De regering besliste op 22 juli 2021 om de overvloedige regenval van 4 juni in het hele gewest als een algemene ramp te erkennen. Overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 25 april 2019 betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene rampen, hebben de getroffenen na de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het erkenningsbesluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, drie maanden de tijd om hun dossier bij het gewest in te dienen. Na die drie maanden, in dit geval op 30 november 2021, kan Brussel Plaatselijke Besturen (BPB) dan het aantal aanvragers en het bedrag van de gewestelijke tegemoetkomingen ramen.

De burgemeesters van Sint-Gillis, Elsene, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Jans-Molenbeek bezorgden BPB documenten in verband met de schade ten gevolge van de regenval van 4 juni.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

1. Welke gemeentebesturen hebben BPB documenten bezorgd in verband met de schade?

2. Wat is de raming van het aantal aanvragers die de gemeentebesturen hebben meegedeeld in hun verzoek aan BPB? Hoeveel privépersonen en privéondernemingen? Graag een overzicht per gemeente.

3. Wat is momenteel het geraamd totaalbedrag aan schadevergoedingen dat dient uitbetaald te worden aan de getroffenen? Graag een voerzicht per gemeente.

4. Hebben gemeentebesturen schade geleden op hun openbaar domein door de zware regenval? In bevestigend geval, welke gemeenten en wat is de voornaamste schade aan het openbaar domein die de gemeenten in hun verzoek hebben meegedeeld aan BPB?

5. Het provisiebedrag voor de regionale tussenkomst i.k.v. rampen bedraagt 140.000 euro voor zowel 2021 als 2022. Volstaat dit bedrag om de schade te vergoeden voor de regenval van 4 juni? Wat als het te weinig blijkt te zijn? Waar komen de bijkomende middelen vandaan?