Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het inkomen van huurders van sociale woningen

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 859)

 
Datum ontvangst: 23/02/2022 Datum publicatie: 05/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 28/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Om voor een sociale woning in aanmerking te komen, mag het inkomen van het gezin de inkomensgrens niet overschrijden. Veel huurders van sociale woningen zien hun huurprijs stijgen als gevolg van een stijging van hun inkomen. Ik verneem echter dat de huurprijzen in sommige gevallen exorbitant hoog kunnen zijn, soms zelfs vergelijkbaar met de huurprijzen van privéwoningen.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

  • Welke controle verrichten de verantwoordelijke diensten en administraties?

  • Welk inkomen wordt in aanmerking genomen?

  • Waarom blijven sommige mensen in aanmerking komen voor een sociale woning hoewel zij een hoog inkomen hebben?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat de controle betreft die de diensten hebben ingevoerd:
De werkelijke huurprijzen worden gecontroleerd door de sociaal afgevaardigden, op eigen initiatief (bijvoorbeeld in het kader van de toewijzing van een woning) of in het kader van een klacht.

De basishuurprijzen (waarop de werkelijke huurprijzen worden berekend)
moeten vóór hun toepassing worden goedgekeurd door de BGHM, zowel bij een nieuwe woning als een gerenoveerde woning waarvoor de OVM een basishuurprijs voorstelt, of in het kader van de jaarlijkse huurprijsherziening.

Voor de jaarlijkse huurprijsherziening voorzien reglementaire bepalingen in de omkadering van de basishuurprijzen en de werkelijke huurprijzen.

Verder moet worden verduidelijkt dat
het BBHR van 26/09/96 - Art 2§ 3 bepaalt dat “De door de maatschappij vastgestelde basishuurprijs is het jaarlijks bedrag berekend op basis van een percentage van de geactualiseerde kostprijs van de woning dat tussen 3% en 10% varieert. Vóór de toepassing ervan wordt het goedgekeurd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. Er kan van dit percentage worden afgeweken wanneer de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een met redenen omklede vraag tot afwijking van een openbare vastgoedmaatschappij gunstig beoordeelt of wanneer de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een met redenen omkleed stelsel van afwijking aan een openbare vastgoedmaatschappij oplegt .”

Wat betreft de in aanmerking genomen inkomsten:
De in aanmerking te nemen inkomsten worden verduidelijkt in artikel 2, §1, 11° van het BBHR van 26/09/96.
11°
Inkomsten: de netto-inkomsten uit onroerende of roerende goederen en het netto belastbaar bedrag van de inkomsten uit beroepsbezigheden voor elke aftrek, verhoogd of verminderd met de uitkeringen voor onderhoud die ontvangen of betaald zijn en de aftrekken verricht voor kinderopvang zoals bepaald in het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992. De betrokken inkomsten worden vastgesteld op basis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen van het land waar ze worden belast. Studiebeurzen toegekend aan gezinsleden die niet de hoedanigheid bezitten van kinderen ten laste, worden eveneens als inkomsten beschouwd.

Het leefloon en de toelagen voor personen met een handicap worden eveneens als inkomsten aanzien.


De volgende toelagen worden beschouwd als toelagen voor gehandicapten:

- de inkomensvervangende tegemoetkoming in de zin van de wet van 27 februari 1987;

-
het equivalente bedrag in de zin van artikel 28 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten aan wie een uitkering werd toegekend die begon op 1 januari 1975 of een gewone of bijzondere uitkering gedefinieerd door de wet van 27 juni 1989 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten aan wie een gewone uitkering werd toegekend die begon na 31 december 1974, maar voor 1 juli 1987;

12°
Gezinsinkomens: de samengestelde inkomsten van alle gezinsleden, met uitzondering van die van de kinderen ten laste.

Wat betreft uw vraag met betrekking tot personen die een sociale woning krijgen ondanks hoge inkomens:

Tot in 2013 kregen huurders een huurovereenkomst voor een onbepaalde duur.

Wanneer de inkomens stegen en het toelatingsinkomen voor kandidaat-huurders overschreden, werd de huurprijs verhoogd en moest het gezin ook de maandelijkse solidariteitsbijdrage betalen.

De huurovereenkomsten van vóór 01/01/2013 blijven huurovereenkomsten voor een onbepaalde duur.

De huurovereenkomsten die na die datum in werking treden, worden gesloten voor een bepaalde duur (9 jaar).

De inkomens worden na afloop van de periode van 8 jaar gecontroleerd. Indien de inkomens gedurende twee jaar op rij meer dan 150% hoger zijn dan het toelatingsinkomen (8e en 9e jaar), neemt de overeenkomst een einde middels een opzegtermijn van zes maanden.

Hieronder volgt de reglementaire verwijzing over dit onderwerp:
Artikel 41
. De huurovereenkomsten die vóór 1 januari 2013 in werking treden, zijn voor een onbepaalde duur afgesloten.

Artikel 42. De standaardhuurovereenkomst die voor deze soort huurovereenkomst van toepassing is, is de overeenkomst in bijlage 3 van dit besluit.

Artikel 43. Overeenkomstig artikel 142 van de ordonnantie, blijft de huurovereenkomst van de huurder die een andere woning aanvaardt, aan een standaardhuurovereenkomst voor onbepaalde duur onderworpen voor zover zijn oorspronkelijke huurcontract vóór 1 januari 2013 in werking trad.

De standaardhuurovereenkomst die voor deze gehuurde woning van toepassing is, is de overeenkomst in bijlage 3 van dit besluit.

Onderafdeling 2. - Huurovereenkomsten die op 1 januari 2013 of later in werking traden

Artikel 44. Overeenkomstig artikel 142 van de ordonnantie, worden de huurovereenkomsten die op 1 januari 2013 of later ingaan voor een bepaalde duur van negen jaar gesloten.

Artikel 45. De standaardhuurovereenkomst die voor deze soort huurovereenkomst van toepassing is, is de overeenkomst in bijlage 6 van dit besluit.

Artikel 46. Overeenkomstig artikel 142 van de ordonnantie en in afwijking van artikel 44 van dit besluit, blijven huurovereenkomsten die werden gesloten door gezinnen met één of meerdere personen met een handicap en/of één of meerdere personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt op het moment waarop de oorspronkelijke huurovereenkomst is ingegaan, huurovereenkomsten van onbepaalde duur.

Huurders die zich in deze situatie bevinden, ondertekenen de standaardhuurovereenkomst in bijlage 3 van dit besluit

Artikel 47. Overeenkomstig artikel 142 van de ordonnantie, gaat de maatschappij voor de huurovereenkomsten die krachtens artikel 44 van dit besluit werden afgesloten na acht jaar de situatie van het gezin na voor wat betreft zijn inkomen en samenstelling.

Voor het nazicht van het inkomen van het gezin houdt de maatschappij rekening met het inkomen dat als basis heeft gediend voor de berekening van de huurprijs voor de laatste twee jaarlijkse huurprijsherzieningen.

Voor de gezinssamenstelling vraagt de maatschappij per aangetekende brief aan de huurder om een door de gemeente afgeleverde gezinssamenstelling te bezorgen, die niet vóór de datum van de aanvraag van de maatschappij mag zijn gedagtekend. De huurder moet die gezinssamenstelling binnen de twee maanden na de versturing van de aanvraag aan de maatschappij bezorgen.

De leden 2 en 3 van dit artikel zijn van toepassing, onverminderd artikel 60, §§ 1 tot 4, van dit besluit.


Artikel 48
. Overeenkomstig artikel 142, 1e lid van de ordonnantie, zal de huurovereenkomst worden beëindigd middels een opzegtermijn van zes maanden die wordt betekend per aangetekend schrijven en die zal aflopen wanneer het negende jaar van de huurovereenkomst afloopt, als op basis van het in artikel 47 van dit besluit uitgevoerde nazicht van het gezinsinkomen blijkt dat dit gezinsinkomen voor de twee betreffende jaren het voor het gezin toepasselijke toegangsinkomen met 150 % overstijgt.

Artikel 49. Overeenkomstig artikel 142 § 2, lid 1, van de ordonnantie en onverminderd de toepassing van artikel 51 van dit besluit, wordt de huurovereenkomst automatisch verlengd voor een periode van drie jaar wanneer het gezinsinkomen op basis van het in artikel 47 van dit besluit uitgevoerde nazicht van het gezinsinkomen voor de twee betreffende jaren lager ligt dan 150 % van het voor het gezin toepasselijke toegangsinkomen.


De maatschappij brengt de huurder per aangetekend schrijven van die verlenging op de hoogte. In die brief moet er ten minste melding worden gemaakt van de data waarop de periode van drie jaar aanvangt en afloopt en van het moment waarop het in artikel 53 van dit besluit bepaalde nazicht opnieuw plaatsvindt.

Artikel 50. Overeenkomstig artikel 142 § 2, lid 1, van de ordonnantie, kan de huurder indien in de loop van de op basis van artikel 48 van dit besluit betekende opzegtermijn het inkomen van de huurder opnieuw onder het plafond van 150 % van het voor zijn gezin toepasselijke toelatingsinkomen daalt, de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij bij hoogdringendheid hiervan op de hoogte brengen volgens een procedure waarvan de modaliteiten door de Regering worden bepaald. Bij deze gelegenheid zullen de situaties die aanleiding geven tot deze mogelijkheid worden verduidelijkt.

De inkomensdaling moet het gevolg zijn van een al dan niet voorzienbare beslissing of gebeurtenis die buiten de wil van de huurder om plaatsvond.