Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de resultaten van het analyseprogramma 2020-2021 van de cel Controle van het Goede Financiële Beheer

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 388)

 
Datum ontvangst: 17/07/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het analyseprogramma 2020-2021 van de cel Controle van het Goede Financiële Beheer (cf. schriftelijke vraag nr. 295). Daarbij kon u echter nog niet op alle vragen een antwoord verschaffen, aangezien verschillende elementen van deze oefening nog lopende waren.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u de voornaamste vaststellingen en conclusies van dit analyseprogramma nader toelichten? Zijn hierbij bepaalde problemen aan het licht gekomen wat betreft het financiële beheer? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

  • Kan u in het bijzonder toelichten op welke manier de PEFA-analyse waarvan sprake in uw vorig antwoord heeft plaatsgevonden en welke impact deze heeft op het beleid ter zake?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen :

Het analyseprogramma van de cel Controle van het Goede Financiële Beheer bestaat uit 5 opdrachten waarvan er 3 voorzien zijn binnen de besturen van de GOB, 1 opdracht voorzien is binnen een autonome bestuursinstelling van eerste categorie en tenslotte een overkoepelende PEFA evaluatie.

Op heden wordt de opdracht rond het beheer van de overheidsopdrachten binnen Brussel Leefmilieu afgerond, maar hieromtrent kunnen alvast de volgende algemene bevindingen meegeven worden:

§ Brussel Leefmilieu heeft aanzienlijke HR en IT middelen ingezet om gevolg te geven aan de aanbevelingen van het Rekenhof (2013), dewelke in de meeste gevallen werden gerealiseerd.


§ Specifiek met betrekking tot de overheidsopdrachten van geringe waarde, onderwerp van de in het analyseprogramma opgenomen opdracht, is de algemene beoordeling positief. De gerealiseerde risicoanalyse heeft geen noemenswaardige tekortkomingen boven gebracht. De aankoopdienst beschikt over uitgeschreven procedures, een gestandaardiseerde workflow en er werden middelen ter beschikking gesteld voor het continu opleiden van het personeel. Bovendien werden er goede praktijken vastgesteld voor wat betreft de goede aanwending van de middelen. Zo worden er zelfs voor de overheidsopdrachten van geringe waarde standaard bestekken opgemaakt alhoewel de wetgeving dit niet vereist.

Een PEFA (Public Expenditure and Financial Accountability) analyse is een alomvattende gap analyse van het publiek financieel management. De analyse werd uitgevoerd door een internationaal team van externe consultants aangesteld en gefinancierd door de Europese Commissie.

De cel controle van het Goede Financiële Beheer van BFB stond in voor de nodige informatieverstrekking, bijstand en coördinatie van de werkzaamheden om de consultants in staat te stellen hun opdracht te vervullen.

Het betreft een internationale methodologie voor het evalueren en rapporteren over de sterktes en zwaktes inzake het beheer van de overheidsfinanciën middels het gebruik van kwantitatieve indicatoren. Het raamwerk bestaat uit 32 performantie-indicatoren die gegroepeerd worden in acht pijlers:

I. Intergouvernementele financiële betrekkingen
II. Betrouwbaarheid van de begroting
III. Transparantie van de overheidsfinanciën
IV. Het beheer van de activa en passiva
V. Begrotingsstrategie en het beleidsmatig opstellen van de begroting
VI. Voorspelbaarheid en uitvoering van de begroting
VII. Boekhouding en rapportering
VIII. Controle en externe audit
Het handboek met de gehanteerde methodologie en de bijhorende bijlagen kunnen geraadpleegd worden op de volgende website:
http://pefa.org/resources/pefa-2016-framework.

De analyse werd uitgevoerd in voorbereiding van de structurele verankering van spending reviews in het begrotingsproces. Spending reviews renderen immers slechts maximaal indien ze ingebed worden in een matuur begrotingssysteem, met een waardevolle begrotingsvoorbereiding, een strategische middellangetermijnfocus en een voldoende sterke link tussen budget, beleid en resultaten.

Op basis van de ervaring met de lopende spending review pilootprojecten, alsook de resultaten van de PEFA analyse, zal – eveneens met technische assistentie van de Europese Commissie – een rapport worden opgesteld met aanbevelingen omtrent de structurele verankering van spending reviews in het begrotingsproces. Dit rapport wordt begin 2022 verwacht.

Parallel werd aan de Europese Commissie bijkomende technische assistentie gevraagd voor o.a. additionele trainingen voor de administratie en de ontwikkeling van een handleiding teneinde het zelfstandig opzetten en uitvoeren van spending reviews in de toekomst mogelijk te maken. Het betreft hier immers complexe beleidsevaluties die specifieke expertise behoeven.

N.a.v. de PEFA gap analyse, hebben de betrokken consultants een aantal aanbevelingen geformuleerd, waarvoor reeds een aantal concrete acties opgestart werden en die ook opgenomen werden in de beleidsbrief Financiën en Begroting.

Een eerste aanbeveling betreft de opvolging van doelstellingen en de versterking van beleidsevaluaties. Er zijn verbeteringen mogelijk wat betreft de opvolging van de doelstellingen die opgenomen worden in de beleidsnota’s en beleidsbrieven en de koppeling van deze doelstellingen aan begrotingslijnen.
Verder is er ook nood aan een versterking van periodieke beleidsevaluaties die begrotingsbeslissingen voeden.

Het begrotingsbeheer en -beleid zal in het licht van deze aanbeveling herbekeken worden, er zal ingezet worden op de introductie van spending review beleidsevaluaties en de evolutie in de richting van performance-informed budgeting.

Een tweede aanbeveling betreft de planning en prioritering van overheidsinvesteringen. Het BHG heeft tot dusver geen specifiek mechanisme voor de planning van overheidsinvesteringen dat rekening houdt met de in de toekomst beschikbare middelen en met vooraf bepaalde criteria voor de selectie van projecten, zoals bijvoorbeeld de impact op de economische activiteit en op de toekomstige ontvangsten.

In oktober 2021 werd technische assistentie aan de Europese Commissie gevraagd om de planning en prioritering van overheidsinvesteringen in lijn te brengen met de best practices in de EU.

De derde aanbeveling heeft betrekking op de middellangetermijn planning van de overheidsuitgaven. BFB is vandaag slechts in beperkte mate in staat middellangetermijnprognoses van de uitgaven op te stellen die niet enkel rekening houden met indexering en de impact van de economische vooruitzichten.

Met de opmaak van de eerste echte meerjarenraming in oktober 2020, die ook specifieke kostendrijvers in de diverse beleidsdomeinen identificeerde, werd een belangrijke stap in de goede richting gezet. De opmaak van de meerjarenraming zal verder verfijnd worden, rekening houdend met het rapport met aanbevelingen omtrent de structurele verankering van spending reviews in het begrotingsproces, dat begin 2022 ingewacht wordt.

Een vierde aanbeveling heeft betrekking op het informeren van het publiek. Er werd vastgesteld dat met de recentelijke lancering van de website ‘begroting voor iedereen’ reeds een belangrijke stap gezet werd om essentiële en duidelijke informatie te verstrekken over de ontvangsten en uitgaven. Verder werd er voorgesteld om de investerings- en aanbestedingsplannen alsook statistieken aangaande de overheidsopdrachten te publiceren.

Het vertrekken van informatie aan het publiek zal verder verbeterd worden.

Een vijfde aanbeveling heeft betrekking op de interne controle en audit. Het BHG beschikt over een auditeenheid die audits uitvoert in alle diensten van de GOB. De auditeenheid werkt volgens de beste internationale standaarden en haar aanbevelingen worden steeds probleemloos aanvaard. De eenheid telt echter slechts vier auditoren. Daarnaast kan ook overwogen worden om de bevoegdheden van deze auditeenheid uit te breiden naar andere diensten van de Regering en de ABI’s van de eerste categorie. Slechts twee ABI’s van de tweede categorie (MIVB en Actiris) beschikken over een interne auditdienst.

De verdere versterking van de audit van het BHG wordt onderzocht.

Tenslotte werd er ook een aanbeveling geformuleerd omtrent organisatorische aspecten. Er werd aanbevolen om na te gaan in hoeverre de huidige afzonderlijke controle van vastleggingen en betalingen in de boekhoud- en thesauriesystemen zou kunnen worden geïntegreerd. Verder werd ook gesteld dat de administratie beter in staat zou moeten zijn om tot een waardevolle voorbereiding van de begroting, met inbegrip van de planning van overheidsinvesteringen, bij te dragen.

Ook aan deze punten zal verder gewerkt worden.