Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijke gevolgen van een toekomstige telewerkstandaard in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 498)

 
Datum ontvangst: 07/01/2022 Datum publicatie: 18/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 10/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Op vrijdag 17 december laatstleden mochten we vernemen dat het BISA zijn analyse omtrent de mogelijke toekomstige telewerkstandaard in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft afgerond. Uit die analyse blijkt onder meer dat dat iets minder dan een op de twee werknemers die een werkplek hebben in het Brussels Gewest ook effectief kan telewerken. Daarmee scoort het Brussels Gewest beduidend hoger dan het nationale gemiddelde, dat op 30% ligt.

Het spreekt voor zich dat deze vaststelling mogelijke op verschillende domeinen grote gevolgen heeft voor de toekomst van ons Gewest. Indien de telewerkstandaard ook na de gezondheidscrisis aangehouden wordt, riskeren heel wat kantoorruimten onbenut te zullen blijven – wat dan weer een grote impact kan/zal hebben op de Brusselse economie (horeca, broodjeszaken etc.). Zowel op logistiek als op economisch vlak dreigt een heuse reorganisatie zich op te dwingen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Hebt u naar aanleiding van deze analyse van het BISA reeds de opdracht gegeven om meer in detail na te gaan welke gevolgen deze toekomstige telewerkstandaard zou kunnen hebben voor de logistieke en economische toekomst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, wie zal deze studie uitvoeren en welk tijdspad voorziet u hiertoe?

  • Hebt u dit onderwerp reeds aangekaart en besproken binnen de Brusselse Regering, gezien de brede impact van een toekomstige telewerkstandaard? Welke positie neemt de Brusselse Regering in inzake dit dossier en op welke manier voorziet men het beleid te kunnen aanpassen aan de nieuwe realiteit? Welke concrete acties en middelen zullen daartoe voorzien worden?

  • Hebt u reeds overleg gepleegd met werkgeversorganisaties om te bespreken hoe zij hun fysieke aanwezigheid in het Brussels Gewest zien in de toekomst? Zo ja, welke vaststellingen of conclusies zijn daaruit voortgekomen? Op welke manier zal de Brusselse Regering hen desgevallend proberen overtuigen om toch fysiek aanwezig te blijven in de hoofdstad?


 

 

 
 
Antwoord    De door het BISA uitgevoerde studie maakt het mogelijk alle uitdagingen in verband met telewerken voor alle aspecten van de stad op algemene manier in kaart te brengen. Wij hebben minister-president Rudi Vervoort en minister Sven Gatz gevraagd deze gegevens opnieuw te actualiseren met een focus op de economie.

Ook ontmoeten wij heel regelmatig de werkgeversvertegenwoordigers, met name om de twee weken in de taskforce Economie. Telewerk komt daarbij niet specifiek ter sprake.

De mix van functies in de wijken is een essentieel element om de veerkracht van ons Gewest te verzekeren en het is de werkas van de Brusselse regering, onder leiding van de minister-president die bevoegd is voor ruimtelijke ordening.

Wat citydev.brussels betreft, omvat de nieuwe beheersovereenkomst de prioriteiten voor de ‘Stad van Morgen’. Meer dan ooit moet het duurzame karakter van de stedelijke ontwikkeling, in al haar economische, sociale en ecologische dimensies, centraal staan in de actie van citydev.brussels.

Daarom wil citydev.brussels met zijn nieuwe beheersovereenkomst op al deze kwesties inspelen door:
- de Brusselaars uiteenlopende, kwaliteitsvolle banen te bezorgen die zin en nut hebben voor de gemeenschap;
- betaalbare, kwaliteitsvolle woningen aan te bieden, zodat iedereen kan wonen in een stimulerende omgeving die sociale samenhang en respect voor het milieu hoog in het vaandel draagt;
- productieactiviteiten terug te halen naar het hart van de stad, zodat we niet langer afhankelijk zijn van kwetsbare bevoorradingsketens, die ook nog eens schadelijk zijn voor het klimaat en sociale ongelijkheid veroorzaken;
- ernaar te streven meer voeding zélf te produceren;
- de beschikbare ruimte spaarzaam én optimaal te gebruiken voor zoveel mogelijk mensen.