Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende toewijzing van sociale woningen in 2021 en de mogelijkheid om af te wijken van de volgorde op de wachtlijst

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 841)

 
Datum ontvangst: 10/02/2022 Datum publicatie: 25/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 23/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
23/03/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Wanneer een OVM sociale woningen toewijst, is ze er in principe toe verplicht om ze bij voorrang aan te bieden aan de kandidaat-huurders die bovenaan de wachtlijst staan. Er zij aan herinnerd dat de plaats van een kandidaat-huurder op de wachtlijst wordt bepaald volgens het aantal voorkeurrechten waarover hij beschikt, en volgens de inschrijvingsdatum. In bepaalde omstandigheden kunnen de OVM’s echter een deel van hun sociale woningen toewijzen in afwijking van de volgorde op de wachtlijst. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen voorziet immers in verschillende gevallen waarin het toegestaan is om bij het toewijzen van sociale woningen af te wijken van de volgorde op de wachtlijst.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1- Kunt u, op basis van de door de BGHM meegedeelde statistieken, het totale aantal sociale woningen meedelen die de Brusselse OVM's in de loop van 2021 hebben toegewezen? Kunt u ook een tabel bezorgen van het aantal toewijzingen door elk van de zestien Brusselse OVM’s in 2021?

2- Kunt u, op basis van de statistieken betreffende de toewijzingen in 2021, voor elke OVM meedelen welk aandeel van de sociale woningen werd toegewezen volgens de volgorde van de wachtlijst (d.w.z. volgens het aantal voorkeurrechten en de inschrijvingsdatum) en welk aandeel van de sociale woningen werd toegewezen in afwijking van de volgorde van de wachtlijst? Kunt u eveneens het totale aantal afwijkende toewijzingen in 2021 vermelden en dat cijfer uitsplitsen per soort afwijking?

3- Bestaan er tussen de OVM’s grote verschillen tusen het percentage sociale woningen die in afwijking van de volgorde op de wachtlijst werden toegewezen? Zo ja, hoe verklaart u dat?

 

 
 
Antwoord    In bijlage 1 vindt u het totale aantal in 2021 toegewezen sociale woningen.


In bijlage 2 vindt u het aandeel sociale woningen die overeenkomstig de wachtlijst zijn toegewezen en ook het aandeel sociale woningen die in afwijking van de volgorde van de wachtlijst werden toegewezen.

In bepaalde omstandigheden kunnen de OVM's een deel van hun sociale woningen toewijzen in afwijking van de volgorde op de wachtlijst. Het besluit van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de BGHM of door de OVM's voorziet immers in verschillende gevallen waarin het is toegestaan sociale woningen toe te wijzen in afwijking van de volgorde op de wachtlijst.  


Deze afwijkingen worden toegestaan via verschillende artikelen van dit besluit, namelijk  
  
·
Artikel 32  6°en 7°: aangepaste woningen voor PBM’s en voor ouderen;
 
·
Artikel 33: Dringende en uitzonderlijke omstandigheden;  
·
Artikel 34: Vergroting van het patrimonium;  
·
Artikel 35: Overeenkomsten met het OCMW;  
·
Artikel 36: Overeenkomsten met een erkend opvangtehuis dat onderdak geeft aan personen die het slachtoffer zijn van partnergeweld of intrafamiliaal geweld.   

·
Artikel 37: Overeenkomst met de BGHM voor de maatschappijen waarvan het inkomenscoëfficiënt kleiner is dan 1.  
 
Artikel 38 van het besluit bepaalt dat het op grond van deze artikelen toegewezen cumulatieve aandeel van de woningen in geen geval 40 % van het totaal aantal toewijzingen voor de categorie van de sociale woningen van het voorgaand jaar mag overschrijden.  

Niet alle OVM's kunnen in dezelfde mate gebruik maken van de verschillende afwijkende bepalingen. Anderzijds zijn de artikelen van het besluit betreffende de regeling van de sociale afwijkingen, met uitzondering van artikel 36, niet dwingend. De OVM’s kunnen bijgevolg zelf beslissen over de toepassing ervan. 
De variatie in het percentage afwijkingen per OVM kan worden verklaard door deze factoren.