Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de berekeningsmethode voor de huurprijzen in de verschillende OVM's

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 797)

 
Datum ontvangst: 20/12/2021 Datum publicatie: 10/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
09/03/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Mevrouw de staatssecretaris, wij hebben van verschillende huurders in verschillende OVM's gehoord dat de methode voor de berekening van de huurprijs buitensporig verschilt, zowel van OVM tot OVM als zelfs binnen een zelfde OVM voor huurders met bijna dezelfde inkomens.

De fusie van de OVM’s moet de verschillende beheersprocedures uniformiseren om besparingen en middelen te genereren die zouden moeten worden besteed aan de verbetering van de kwaliteit van de gebouwen en de dienstverlening aan de sociale huurders, van wie de meesten al het slachtoffer zijn van echte onzekerheid.

Volgens de informatie waarover wij beschikken, is de berekening van de huur in elke OVM zeer ingewikkeld en technisch, en is deze slechts bekend en beheerst door enkele ambtenaren met een zekere anciënniteit en kennis binnen de OVM's.

De huurders die het slachtoffer zijn van een fout bij de berekening van de huurprijs in hun nadeel, beschikken in het algemeen niet over een beroepsmogelijkheid. Zij hebben geen duidelijke uitleg over de wijze waarop de huur wordt berekend, met name wanneer het inkomen van het huishouden wordt gewijzigd ten gevolge van een verandering in de status van een lid van het huishouden.

  • Mevrouw de minister, kunt u ons inlichten over de stand van zaken met betrekking tot de berekening van de huur in de verschillende OVM's?

  • Hoeveel huurprijzen zijn er de afgelopen 2 jaar (2019, 2020) voorgelegd aan de berekeningsherziening?

  • Hoeveel bezwaarschriften zijn er ingediend?

  • In antwoord op een lid van de commissie kondigde u aan dat een werkgroep zich zal buigen over de herziening van de berekening van de huurprijzen. Kunt u ons verzekeren dat een van de doelstellingen van deze werkgroep zal zijn de methode voor de berekening van de huurprijs te vereenvoudigen?

  • Voorts heeft u naar aanleiding van de pandemie,  maatregelen genomen om de inkomenswijziging van de door de covid getroffen huurders onmiddellijk in de berekening van hun huurprijs te verwerken. Kunt u ons vertellen hoeveel mensen dit vertegenwoordigt? Wat is het totale bedrag van het huurverlies voor alle OVM's?

 
 
Antwoord    Artikel 63, §1 van het BBHR houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de BGHM of door de OVM’s, bepaalt het volgende met betrekking tot de herziening van de huurprijzen:
“Bij elke herziening van de basishuurprijs en de referentie-inkomens wordt de reële huurprijs herzien rekening houdend met de gezinsinkomens met betrekking tot het voorlaatste jaar dat het jaar voorafgaand aan de herziening voorafgaat. Vóór het begin van de derde maand, die de maand waarin de herziening van kracht wordt voorafgaat, moet de huisvestingsmaatschappij aan de huurders vragen om haar de bewijsstukken voor de opgegeven inkomsten te bezorgen. ”
De herziening van de huurprijsberekening heeft dus elk jaar betrekking op alle sociale huurders in het Brusselse Gewest.

Wat het aantal ingestelde beroepen ter betwisting betreft, bepaalt de Brusselse Huisvestingscode in artikel 76, §2. het volgende: "
De indiener van de klacht kan een beroep instellen bij de BGHM (...): 1° als de klacht onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard; 2° als hij meent geen voldoening gekregen te hebben; 3° als de termijnen waarover de OVM beschikt om te beslissen, zijn verstreken. (...)”
Het aantal ingestelde beroepen voor 2019 en 2020 is in bijlage.

Wat de werkgroep betreft, kan ik u het volgende zeggen: één van de doelstellingen van deze WG is wel degelijk de vereenvoudiging van de huurprijsberekeningsmethode.

Wat ten slotte uw vragen over de naar aanleiding van Covid genomen maatregelen betreft, moet u weten dat sommige huurders aan het begin van de gezondheidscrisis werden geconfronteerd met een tijdelijke inkomensvermindering (tijdelijke werkloosheid).

Ter ondersteuning van deze huurders die tijdelijk moeilijkheden ondervonden om hun huur te betalen, werd overeengekomen gebruik te maken van de regeling bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996, met name de specifieke sociale vermindering waarvan sprake in de artikelen 2, §1, 22° en 57, §1 van dat besluit.

Zo werd in mei 2020 een omzendbrief naar de OVM’s gestuurd die het mogelijk maakt een specifieke sociale vermindering toe te kennen naar aanleiding van een tijdelijke vermindering van het inkomen van sociale huurders.

Deze maatregel werd afgestemd op de maatregelen van de RVA, die voorzagen in de toekenning van tijdelijke werkloosheid tot juni 2020.


Gedurende deze periode hebben 544 gezinnen gebruik kunnen maken van deze maatregel.

Het totaalbedrag van de specifieke sociale verminderingen bedroeg 58.130,21 euro.