Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de termijnen voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen

Indiener(s)
Sevket Temiz
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 550)

 
Datum ontvangst: 15/11/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 21/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Onlangs hebben we uit de pers vernomen dat de toekenning van stedenbouwkundige vergunningen in het Brussels Gewest relatief lang duurde; vaak werd de wettelijke termijn voor antwoorden van de administraties overschreden, met diverse gevolgen zoals een vertraging in het aanbod van nieuwe of gerenoveerde woningen, stijgende prijzen, lagere toekomstige belastinginkomsten, enz1 .

Ook het gebrek aan personeel in de ad hoc-administraties, het aantal personen dat betrokken is bij de ingewikkelde procedures en de wachttijden tussen de verschillende instanties die de vergunningen afgeven, maken de vertragingen bij de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen nog groter. Bovendien staat de werkgelegenheid in de bouw en renovatie van gebouwen nog steeds op een laag pitje en staan de klimaatdoelstellingen van de regering op het gebied van isolatie voor de toekomst op de tocht.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Welke administratieve vereenvoudigingen zijn er ingevoerd sinds het begin van de zittingsperiode in het Brussels Gewest?

  • Welke maatregelen zijn genomen om extra personeel in te zetten bij de diensten die zich bezighouden met stedenbouwkundige vergunningen?

  • Hoeveel nieuwe vastgoedprojecten waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is, zijn al 3 jaar in behandeling?

  • Hoeveel dossiers van stedenbouwkundige vergunningen waarvoor de tussenkomst van het Gewest vereist is, zijn toegekend op het totale aantal aanvragen sinds het begin van de zittingsperiode?

 

 

 

 
 
Antwoord    1.
1.1.
Met de digitalisering van de stedenbouwkundige vergunningen hebben we een grote vereenvoudiging ingezet voor de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen.

Het MyPermit-platform, waar de overheden momenteel gebruik van kunnen maken voor vergunningen die onder de gewestelijke overheid vallen, vormt een belangrijke stap naar die vereenvoudiging.

Voor de aanvragers verzekert het gebruik van het platform een eenvoudige, digitale indiening van de aanvragen, vermijdt het het afdrukken en doorsturen van veelvuldige papieren exemplaren en wordt een vlottere, gemakkelijkere opvolging van de procedure mogelijk. Ook voor de administraties gebeurt het proces volledig elektronisch, met dossiers die via elektronische weg worden verzonden naar de verschillende adviesinstanties en betrokken partijen, waardoor het proces vanzelfsprekend sneller en eenvoudiger verloopt.

In 2022 kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen vergunningen indienen die onder de gewestelijke overheid vallen en de gemeentelijke “roll-out”, namelijk de terbeschikkingstelling van MyPermit voor de vergunningen die onder de gemeentelijke bevoegdheden vallen, zal met de pilootgemeenten worden aangevat.


1.2.
Wat de vereenvoudiging van de regels en procedures voor het verkrijgen van de vergunningen betreft, biedt de evaluatie van het BWRO, die de komende maanden van start zal gaan, de kans om de momenteel geldende regels en procedures grondig te herzien. Zoals meermaals aangekondigd is het mijn ambitie de bestaande procedures drastisch te vereenvoudigen. Naar mijn mening zijn die veel te complex.
Deze vereenvoudigingsdoelstelling wordt ook nagestreefd in het kader van de hervorming van de GSV en het besluit Vrijstellingen.

Ik zou ook willen benadrukken dat we een versnelde en vereenvoudigde procedure voor het verkrijgen van de vergunning hebben ingevoerd voor scholen en sociale woningen. Deze procedure is sinds 13 mei 2021 van kracht.

2.
In het kader van het personeelsplan van Urban van 2019, werden 30 bijkomende VTE aangeworven voor de uitvoering van het BWRO.

3.
Ongeveer 30 van de nog lopende dossiers die voor 2019 werden ingediend, hebben betrekking op nieuwbouwprojecten.

De meeste van die dossiers zijn niet echt “in afwachting”, maar zijn nog altijd actief op vlak van de behandeling ervan. Voor sommige dossiers is een uitgebreide effectenstudie nodig, andere bevinden zich in hun tweede of zelfs derde versie en voor elke nieuwe versie wijzigingsplannen moet de procedure van bij het begin worden herbegonnen (openbaar onderzoek, overlegcommissie...).

Voor sommigen wacht Urban op het wijzigingsproject van de aanvrager voordat de procedure wordt heropgestart. Omdat deze dossiers onder het oude BWRO worden behandeld, is het “nietigheidsmechanisme” na zes maanden zonder reactie van de aanvrager niet van toepassing.

4.
Tussen 1 juli 2019 en 31 december 2021 werden iets meer dan 2200 dossiers rechtstreeks bij de gemachtigde ambtenaar ingediend.

Iets meer dan 15.300 dossiers werden bij de gemeenten ingediend.

Als de aanvraag bij de gemeenten wordt ingediend, kan de gemachtigde ambtenaar zijn advies op verschillende manieren geven.

Ten eerste mag hij zijn advies geven in het kader van de overlegcommissie, als de procedure dat voorziet. Als de overlegcommissie een unaniem advies geeft in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de gemachtigde ambtenaar (GA), geldt dat advies namelijk als advies van de GA en hoeft de gemeente dus niet meer het advies van de GA vragen.

Tussen 1 juli 2019 en 31 december 2021 zijn 9407 dossiers langs de overlegcommissie gegaan. Het gewest (de GA) heeft in het kader van de overlegcommissie dus zijn advies gegeven voor al deze dossiers.

Vervolgens kan de gemachtigde ambtenaar zijn advies over een dossier geven na een niet-unaniem advies van de overlegcommissie als hij niet aanwezig was tijdens deze commissie of nog als de gemeente hem per schrijven bevraagt omdat de procedure dat oplegt.

Tussen 1 juli 2019 en 31 december 2021 hebben 1617 dossiers het voorwerp uitgemaakt van een “advies van de gemachtigde ambtenaar”.

Het is niet relevant om verbanden te leggen tussen het aantal ingediende dossiers onder deze legislatuur en het aantal gegeven adviezen omdat de gegeven adviezen onder deze legislatuur ook dossiers betreffen die onder de vorige legislatuur werden ingediend.