Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het overleg rond de toekomst van de Moslimexecutive

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 733)

 
Datum ontvangst: 29/12/2021 Datum publicatie: 14/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Midden december 2021 woonde u, op uitnodiging van Federale Minister van Justitie, samen met de andere Gewestelijke Ministers bevoegd voor Erediensten een vergadering bij omtrent de toekomst van de Moslimexecutive.

Er is een lopend onderzoek van Staatsveiligheid, maar de Federale Minister van Justitie zegt alvast dat hij de buitenlandse inmengingen beu is en probeert op die manier extra druk uit te oefenen voor een vernieuwingsoperatie van de Moslimexecutive.

Zonder vernieuwing op korte termijn dreigt de Minister van Justitie de erkenning en de financiering van de het orgaan in te trekken, terwijl het net zeer belangrijk is om een correct aanspreekpunt te behouden. Dat geldt uiteraard ook voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar u de onlangs gestemde hervorming van de financiering van de (materiële belangen van de) religieuze gemeenschappen zal moeten invoeren.

Daarom leg ik u graag mijn vragen voor:

  • Welke standpunten namens het Brussels Gewest hebt u tijdens deze vergadering verdedigd?

  • Welke afspraken of maatregelen zijn er uit dit overleg voortgekomen?

  • Wat is de visie van de regering rond de toekomst van de Moslimexecutive en de werking ervan in Brussel?

  • Welke maatregelen binnen uw bevoegdheden stelt u voorop om het extremisme binnen de organisatie en buitenlandse infiltratie te vermijden?


 


 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u de volgende elementen van antwoord te verstrekken:

Op uitdrukkelijk verzoek van de minister van Justitie heeft er op 14 december jongstleden een ontmoeting plaatsgevonden tussen de federale overheid en de gefedereerde entiteiten.

De agenda van de vergadering beoogde een stand van zaken op te maken omtrent het onderzoek van Staatsveiligheid naar de huidige structuur van de Moslimexecutieve, de opleiding van imams en de structuur van een nieuwe Moslimexecutieve. Deze aspecten vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid.

De onderwerpen die aan bod kwamen, waren dus exclusief federale bevoegdheden, maar omdat ik een man van de dialoog ben, heb ik toch toegestemd om eraan deel te nemen.

Wat de houding en visie van de Brusselse regering in dit dossier betreft, blijf ik bij mijn standpunt, dat gebaseerd is op de eerbiediging van het fundamentele grondwettelijke beginsel van de ‘scheiding van kerk en staat’.


Hoewel het voor zich spreekt dat een optimaal en professioneel functionerend representatief orgaan een belangrijke troef is om een constructief partnerschap met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in stand te houden en te ontwikkelen, is het ook belangrijk dat iedereen het kader van zijn bevoegdheden - namelijk de financiering van de temporaliën van de eredienst voor wat het gewestelijke niveau betreft - respecteert en binnen de grenzen ervan blijft.

Zoals u aangeeft, aangezien u zelf aan de debatten hebt deelgenomen, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onlangs een nieuwe, moderne en zeer duidelijke wetgeving ter zake aangenomen.

De erkenning van de erediensten, en dus van hun representatieve orgaan en de specifieke financiering die daaruit voortvloeit, vormt echter een exclusieve bevoegdheid van het federale niveau, en dat moet ook zo blijven.

In het kader van mijn bevoegdheden inzake Preventie en Veiligheid, is het nuttig te verduidelijken dat BPV van 2017 tot 2019 een netwerk van verenigingen ondersteund heeft met als doel professionals en burgers bij te staan in de preventie van gewelddadige radicalisering. De Moslimexecutieve maakte deel uit van dit netwerk van bij zijn oprichting. De Moslimexecutieve heeft in 2018, 2019 en 2020 subsidies ontvangen. De vzw zal ons echter de eerste schijf die voor 2020 toegekend werd volledig terug moeten betalen bij gebrek aan bewijsstukken.

In dat kader kon de organisatie een bijdrage leveren aan verschillende gewestelijke platforms aangaande radicalisering en polarisering, die ruimte bieden voor permanente opleiding voor gemeentelijke en zonale referenten op dit gebied, die er hun activiteiten voorstellen en deelnemen aan uitwisselingsworkshops.

Wat subsidies of gewestelijke platforms betreft, werkt BPV nauw samen met het OCAD en Staatsveiligheid.

De Moslimexecutieve heeft BPV ook steun verleend bij het verspreiden van gerichte communicatie naar het netwerk van moskeeën en moslimburgers. Op die manier hielp ze het publiek bewust te maken van de sanitaire regels tijdens de eerste lockdown in 2020, in het licht van de ramadanperiode minder dan twee maanden later.