Schriftelijke vraag betreffende de incidenten met boswachters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1048)
| Datum ontvangst: 09/02/2022 | Datum publicatie: 25/03/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 21/03/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 14/02/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Recent ontstond er een discussie over het al dan niet behouden van vuurwapens voor boswachters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo bracht Brussels Preventie en Veiligheid het advies uit om boswachters niet langer gewapend te laten patrouilleren, terwijl de boswachters zelf wel voorstander blijven van hun wapendracht. Indien de wapendracht effectief afgevoerd zou worden, zal dat ongetwijfeld ook gevolgen hebben voor de taakinvulling van boswachters. Hoewel het gebruik van vuurwapens uiteraard voorbehouden moet blijven voor ernstige incidenten, vormt het wel een belangrijke voorwaarde om de veiligheid van de boswachters te kunnen verzekeren. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
| Antwoord | 1. De boswachters mogen sinds 2010 hun wapens niet meer gebruiken omdat er geen wettelijke basis bestaat. In een besluit van de regering van 1 juni 2017 werd vervolgens bepaald dat bepaalde wapens (pistool, geweer en spray) deel mogen uitmaken van de uitrusting van boswachters. Dat besluit was als zodanig niet van toepassing en vereiste de aanname van een omzendbrief over de regels die in acht moeten worden genomen bij het dragen en opbergen van individuele wapens. Leefmilieu Brussel heeft dus een ontwerp van omzendbrief opgesteld. Daarbij bleken er echter vragen te rijzen over met name de proportionaliteit van de bewapening van bepaalde ambtenaren die, zowel voor henzelf als voor derden, grote risico’s inhoudt en over de bevoegdheid van die boswachters die in hun hoedanigheid van officieren van de gerechtelijke politie beperkt is tot misdrijven en overtredingen die schade toebrengen aan land- en boseigendommen. Bovendien bleek er een probleem van onwettigheid te bestaan tussen de termen van het besluit en sommige bepalingen van de federale strafwetgeving betreffende het begrip ‘wettige verdediging’ (dat in de tekst wordt uitgebreid tot goederen, wat in het Belgische strafrecht niet is toegestaan). 2. Leefmilieu Brussel heeft die problematiek bestudeerd en is overgegaan tot raadplegingen. Er werden ook vergaderingen georganiseerd met de verschillende vakbondsdelegaties. Er werd mij een volledig dossier bezorgd en op basis daarvan heb ik, nadat mijn kabinet ook de vertegenwoordigers van het personeel heeft ontmoet, beslist om een ontwerp van besluit tot opheffing van het besluit van 1 juni 2017 voor te leggen aan de regering. Dat ontwerp van opheffing is op 22 september 2021 in eerste lezing goedgekeurd door de regering. Dat ontwerp wordt aan de vakbondsorganisaties voorgesteld en het zal nog het voorwerp moeten uitmaken van onder meer een advies van de Raad van State. 3. Als alternatief wordt er voorgesteld om samen te werken met de politiezones, met steun van BPV. Er werd over dit onderwerp contact opgenomen met BPV en er zal binnenkort een vergadering worden gepland met de vertegenwoordigers van de betrokken politiezones. 4. Na een raadpleging op 11 juni 2020 over deze problematiek heeft Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) op 12 november jl. een ongunstig advies uitgebracht over het verstrekken van vuurwapens aan boswachters, met name om de volgende redenen: - De drager van een vuurwapen wordt een potentieel doelwit voor criminele milieus die op zoek zijn naar wapens buiten de wettelijke circuits; - De risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van vuurwapens zijn reëel en “schietincidenten” kunnen dramatische gevolgen hebben, zowel geestelijk als lichamelijk, voor de aangestelde die per ongeluk een persoon, mogelijk zelfs een collega, zou verwonden of doden tijdens patrouilles op het terrein; - Het imago bij de bevolking wordt mogelijk aangetast, wat kan leiden tot wantrouwen of zelfs vrees ten aanzien van het personeel van Leefmilieu Brussel. Daarnaast vermeldt BPV dat er alternatieve manieren zijn om in de behoeften te voorzien zonder het personeel met wapens uit te rusten, bijvoorbeeld door samen te werken met de politiezones (met steun van BPV). Er wordt nog altijd contact gehouden met BPV over dit onderwerp en er zal binnenkort een vergadering worden gepland met de vertegenwoordigers van de betrokken politiezones. 5. Er werd geen vaststelling van inbreuk (stroperij, zeden ...) opgemaakt in 2021. Wat betreft de problemen in verband met het bezoek van bossen en wouden en de naleving van de verschillende wetgevingen daaromtrent zijn in 2021 ten minste twee gevallen van gewelddadige fysieke agressie te betreuren, naast verbale agressie, pogingen tot intimidatie en bedreigingen. Geen van die situaties zou het gebruik van een dienstwapen hebben vereist (ter herinnering: boswachters zijn sinds 2010 niet langer gewapend), met uitzondering van drie gevallen in 2021 om een ongeneeslijk gewond dier uit zijn lijden te verlossen. Voor dat soort situaties bestaan er alternatieven, onder meer door samen te werken met dierenartsen voor een snelle behandeling van gewonde dieren. Binnen Leefmilieu Brussel wordt er momenteel nagedacht over oplossingen die zowel goed zijn voor het personeel als voor het dierenwelzijn. |