Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal onbewoonbaar verklaarde panden en het beleid daaromtrent

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 764)

 
Datum ontvangst: 15/11/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 26/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
26/01/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

In het kader van de immense druk op de Brusselse huisvestingsmarkt hebt u enige tijd geleden reeds het initiatief genomen om een grootschalig en ambitieus Noodplan Huisvesting te lanceren. Hoewel daar inderdaad verschillende lovenswaardige doelstellingen in opgenomen werden om bijvoorbeeld de leegstand te verminderen en praktijken van huisjesmelkerij aan te pakken, dient echter ook nog gewezen te worden op de problematiek van onbewoonbaar verklaarde panden – die de facto niet (meteen) ingezet kunnen worden om huisvesting aan te bieden.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden hoeveel procedures tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring er in 2021 tot dusver opgestart werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Hoe zijn deze woningen verdeeld over de verschillende gemeenten? Welk aandeel hiervan werd effectief onbewoonbaar verklaard? Omwille van welke redenen? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de voorgaande jaren? Hoe evalueert u deze cijfers?

  • Op welke manier vinden de controles op onbewoonbaarheid plaats? Hoeveel controles vonden er in 2021 tot dusver plaats? Welk aandeel van deze controles werd proactief uitgevoerd en welk aandeel na eerder ontvangen klachten? Welk gevolg werd er gegeven aan deze controles inzake mogelijke sancties of opgelegde aanpassingen zodat de woning opnieuw bewoonbaar verklaard zou kunnen worden? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de voorgaande jaren? Hoe evalueert u deze cijfers?

  • Op welke manier wordt de globale problematiek van onbewoonbaar verklaarde woningen opgevolgd vanuit uw bevoegdheden en mee betrokken in de vorderingen van het Noodplan Huisvesting? Welk overleg wordt hieromtrent gepleegd met alle betrokken actoren? Hoe evalueert u de omvang van deze problematiek? Welke acties en middelen voorziet u ter bestrijding van deze problematiek? Kan u daarbij in het bijzonder duiden hoe lang een woning gemiddeld onbewoonbaar blijft en welke evolutie er merkbaar is in deze duurtijd?

 
 
Antwoord    Van 01/01/2021 tot 31/12/2021 is er sprake van:


· 598 klachten;
· 97 controles op eigen initiatief;
· 341 waarschuwingen wegens non-conformiteit;
· En 262 conformiteitscontroleattesten.


De opsplitsing van de klachten per gemeente vindt u in bijlage.

Volgende beslissingen werden genomen naar aanleiding van deze klachten:

· 135 beslissingen tot onmiddellijke verhuurverbod;
· En 107 beslissingen tot verhuurverbod na ingebrekestelling.

De belangrijkste vastgestelde gebreken waren: de veiligheid van de elektrische installaties, gebreken in de ventilatie, de natuurlijke verlichting, de staat van de ramen, de veiligheid van de gasinstallaties en de vochtigheid.


Een opmerkelijk feit voor het jaar 2021 is de verdrievoudiging van het aantal controles op eigen initiatief die dankzij de personeelsuitbreiding kon plaatsvinden.
In 2021 was er sprake van 1226 controles.

In 2021 heeft de DGHI volgende beslissingen uitgevaardigd:

· 363 ingebrekestellingen;
· 135 beslissingen tot onmiddellijke verhuurverbod;
· 109 beslissingen tot verhuurverbod na ingebrekestelling;
· 127 conforme woningen na ingebrekestelling;
· 161 afgeleverde conformiteitscontroleattesten;
· En 87 geweigerde conformiteitscontroleattesten.

NB: Er mag geen link worden gelegd tussen het aantal dossiers en het aantal beslissingen. In een dossier kunnen verschillende beslissingen worden genomen en die beslissingen worden niet noodzakelijk genomen in het jaar waarin het dossier werd aangemaakt.

Ten slotte beschikken wij niet over gegevens over de gemiddelde duur van een verhuurverbod. Deze duur hangt af van vele factoren (ernst van de gebreken, financiële middelen van de verhuurders, situatie van het goed (een eigenaar, mede-eigendom, onverdeelde eigendom,...), verkoop, enz). Sommige panden zullen nooit opnieuw verhuurd kunnen worden (kelders, zolders), andere panden zullen een andere bestemming krijgen (winkels, kelders, zolders, garages, enz.).

De acties die gericht zijn op de strijd tegen ongezonde woningen worden beschreven in actie 25 van het Noodplan voor Huisvesting.

Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de DGHI en de andere betrokken actoren (parket, politie, gemeenten, vzw’s, enz.). Dit overleg wordt in functie van de behoeften georganiseerd, zowel structureel (via periodieke of buitengewone bilaterale vergaderingen) als op ad hoc-basis (over specifieke dossiers).