Fiche van een vraag of interpellatie

Vacatures Contact

Schriftelijke vraag betreffende meningsgeschillen tussen het Gewest en de gemeenten over tijdelijke terrassen tijdens de Covid-19-crisis op parkeerplaatsen op gewestwe

Indiener(s): Emin Özkara
aan: Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1060)

Datum ontvangst: 26/08/2021		Datum publicatie: 13/12/2021
Zittingsperiode: 19/24	Zitting: 20/21	Datum antwoord: 10/12/2021

Datum	behandeling van het stuk	Indiener(s)	Referentie	Blz.
15/10/2021	Ontvankelijk	p.m.

Vraag	Eind maart 2021 hebben we vernomen dat het Gewest de horeca-etablissementen in Brussel wenste toe te staan om tot 31 oktober 2021 een tijdelijk terras op parkeerplaatsen te plaatsen. Uw collega Pascal Smet (one.brussels), staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Stedenbouw en Erfgoed, heeft die wens trouwens concreet gestalte gegeven in een omzendbrief die hij op 2 april 2021 heeft ondertekend. Jammer genoeg zijn er naar aanleiding van de vergunningsaanvragen van de horeca-etablissementen op het terrein meningsgeschillen gerezen over de voornoemde terrassen op gewestwegen. De dienst Beheer en Inspectie van Brussel Mobiliteit gaat bijvoorbeeld akkoord met het gebruik van parkeerplaatsen als tijdelijke terrassen in het kader van de Covid-19-crisis, terwijl de gemeente waar de gewestweg zich bevindt, daar niet akkoord mee gaat en dus ingaat tegen het gunstig advies en de toelating van Brussel Mobiliteit. Zoals u weet, spelen de terrassen, nu de Covid-19-crisis maar blijft aanslepen, een zeer belangrijke rol in de heropleving van de Brusselse horecasector. Daarom wens ik u op 26 augustus 2021 de volgende vragen te stellen over de tijdelijke terrassen op gewestwegen in het kader van de Covid-19-crisis: Hoeveel aanvragen voor een tijdelijk terras in het kader van de Covid-19-crisis werden ingediend bij Brussel Mobiliteit? Hoeveel van de aanvragen hadden betrekking op terrassen op parkeerplaatsen? Heeft het Gewest in het kader van deze aanvragen ingestemd met en toelating gegeven voor het gebruik van parkeerplaatsen als tijdelijke terrassen in het kader van de Covid-19-crisis, terwijl de gemeenten daar niet mee hebben ingestemd? Zo ja, voor hoeveel aanvragen is dat het geval (uitsplitsing van de gegevens per gemeente en per gewestweg)? Is de toelating (gunstig advies) van Brussel Mobiliteit voldoende voor de exploitatie van terrassen op de parkeerplaatsen? Is er voorzien in interne beroepsprocedures op gewestelijk niveau in geval van onenigheid tussen het Gewest en een gemeente?


Antwoord	De herbestemming van parkeerplaatsen tot horecaterrassen was een echte opportuniteit voor vele cafés en restaurants die gedurende lange maanden moesten sluiten. Wij hebben allemaal gemerkt hoe gemakkelijk deze ruimten zijn herbestemd - wij hebben geen enkele bewonersgroep of ontevreden horeca en geen enkele gemeente heeft bezwaar gemaakt - en daar ben ik bijzonder blij mee. Wij hebben de indruk dat de gemeenten, de horeca, maar ook de bewoners en bezoekers van de regio deze herbestemming graag willen handhaven. Zowel de omzet als de sfeer in onze straten pleiten voor meer terrassen. Uw vraag stelt me in staat de balans op te maken. Aanvragen om een terras te mogen aanleggen worden in alle gevallen tot de gemeenten gericht. De bezetting van parkeerplaatsen blijft een gemeentelijke verantwoordelijkheid, zowel op gemeentelijke als op gewestwegen. Wij hebben geen overzicht van het aantal aanvragen op gemeentelijke wegen. Voor de aanvragen voor terrassen op gewestwegen heeft de dienst Beheer en Inspectie van Brussel Mobiliteit telkens de specifieke situatie geanalyseerd alvorens haar goedkeuring te geven. Brussel Mobiliteit heeft aldus zijn goedkeuring gegeven aan een dertigtal terrassen: - 7 voor de gemeente Vorst - 12 voor de gemeente St-Gillis - de rest betrof eenmalige verzoeken in de andere gemeenten. Voor zover wij weten, zijn er geen aanvragen waarvoor een gewestelijke vergunning is afgegeven terwijl de gemeente te kennen heeft gegeven het daar niet mee eens te zijn. Wij zijn er voorstander van om in de toekomst terrassen op parkeerplaatsen te behouden.