Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de steun aan organisaties die zich focussen op de begeleiding van daders van intrafamiliaal geweld

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 765)

 
Datum ontvangst: 15/11/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 17/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

De strijd tegen intrafamiliaal geweld is een onderwerp dat tijdens de huidige legislatuur reeds enkele keren bovenaan de agenda werd geplaatst in ons Gewest, vaak vanuit het beleidsdomein Gelijke Kansen. Ik verwijs daarbij graag naar de extra inspanningen die daaromtrent ondernomen werden door de verschillende politiediensten tijdens de eerst lockdownperiode en het specifieke meldingssysteem (‘masker-19’) dat geïmplementeerd wordt in de Brusselse apotheken.

Een minder belicht aspect van deze problematiek is echter de manier waarop er met de daders van intrafamiliaal geweld wordt omgegaan. Hun daden vallen immers uiteraard niet goed te praten, maar dat neemt niet weg dat het van cruciaal belang is dat zij op een correcte manier ondersteund worden opdat de kans op recidivisme zo klein mogelijk gehouden kan worden.

 

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden op welke manier vanuit het beleidsdomein Gelijke Kansen specifiek steun wordt toegekend aan organisaties die zich focussen op de begeleiding en het herstel van daders van intrafamiliaal geweld? Kan u nader toelichten welke vorm deze steun aanneemt (opgesplitst per desbetreffende organisatie en per taalrol)? Hoeveel begeleidingstrajecten werden er reeds opgestart door deze organisaties, opgesplitst naargelang het geslacht en de leeftijdscohorte waartoe de begeleide personen behoren? Hoe evolueren deze aantallen?

  • Op welke manier wordt dit specifieke onderdeel van deze bredere problematiek onderzocht en opgevolgd binnen het beleidsdomein Gelijke Kansen? Op welke manier wordt dit overlegd met alle betrokken actoren? Op welke manier wordt hieromtrent samengewerkt met uw collega’s, de Collegeleden bevoegd voor Bijstand aan Personen?


 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De begeleiding van daders van familiaal geweld is een cruciaal aspect in de strijd tegen geweld, met name ook om toekomstig geweld te voorkomen. Zo blijkt uit onderzoek (
1) dat programma’s die inzetten op begeleiding en gedragsverandering een positiever effect hebben op recidive. De begeleiding van daders (en slachtoffers) van familiaal geweld maakt echter geen deel uit van mijn bevoegdheden, tenzij via preventie en sensibilisering.



Het aspect van opvolging van daders werd niet meegenomen in sensibiliseringsacties inzake gelijke kansen. Ik besliste al bij het begin van mijn legislatuur om daar verandering in te brengen.


De campagne ‘Licht op geweld’ van equal.brussels had als primaire focus een gedragsverandering bij de plegers van geweld. Dit perspectief was ingegeven door mijn contacten met het maatschappelijk middenveld, waaronder de vzw Praxis, die werkt met plegers van geweld en die actief meewerkte aan de campagne.


Ook daarna bleef ik dit aspect benadrukken, onder meer via de opleidingen voor de preventie- en veiligheidssector die equal.brussels samen met BPV en de politie organiseerde, en waar het daderperspectief één van de vier grote thema’s was.


Wat het
overleg met betrokken actoren betreft, worden organisaties als Praxis systematisch betrokken bij initiatieven zoals de Brusselse taskforce rond familiaal geweld die is opgericht naar aanleiding van de COVID-crisis, en de brochure over het meldingssysteem in apotheken.


De contacten met Collegeleden bevoegd voor Bijstand aan Personen worden met name gelegd in het kader van deze taskforce.


Wat uw vragen over
cijfers van begeleidingstrajecten e.d. betreft kan ik u geen informatie geven aangezien de hulp/begeleiding van personen zoals gezegd niet onder mijn bevoegdheid valt. Organisaties die inzetten op daderwerking kunnen wel steun krijgen voor projecten inzake gelijke kansen via de projectsubsidies van equal.brussels. Het voorbije jaar heeft equal.brussels geen aanvragen in die richting ontvangen.

In verband met het “masker 19”-initiatief bij Brusselse apothekers: in tegenstelling tot wat in de vraag beweerd wordt, is dit systeem nooit ingevoerd op niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na overleg met organisaties uit het maatschappelijk werkveld en met name de Brusselse taskforce familiaal geweld die deze actie afraadde, is beslist om dit initiatief niet over te nemen maar wel te focussen op de informatie en sensibilisering van apothekers. Als gevolg hiervan is de brochure ‘Apotheek als tussenschakel’ opgesteld door equal.brussels in samenwerking met de Brusselse Apothekers (AVB-UPB). Deze brochure is vervolgens gedrukt en verspreid onder 196 Brussels apotheken, en voorgesteld aan hen tijdens een webinar.

Vanneste (2016): Het strafrechtelijk beleid op het vlak van partnergeweld: een evaluatie van de rechtspraktijk en de gevolgen ervan inzake recidive