de stijging van het aantal NWW in eerste instantie eerder beperkt gebleven, terwijl men zou kunnen denken hebben dat de impact ervan groter zou zijn geweest. In september 2020 was het aantal NWW jaarlijks gestegen met slechts 2,9% (of 2.579 personen meer in vergelijking met september 2019). De steunvoorzieningen voor ondernemingen zoals de tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht hebben zeker bijgedragen aan het beperken van de gevolgen van de crisis voor de tewerkstelling van de Brusselaars.

 

In deze context is het interessant op te merken dat, hoewel de stijging in het BHG niet groot is geweest, het aantal NWW gedaald is in Schaarbeek tussen 2019 en 2020 (-0,4%). Deze dynamiek werd waargenomen in de meeste gemeenten die werkzoekenden met een kwetsbaarder profiel tellen. Aldus stagneerde het aantal NWW in de gemeenten Schaarbeek (-0,4%), Molenbeek (+0,7%) en Anderlecht (+0,5%), terwijl het aantal NWW in zogenaamd rijkere gemeenten als Sint-Lambrechts-Woluwe (+7,2%), Sint-Pieters-Woluwe (+11%) en Ukkel (+7,7%) aanzienlijk gestegen is.

 

Deze verschillen in variaties tussen de rijkste en armste gemeenten weerspiegelen de demografische verschillen tussen de gemeenten goed. De gemeenten waar de NWW een kwetsbaarder profiel hebben, werden statistisch gezien derhalve minder getroffen en bijgevolg bleef het aantal NWW relatief stabiel. Deze verschillende gemeentelijke evoluties vinden hun oorsprong in de digitale kloof en de taalbarrière die de WZ met kwetsbaardere profielen voor wie hulp van de diensten van Actiris van primordiaal belang is, verwijderd zouden hebben. Aangezien de fysieke begeleidende diensten gedeeltelijk opgeschort werden tijdens een deel van de coronacrisis, formuleren we de hypothese dat een gedeelte van de WZ uit het gezichtsveld van Actiris verdwenen is. De beperkte stijging van het aantal WZ in de kwetsbaarste gemeenten moet dus gerelativeerd en in de gaten worden gehouden.