Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het in het BWRO uiteengezette beleid inzake het gedeeld gebruik van parkeerplaatsen

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1040)

 
Datum ontvangst: 24/01/2022 Datum publicatie: 18/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In de wetenschap dat de regering van plan is 65 000 parkeerplaatsen op straat te schrappen tegen 2030 en dat de parkeertarieven op straat binnenkort aanzienlijk zullen worden verhoogd, roept mijn fractie op tot geloofwaardige alternatieven, waaronder het delen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg. Daarvan bevinden 106.000 tot 181.000 plaatsen zich in kantoorgebouwen. In dit verband eist het BWRO van de bedrijven die de toegestane drempel overschrijden, dat zij deze plaatsen verwijderen, voor een ander gebruik bestemmen, ter beschikking stellen van het publiek of behouden mits betaling van een milieuheffing.

  • Wat is het exacte aantal parkeerplaatsen in kantoorgebouwen? In november 2019 had u het over een raming omdat u niet over een preciezere kaart beschikte (hoewel dit een opdracht is van parking.brussels). Hebt u nu deze preciezere kaart? Zo ja, kunt u het aantal plaatsen per zone uitsplitsen tussen 2018 en 2021? Zo niet, waarom niet?

  • Kunt u mij informatie verstrekken over het aantal gecontroleerde parkeerplaatsen waarvoor een van de bovengenoemde opties geldt (gedeeld gebruik, schrapping, betaling van de heffing en de kosten van de heffing aangezien het BWRO een verhoging met 10% per jaar overweegt)? Kunt u uw antwoord uitsplitsen naar het soort zone en het soort optie waarvoor de houder van de milieuvergunning heeft gekozen? Hoeveel milieuvergunningen werden in 2020 en 2021 verlengd?

  • U verklaarde in 2019 dat bij de toegankelijkheidsevaluatie geen rekening wordt gehouden met factoren zoals de frequentie van het openbaar vervoer of de noodzaak voor sommige bedrijven om 's avonds of 's nachts te werken, en u stelde de bedrijven verantwoordelijk om hiermee rekening te houden bij de keuze van hun vestigingsplaats. Dit zou een zeer verwoestend effect kunnen hebben op het centrum van Brussel, dat toch al veel leegstaande kantoren heeft. Hebt u besloten deze factoren in de toekomst in de toegankelijkheidsevaluatie te integreren om deze valkuil te vermijden?

  • Bij uw laatste antwoord koos de helft van hen ervoor de heffing te betalen en overwoog u daarom het bedrag te verhogen. Hoe kan dit worden overwogen zonder een uitgebreide toegankelijkheidsevaluatie van het betrokken bedrijf en zonder voorafgaand overleg met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, hebt u hierover contacten gelegd? Zo ja, wat was de feedback? Zo niet, waarom niet? Bent u van plan de last te verhogen? Zo ja, met hoeveel?

  • Een eerste bijeenkomst van het parkeerplatform met parking.brussels, BM, LB en urban.brussels moest uitwijzen hoe het gedeeld gebruik van parkings buiten de openbare weg kan worden geoptimaliseerd. Welke lessen werden getrokken? Hoeveel vergaderingen werden sinds 2019 gehouden en met welke resultaten voor een onderlinge afstemming van hun acties daartoe?

  • Er zou een faciliterende dienst BWRO zijn opgezet om technische bijstand te verlenen aan de betrokken parkingeigenaars. Hoeveel eigenaars werden in 2021 geholpen en met hoeveel VTE's in de dienst?

  • U zei dat u niet in staat was een schatting te maken van het aantal fietsplaatsen dat ontstaat door de omzetting van overtollige parkeerplaatsen; bent u nu in staat een schatting te maken?

  • Hoe staat het met de publicatie van het langverwacht besluit inzake openbare parkings? In welke Hoe ver staat u daarmee?

 

 
 
Antwoord    1)
Mijn administratie beschikt niet over een meer precieze cartografie. Parking.brussels stelt deze kaarten niet op grote schaal op, maar op dit moment alleen tijdens studies over compensatie, dus op kleine schaal.
2)
Op 3 februari 2022 werden 407 dossiers behandeld, waarvan 322 onder het BWLKE vielen. 32 dossiers hadden betrekking op nieuwe projecten en over 53 dossiers werd geoordeeld dat ze buiten het toepassingsgebied van het BWLKE vallen.
Op dit moment worden 63 dossiers nog behandeld.
In totaal gaat het om 51.070 toegestane plaatsen, waarvan 26.941 werden toegestaan op basis van de toegelaten drempels op grond van de toegankelijkheidszone en de kantoorvloeroppervlakten en 4.730 plaatsen werden bij afwijking toegekend.
Van de 322 afgehandelde dossiers werden 4.933 overtollige plaatsen belast. Die zijn als volgt verdeeld:
· 126 hebben betrekking op zone A en 1954 plaatsen werden aan de milieubelasting onderworpen;
· 108 hebben betrekking op zone B en 1963 plaatsen werden aan de milieubelasting onderworpen;
· 88 hebben betrekking op zone C en 1016 plaatsen werden aan de milieubelasting onderworpen;
· 85 dossiers, die aanvankelijk niet betrokken waren (zoals handels- of woongebouwen) en die verdeeld waren over de drie zones, zorgden ervoor dat 53 plaatsen aan de milieubelasting werden onderworpen. De dossiers die niet betrokken waren, kunnen toch aan de milieubelasting worden onderworpen indien er plaatsen gehuurd worden voor kantooractiviteiten.
3.263 van de geanalyseerde plaatsen werden geschrapt, waarvan:
· 1.683 in zone A;
· 1.038 in zone B;
· 542 in zone C.
162 van de geanalyseerde plaatsen werden tot andere bestemmingen omgevormd, buiten het toepassingsgebied van het BWLKE, waarvan:
· 50 in zone A;
· 11 in zone B;
· 101 in zone C.
De overige plaatsen zijn plaatsen die gebruikt worden voor doeleinden die niet onder het BWLKE vallen.
De houder van de milieuvergunning mag zijn parkeerplaatsen delen. Die plaatsen blijven echter onderworpen aan het BWLKE en er wordt geen onderscheid gemaakt in de milieuvergunningen. Het aantal ervan is niet gekend.
Het is op dit moment ook niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen plaatsen die aan de belasting onderworpen zijn op aanvraag van de houder en plaatsen die eraan onderworpen zijn na de analyse van het dossier.
De milieubelasting heeft gezorgd voor 1.315.287,36 euro aan inkomsten in 2021 en voor 2022 (vóór de controle van de gegevens door Brussel Fiscaliteit) wordt dat bedrag geraamd op 2.244.342,88 euro.
3)
De frequentie van het openbaar vervoer en de verplichting voor sommige ondernemingen om ‘s avonds of ‘s nachts te werken zijn wel degelijk geldige argumenten die Leefmilieu Brussel in aanmerking neemt. Indien zij afdoende gemotiveerd en geobjectiveerd zijn, rechtvaardigen deze redenen het gebruik van parkeerplaatsen in afwijking.
4)
De GBV voorziet in het volgende: “
Om de doeltreffendheid van de bestaande maatregelen met het oog op de modal shift te vergroten, zal de Regering, afhankelijk van de situatie in de wijken, de milieubelasting verhogen die geïnd wordt voor overtollige parkeerplaatsen die niet getransformeerd, verwijderd of gedeeld worden ten behoeve van de bewoners”. In dat opzicht heeft Leefmilieu Brussel een juridische studie gelanceerd die op dit moment nog steeds loopt. De betrokken sectoren zullen nadien dus worden geraadpleegd over het ontwerp van de wijziging van de wetgeving. De betrokken economische sectoren zullen geraadpleegd worden over het ontwerp van de wijziging van de ordonnantie. Leefmilieu Brussel heeft namelijk de gewoonte om dat systematisch te doen voor alle wijzigingen die mogelijk een impact hebben op de economie van het gewest.
5)
Sinds 2019 heeft één vergadering van het platform plaatsgevonden. Tijdens die vergadering kon van gedachten worden gewisseld over de actiepistes die Parking.Brussels en Leefmilieu Brussel zouden kunnen voortzetten om na te gaan welke plaatsen in kantoren gedeeld kunnen worden in het kader van de schrapping van parkeerplaatsen. Wat parking.brussels betreft, zou het voornaamste voordeel van de formule de mogelijkheid zijn om gedachten tussen de instellingen uit te wisselen over alle sectorale of wijkprojecten en zo een doeltreffender verband te leggen tussen enerzijds het "GPBP"-beleid, dat tot doel heeft de mogelijkheden te bestuderen om de geschrapte plaatsen te compenseren, en anderzijds het "BWLKE"-beleid, dat tot doel heeft de overtollige plaatsen in kantoren te schrappen of te delen.
Het andere voordeel van dat platform is het vooraf uitwisselen van gedachten tussen de instellingen over gewestelijke parkeerprojecten (bijvoorbeeld parking Stalle).
Een laatste voordeel is ten slotte het voeden van LB en Urban met verschillende projecten, kennis en verzoeken die een impact hebben op het parkeren op de openbare weg, zodat zij hun uitgifte van vergunningen voor het parkeren buiten de openbare weg kunnen afstemmen op de gewestelijke strategie voor het parkeren op de openbare weg.
6)
In 2021 werden 46 parkingbeheerders begeleid.


De facilitatordienst is een dienst die in het kader van een overheidsopdracht werd uitbesteed. De dienstverlener wordt naar rato van de verrichte prestaties betaald. Er zijn dus geen interne VTE’s voor deze opdracht, behalve voor de opvolging van de opdracht in kwestie.
7)
Op dit moment beschikt de administratie niet over cijfers die deze omvorming weerspiegelen. Op een meer algemene manier en op basis van de balansen van de bedrijfsvervoerplannen is echter een constante toename van het fietsparkeren bij ondernemingen vastgesteld.
8)
Brussel Mobiliteit zorgt voor de opstelling van dat besluit.