Schriftelijke vraag betreffende de planning van de investeringsprojecten in het kader van het Herstelplan
- Indiener(s)
- Marc Loewenstein
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 763)
Datum ontvangst: 07/02/2022 | Datum publicatie: 18/03/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 15/03/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
10/02/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Bedrijven hebben voorspelbaarheid nodig. Zij plaatsen dan ook vraagtekens bij de timing van de uitvoering van de herstel- en investeringsplannen. In dit verband zijn zij met name bezorgd over de inhoud van twee verslagen van de Rekenkamer, waarin erop wordt gewezen over :
De ondernemingen wensen op de hoogte te worden gehouden van de voortgang (vastleggingskredieten en ordonnanceringskredieten) van de verschillende in het plan opgenomen projecten, en te kunnen beschikken over nauwkeurige en leesbare indicatoren voor de follow-up van de investeringsprojecten (naar het voorbeeld van het door het Vlaamse Gewest gepubliceerde Monitoring Relanceplan Vlaamse Veerkracht). Over in het bijzonder de Brusselse projecten, of zij nu specifiek door het Europese plan worden gefinancierd of deel uitmaken van het aanvullende plan dat door het gewest is geïnitieerd, zou ik u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | Aangezien de vragen onder de bevoegdheid van de minister van Financiën en Begroting vallen, laat ik het over aan minister Sven Gatz om er een gemeenschappelijk antwoord op te formuleren, waarnaar ik u derhalve verwijs (antwoord op schriftelijke vraag nr. 431). |