Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderhoud van de contacten met de Europese overheden, en de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie in het bijzonder

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 586)

 
Datum ontvangst: 01/02/2022 Datum publicatie: 10/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 02/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Als Europese hoofdstad vervult Brussel een erg belangrijke rol op politiek en diplomatiek vlak. Hoewel de officiële zetel van het Europees Parlement officieel in Straatsburg ligt, komen de volksvertegenwoordigers toch drie weken op vier samen in Brussel voor de bijkomende plenaire zittingen van de politieke fracties en de parlementaire commissies. Op die manier zorgt de aanwezigheid van de Europese instellingen ook voor een enorme economische meerwaarde voor ons Gewest, onder meer door de (directe en indirecte) werkgelegenheid die zij bieden.

Dat wordt tevens bevestigd in de algemene beleidsverklaring van de Brusselse Regering: “Het Brussels Gewest moet inspelen op de aanwezigheid van de Europese instellingen en de vestiging van tal van Europese staatsburgers op zijn grondgebied door regelmatiger en grondiger in dialoog te treden met de Europese overheden en de Europese burgers.” (cf. pagina 129)

Uiteraard is het hierbij niet enkel van belang om algemeen genomen een constructieve dialoog te onderhouden met de Europese overheden, ook de relatie met de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie verdient meer in het bijzonder – gezien de essentiële verwevenheid tussen ons Gewest en de Europese Instellingen – voldoende aandacht te krijgen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Op welke manier onderhoudt de Brusselse Regering structurele contacten met de verschillende Europese overheden? Welke (formele en informele) overlegmomenten hebben daaromtrent reeds plaatsgevonden sinds het begin van deze legislatuur? Welke onderwerpen werden hierbij besproken en welke resultaten zijn hier reeds uit voortgekomen? Hoe evalueert deze Regering het succes van dit overleg?

  • Kan u in het bijzonder toelichten welk structureel overleg er bestaat met de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie? Welke (formele en informele) overlegmomenten werden er reeds met hen gehouden sinds het begin van deze legislatuur? Welke onderwerpen werden hierbij besproken en welke resultaten zijn hier reeds uit voortgekomen? Hoe evalueert deze Regering het succes van dit overleg?

  • Welke bijkomende vormen van (informeel en formeel) overleg werden er ingericht met de Europese overheden en Europese burgers, in het kader van de doelstellingen die werden opgenomen in de algemene beleidsverklaring? Tot welke (en hoeveel) overlegmomenten heeft dit reeds geleid? Welke actoren werden hierbij betrokken? Welke onderwerpen kwamen hierbij aan bod en welke resultaten zijn hier reeds uit voortgekomen? Hoe evalueert deze Regering het succes van deze vormen van overleg?

 

 
 
Antwoord    Het BHG wordt via de BHG-delegatie bij de EU vertegenwoordigd binnen de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU (PV), in dezelfde hoedanigheid als de andere gefedereerde entiteiten. De vertegenwoordiging bestaat uit een afgevaardigde (en een adjunct-afgevaardigde), drie voltijdse en vier deeltijdse attachés. Zij zijn allemaal verantwoordelijk voor de opvolging van de dossiers waarvoor ons gewest bevoegd is en voor het zo goed mogelijk verdedigen van onze belangen in een context van voortdurende onderhandelingen en compromissen.

Zodra de Europese Commissie met een nieuw wetgevingsvoorstel komt analyseren alle leden van de PV het dossier en wijzen ze de elementen aan waarover in België en ook met de 26 andere lidstaten moet worden onderhandeld. Er moet ook worden opgemerkt dat de FOD Buitenlandse Zaken zich er via de Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) van vergewist dat de belangen van alle entiteiten wel degelijk worden vertegenwoordigd en ook rekening houdt met ieders adviezen, om een Belgisch standpunt te bepalen dat zal worden verdedigd binnen de verschillende Europese instellingen.
Dit betekent dat hoofdzakelijk op Belgisch niveau standpunten moeten worden ingenomen en het overleg daar moet plaatsvinden.



De Raad van de Europese Unie is onze natuurlijke omgeving en we staan permanent in contact met de andere lidstaten, weliswaar op variabele basis naargelang onze belangen. Tegen deze achtergrond maakt België deel uit van meerdere zogenaamde "like-minded" lobbygroepen, zoals dat bijvoorbeeld het geval is voor het cohesiebeleid. Deze groep komt regelmatig samen en we laten er onze stem en ons standpunt horen, terwijl we toegang hebben tot bevoorrechte informatie.

De relaties met de Europese Commissie zijn veeleer variabel. Enerzijds beschikken we via de PV immers over tal van officiële contacten met de Europese Commissie, met name via de ambassadeurs of attachés die verantwoordelijk zijn voor een filière / specifiek dossier.
Tezelfdertijd vallen bepaalde punten uitsluitend onder de bevoegdheid van het BHG. In dat opzicht belast de delegatie zich ermee informele contacten te leggen - hetzij per e-mail, per telefoon of via het organiseren van vergaderingen - om onze eigen belangen te verdedigen of COM-verzoeken te rechtvaardigen, zowel in het kader van de omzetting van richtlijnen, inzake staatssteun, als in het kader van de verdediging van onze eigen beleidsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld de stedelijke dimensie. Er moet worden opgemerkt dat de staatssecretaris bevoegd voor Europese betrekkingen commissaris Elena Ferreira in dit kader heeft ontmoet.

De banden met het Europees Parlement zijn tot slot geïnstitutionaliseerd binnen de PV, met regelmatige ontmoetingen met de ambassadeurs en hun naaste medewerkers. Er moet worden opgemerkt dat de belangen van het Parlement voor bepaalde dossiers niet altijd dezelfde zijn als die van de Raad, en dat er dus heel wat sensibilisering nodig is.
Ik zou desalniettemin een concreet voorbeeld willen aanhalen waarbij Belgische Europarlementsleden ons werkelijk hebben ondersteund en geholpen om moeilijke onderhandelingen binnen de Raad tot een goed einde te brengen, namelijk: de onderhandelingen over de Brexit Adjustment Reserve.