Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de voortgang van de beoogde rondetafelgesprekken omtrent de stedelijke bijenteelt in Brussel in het kader van het overleg met de Brusselse imkers

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1006)

 
Datum ontvangst: 17/01/2022 Datum publicatie: 22/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 22/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Enige tijd terug, op 12 december 2020 om precies te zijn, mocht de commissie Leefmilieu de Brusselse imkervereniging ‘Bruxelles m’abeilles’ ontvangen om het te hebben over het gewestelijke ‘bijenbeleid’ en iedereen bewust te maken van hun zaak, alsook om de onduidelijkheden die in de maanden voordien optraden omtrent het al dan niet verwijderen van bijenkasten in Natura 2000-gebieden aan te kaarten. In de nasleep van hun presentatie werd toen onder meer beloofd dat er rondetafelgesprekken georganiseerd zouden worden door Leefmilieu Brussel.

Uit reacties van ‘Bruxelles m’abeilles’ blijkt nu echter dat die rondetafelgesprekken nog niet veel constructieve oplossingen hebben opgeleverd. Zij zijn teleurgesteld in het gebrek aan raadpleging, een gebrek aan steunmaatregelen voor hun sector en heel wat vaagheid in de definities (en bijhorende interpretatierisico’s) in de voorgelegde documenten. Ook het feit dat imkers en bijenkasten systematisch uit gewestelijke parken en tuinen verwijderd werden, leidt tot onbegrip.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Hebt u eveneens dezelfde opmerkingen van de imkerverengingen ontvangen of vernomen? In hoeverre kunt u zich vinden in hun opmerkingen en bezorgdheden?

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft het overleg met de Brusselse imkerverenigingen? Welke overlegmomenten hebben er plaatsgevonden in 2021 en welke overlegmomenten staan ingepland voor 2022? Welke gewestelijke vertegenwoordigers (van uw kabinet en/of Leefmilieu Brussel) wonen deze overlegmomenten bij?

  • Hoe evalueert u het verloop en het succes van dit overleg tot dusver? Welke afspraken zijn hieruit voortgekomen? Op welke manier zullen de imkers en ‘Bruxelles m’abeilles’ ook na afloop van deze rondetafelgesprekken betrokken blijven bij het gewestelijke bijenbeleid?

  • Op welke manier garandeert deze Regering dat de input en bezorgdheden van de imkerverenigingen effectief vertaald worden naar het gewestelijke beleid ter zake of dat er tenminste wordt verantwoord waarom desgevallend een andere beslissing wordt genomen? Welke afspraken werden daaromtrent gemaakt aan het begin van of tijdens het overleg?

  • Op welke manier garandeert u dat de huidige en toekomstige imkers hun activiteiten kunnen blijven verderzetten in het Brussels Gewest, ondanks eerdere berichten dat hun bijenkasten verwijderd zouden worden uit verschillende gewestelijke groene ruimtes? Hebt u hen daaromtrent reeds kunnen geruststellen? Welke alternatieve locaties hebt u voorgesteld om deze bijenkasten te verplaatsen? Op welke manier garandeert u in het bijzonder dat kleinschalige activiteiten van imkers in het Brussels Gewest (in tegenstelling tot de commerciële imkerij op grote schaal) zullen kunnen blijven plaatsvinden?


 

 

 
 
Antwoord    1)
Mijn kabinet heeft brieven ontvangen van Bruxelles m’abeilles, en hun standpunten gehoord tijdens de rondetafelgesprekken. Ik ben dus op de hoogte van de situatie en de reactie van de imkers.

Ik begrijp dat zij willen weten hoe de bijenteelt in deze strategie zal worden behandeld, maar ik kan hen verzekeren dat Leefmilieu Brussel (LB) werkt aan dit dossier, samen met vele andere, in een organisatorische context die ingewikkeld blijft door de gezondheidscrisis.

Andere belanghebbenden aan de rondetafelgesprekken hebben geen bijzondere ontevredenheid geuit en zijn integendeel verheugd dit dossier tot een goed einde te zien komen, nadat het sinds 2017 meermaals was aangekondigd.
2)
De procedure is vrij klassiek voor dit soort productie. LB heeft tot op heden 3 virtuele vergaderingen (in juni en november 2021, en in januari 2022) en schriftelijke raadplegingen georganiseerd.

In deze werkgroep zijn verenigd: Bruxelles m’abeilles (SRABE asbl), het ‘Centre apicole de recherche et d'information’ (CARI asbl), PAN Europe (Pesticide Action Network), Natagora, de vzw Apis Bruoc Sella, de Koninklijke Belgische Vereniging voor Entomologie (KBVE vzw, verbonden aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen), de Université Libre de Bruxelles en Gembloux Agro-Bio Tech (Universiteit van Luik). De vergaderingen werden gecoördineerd door LB en opgevolgd door mijn kabinet.

De besprekingen worden gevoerd op basis van een door LB opgesteld schriftelijk document, dat gebaseerd is op het Europese initiatief inzake bestuivers en op eerdere werkzaamheden die LB mee heeft georganiseerd (bv. rondetafel/conferentie over bestuivers die in mei 2018 in samenwerking met het Parlement francophone bruxellois werd georganiseerd, of de nationale workshopdag die door de expertengroep Bestuivers werd georganiseerd ter voorbereiding van de nationale strategie).
3)
De opmerkingen en voorstellen van de partijen worden gebruikt ter motivatie van de aanpassingen van de tekst, die tijdens vergaderingen zijn besproken. Leefmilieu Brussel ziet er ook op toe dat de voorstellen goed aansluiten bij andere lopende gewestelijke dynamieken.

Ondanks de heel duidelijke standpunten van de verschillende belanghebbenden, met name van de bijenteeltsector en de natuursector, konden tijdens de laatste vergadering (20/01/22) richtlijnen worden opgesteld die door iedereen werden aanvaard.

De rondetafel heeft het dus mogelijk gemaakt om verschillende terminologieën te verduidelijken die nog problematisch waren voor de interpretatie van de voorgestelde maatregelen, en heeft geleid tot voorstellen voor een consensus over de bijenteelt in Brussel, met name over het evenwicht dat moet worden gevonden tussen de ontwikkeling van de honingbijen en de biodiversiteit. Dat evenwicht zal formeel worden vastgelegd in het kader van de bestuiversstrategie . Er zijn nog besprekingen gaande over de prioritering van de maatregelen.

Er is ook een punt over het bestuur opgenomen. In de betrokkenheid van alle partijen zal worden voorzien door de oprichting van een ‘participatieraad’ voor de uitvoering van de strategie. De bijenteeltwereld zal dus regelmatig bij het proces worden betrokken, op dezelfde manier als wetenschappers en natuurkenners.
4)
Er moet op worden gewezen dat de strategie voor bestuivers in de eerste plaats voortvloeit uit het beleid inzake natuurbehoud; het kader ervan wordt geschetst in het Natuurplan (maatregel 16, voorschrift 1), dat uitvoering geeft aan de ordonnantie van 1 maart 2021 betreffende het natuurbehoud. Het document wil ook tegemoetkomen aan de verwachtingen van een advies op initiatief van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud uit 2017, waarin de nadruk ligt op de concurrentie tussen soorten, met name in natuurreservaten en Natura 2000-gebieden.

De strategie zal daarom gericht zijn op de bescherming van wilde bestuivers in het bijzonder, en – dit is de originaliteit van de Brusselse aanpak – van ‘nuttige’ insecten in het algemeen.

Als het in de strategie over de bijenteelt gaat, dan is dat vooral omdat de relaties tussen de Brusselse actoren door dit onderwerp historisch gespannen zijn en de milieuverenigingen dringend vragen om een oplossing voor het probleem van het samenleven van de honingbij en de ongeveer 200 wilde bijensoorten die op ons grondgebied voorkomen. De strategie zal in dat verband fungeren als een routekaart, waarin een methode wordt uitgestippeld om dat potentiële probleem aan te pakken.

Het zal echter niet gaan om een strategie voor de bijenteelt (die aan het Waalse Gewest is gedelegeerd via een samenwerkingsakkoord van de permanente werkgroep van de intergewestelijke ministeriële conferentie voor landbouw) of om een plan ter bevordering van de bijenteelt of ter bescherming van de gezondheid van de honingbij (wat meer een federale bevoegdheid is).

Wat dat laatste punt betreft, moet erop worden gewezen dat het Brussels Gewest heeft deelgenomen aan de ontwikkeling van de nationale strategie voor bestuivers, die in november 2021 door de uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu is goedgekeurd. De bijenteeltsector is ook zeer actief in de werkgroep Bestuivers op nationaal niveau.
5)
Deze elementen zullen worden behandeld in de strategie die dit voorjaar aan de regering zal worden voorgesteld. Die wordt momenteel definitief aangepast en herlezen.

Wat de terreinen van Leefmilieu Brussel betreft, is het de bedoeling de bijenkasten in de moestuinen te behouden en ze nieuw leven in te blazen door de interactie met het plaatselijke sociale weefsel te versterken, met name door evenementen te organiseren en een deel van de honing te schenken aan de gemeenschap (scholen, OCMW, enz.). Ook zal worden gezorgd voor een betere controle op de bijenteeltactiviteiten, zo nodig gekoppeld aan technische of educatieve begeleiding. Dat toezicht zal worden uitgevoerd in synergie met het toezicht op de moestuinen, om schaalvoordelen te behalen en de middelen te bundelen.

Bepaalde specifieke gevallen in verband met de herinrichting van terreinen (bv. Massarttuin), beperkingen in verband met de indeling, niet-conforme en gevaarlijke situaties, of geïsoleerde burgerprojecten, vereisen aanpassingen en zullen dat ook blijven doen.

De betrokken imkers zullen na de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomsten vanaf volgend jaar hun bijenkasten, voor zover mogelijk, opnieuw kunnen integreren in de moestuinen waarvoor er afzeggingen zouden zijn.