Schriftelijke vraag betreffende de boerderij in Ukkel en de aanwerving van een bewaker
- Indiener(s)
- Gladys Kazadi
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1019)
Datum ontvangst: 12/01/2022 | Datum publicatie: 22/02/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 16/02/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
20/01/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | In maart 2021 stuurde ik u een schriftelijke vraag over de verlenging van de functie van bewaker op de boerderij van Ukkel die wordt beheerd door de vzw Zonnebloem. Vervolgens deelde u mij mee dat een analyse- en denkproces aan de gang was betreffende het beheer van de site en betreffende een eventuele wijziging van de overeenkomst tussen de vzw en Leefmilieu Brussel. Deze analyse was bepalend voor de verlenging van het ambt van bewaker van de boerderij. In dit verband zou ik u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | 1) Ter herinnering (cf. parlementaire vraag nr. 761 van 2021): er zijn verschillende opties onderzocht: - het openstellen van de conciërgedienst voor een medewerker van Leefmilieu Brussel; - het toekennen van een bijkomende subsidie aan de vzw Zonnebloem om deze specifieke opdracht te vervullen, in aanvulling op haar bewustmakingsopdrachten; - het definiëren van een opdracht voor de terbeschikkingstelling van een conciërge. De eerste optie stelt problemen op het vlak van het kader en de haalbaarheid. Het statuut (regeringsbesluit van 28 maart 2018) dat van toepassing is op het personeel van Leefmilieu Brussel voorziet enkel in de functie van conciërge als nevenfunctie bij een hoofdfunctie die wordt uitgeoefend bij en ten gunste van Leefmilieu Brussel: in dit geval impliceert de functie van conciërge echter een hoeveelheid werk die onverenigbaar is met een hoofdfunctie en die wordt uitgeoefend voor rekening van een andere rechtspersoon dan Leefmilieu Brussel (in dit geval de vzw Zonnebloem). De tweede optie, die van de subsidie, levert ook een juridisch probleem op, aangezien een subsidie niet louter de uitvoering van een opdracht ten voordele van Leefmilieu Brussel kan dekken. Daarnaast bestaat de subsidie uit een middelenverbintenis en niet uit een resultaatsverbintenis, in tegenstelling tot de situatie waarmee wij in de Hoeve van Ukkel te maken hebben. De dienstenconcessie is het meest geschikte juridische mechanisme voor deze situatie en laat toe de subsidiëring van de vzw Zonnebloem voor haar bewustmakingsactiviteiten voor kinderen te behouden. Wij richten ons dus op deze dienstenconcessie. 2) Deze tweede vraag is niet van toepassing gezien het antwoord op de eerste vraag. 3) Het principe van de concessie is begin 2022 gevalideerd. De uitvoering van deze beslissing impliceert thans verschillende administratieve fasen en zal nog verschillende maanden in beslag nemen. |