Schriftelijke vraag betreffende een kwalitatieve en kwantitatieve studie van de dienstenchequesector
- Indiener(s)
- Delphine Chabbert
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 881)
Datum ontvangst: 17/01/2022 | Datum publicatie: 10/03/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 22/02/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
26/01/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | De dienstencheques, die zijn ingevoerd bij de wet van 20 juli 2001, vallen sinds de zesde staatshervorming onder de bevoegdheid van de gewesten. Sindsdien financiert het Gewest deze sector en ondersteunt het de sturing van dit beleid, zowel vanuit werkgelegenheids- als vanuit economisch oogpunt.
IDEA Consult heeft in dit verband verschillende studies over de dienstenchequesector gepubliceerd. Het laatste verslag dateert van 2018. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgesteld dat het percentage vrouwelijke werknemers in de sector 96% bedraagt. Dit is natuurlijk interessant, maar het zou zeker even interessant zijn als deze cijfers in hun geheel vergezeld gingen van een genderanalyse, hetgeen niet het geval is. Want het is niet omdat er een grote meerderheid van vrouwen is dat de genderproblematiek niet speelt. Het is eerder het tegenovergestelde. Zo weten wij bijvoorbeeld niet welk percentage vrouwen en mannen die met dienstencheques werkzaam zijn, naar een andere sector of een ander beroep overstappen. In een overwegend vrouwelijke beroepsgroep lijkt het mij van essentieel belang te weten of de problemen van beroepsmobiliteit of loopbaanontwikkeling meer de mannen of meer de vrouwen treffen. Wij weten hoe zwaar deze banen zijn, en het is van essentieel belang te begrijpen wat het mogelijk maakt om verder te gaan; en de genderkwestie is ongetwijfeld een sleutelelement. Tevens beschikken wij over informatie over de gemiddelde arbeidstijd in de sector, maar ook hier weten wij niet wat het verschil is tussen vrouwen en mannen. Ik veronderstel dat dit belangrijk is en ik heb veel vragen: verlaten mannen de dienstenchequesector sneller dan vrouwen? Of andersom? Wordt de springplank naar andere, minder zware banen eerder gebruikt door mannen of door vrouwen? Mijn vraag is eenvoudig:
|
Antwoord | Voor de dienstenchequesector moet jaarlijks een externe studie worden uitgevoerd. Deze studie stelt ons in staat om met name gendergerelateerde gegevens over de dienstenchequesector te verkrijgen. In dit opzicht is 95,6% van de huishoudhulpen van de 26.730 werknemers in de sector van het vrouwelijke geslacht, tegenover 4,4% mannen. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan de gezinssituatie van de huishoudhulpen: - Koppel met kinderen 48,5% - Koppel zonder kinderen 17,6% - Eenoudergezin 17,0% - Alleenstaand zonder kinderen 16,9% We hebben geen gegevens over het geslacht van de gebruikers, omdat vaak slechts één persoon dienstencheques per huishouden koopt. Dergelijke statistieken hebben dus weinig nut. Voor gebruikers daarentegen hebben we een zicht op hun gezinssituatie: - Koppel met kinderen 39,0% - Koppel zonder kinderen 22,4% - Eenoudergezin 9,6% - Alleenstaand 29,1%. Alle basisallocaties met betrekking tot dienstencheques werden door de administratie geanalyseerd in het kader van genderbudgeting. Ten slotte verzamelen we sinds 2021 gendergegevens in het kader van het Vormingsfonds Dienstencheques (VF DC) om gendergegevens te kunnen presenteren in het kader van het volgende evaluatierapport van het VF DC. |