Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kosten van het RPA KazerneS

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 534)

 
Datum ontvangst: 18/10/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Wij praten nu al enkele jaren over de verschillende aspecten van de Brusselse RPA's. Ik zou mij graag willen buigen over de kwestie van de kosten hiervan. Wat het RPA Kazernes betreft, zijn in het Parlement en daarbuiten reeds vele cijfers genoemd, er lijkt echter een zekere vaagheid hierover te bestaan.

Om mijn informatie te verduidelijken, zou ik graag de volgende antwoorden krijgen:

  1. Kunt u mij zeggen welke prijs het Gewest heeft betaald voor de aankoop van de volledige site van Kazernes? Kunt u het aantal m2 op de grond en het aantal m2 bebouwd op alle verworven percelen aangeven?

  2. Hoe werd bij de evaluatie van een dergelijke site rekening gehouden met het complexe karakter van de verschillende onderdelen en hun bestemming? Kunt u mij alle elementen geven die het mogelijk maakten om de verkoopprijs vast te stellen?

  3. Kunt u mij precies vertellen van welke gebouwen op het terrein het Gewest eigenaar is geworden? Kunt u voor elk gebouw een uitsplitsing geven van het aantal m2 dat boven en onder de grond beschikbaar is?

  4. Hoe moeten de verschillende bezettingen op de site worden verdeeld tussen de ULB en de VUB? Is er al een nauwkeurig kader opgesteld?

  5. Is het mogelijk de verschillende fasen te kennen van de fasering voor het herstel van de verschillende gebouwen en delen van het Caserne-terrein, of is het gehele terrein reeds beschikbaar zoals het nu is? Maakt deze fasering het mogelijk het terrein in fasen te herontwikkelen?

  6. Wie zal er verantwoordelijk zijn voor de gebouwen die gesloopt moeten worden? En heeft u een evaluatie van de financiële kosten voor elk van de af te breken gebouwen?

  7. Heeft het Gewest, wat de koolstofvoetafdruk betreft, een analyse uitgevoerd om de milieukosten van sloop/heropbouw versus herbestemming van bestaande structuren na te gaan? Heeft het Gewest alle alternatieven bestudeerd voor de sloop, die zeer schadelijk is voor de koolstofvoetafdruk van het project?

  8. Kunt u mij zeggen wat de ramingen van de gewestelijke diensten waren van het totale aantal m2 dat op het gehele terrein boven- en ondergronds zou kunnen worden gebouwd?

  9. Zijn er beschermde gebouwen op de site? Hebben de gewestelijke diensten onderzocht of bepaalde gebouwen of delen daarvan op de monumentenlijst moeten worden geplaatst - of ten minste behouden moeten blijven - in het kader van toekomstige transformaties?

  10. Beschikt u over een voorlopig tijdschema voor de verbouwing van de verschillende delen van het terrein en de aanvang van de bouwwerkzaamheden? Zo ja, kunt u ons daar meer over vertellen, met inbegrip van het tijdschema voor de voltooiing van het gehele project?

  11. Beschikt u over een raming van de budgetten voor het herstel en de heropbouw van het gehele RPA Kazernes? Wat zou het aandeel van het Gewest in de financiering van het project moeten zijn?

 
 
Antwoord    Op de site van de kazernen die het voorwerp zijn van de PAD zijn er geen goederen ingeschreven op de bewaarlijst of beschermd. Deze site werd door URBAN geëvalueerd tussen 2011 en 2013 in het kader van de realisatie van de inventaris van het bouwkundig erfgoed van Elsene.
Het resultaat hiervan is te raadplegen via
https://monument.heritage.brussels/nl/Elsene/Generaal_Jacqueslaan/210/21330.

Met het oog op het opstellen van de PAD werd de site meer in detail geëvalueerd door het in het erfgoed gespecialiseerde bureau «Origin». De criteria tot identificatie van de erfgoed-elementen werden geïdentificeerd en geëvalueerd tijdens de haalbaarheidsstudie. De insteek was hierbij het behoud van het erfgoed in het kader van de PAD. Met betrekking tot de wettelijke vrijwaring van het erfgoed werden hierbij geen specifieke stappen gezet, maar zoals aangehaald wel voor het behoud van het erfgoed.

Voor de andere vragen verwijs ik u door naar de Minister-President.