Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de personeelsuitgaven van het Brussels openbaar ambt

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 442)

 
Datum ontvangst: 23/02/2022 Datum publicatie: 26/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Naar aanleiding van onze uitwisseling in de commissie voor de Financiën van 14 februari 2022 over het meerjarenprogramma van de grote investeringsprojecten van het Brussels Gewest, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Kunt u mij een stand van zaken geven van de personeelsuitgaven van het Brussels openbaar ambt?

  • Welke balans maakt u op van die stand van zaken?

  • Kunt u voorts een vergelijking maken van de ontwikkeling van het gewicht van de personeelsuitgaven sinds 2014?

  • Kunt u mij tenslotte een vergelijkende analyse van de drie gewesten en de belangrijkste factoren ter verklaring van het verschil in personeelsuitgaven verstrekken?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen :


Het bedrag (+ evolutie) van de personeelsuitgaven van talent bedraagt:
- 2019: € 3.140.853
- 2020: € 3.728.094
- 2021: € 4.432.932
Het gaat om de drie volledige jaren sinds de oprichting van talent.

Om in te gaan op uw vraag om een vergelijking te maken van de evolutie van het gewicht van de personeelskosten sinds 2014, vindt u in bijlage een tabel met de evolutie van de personeelsuitgaven van 2014 tot 2021 op de gewestelijke entiteit.

Hoewel de personeelskosten in de periode 2014-2021 zijn gestegen, zijn zij in vergelijking met de totale uitgaven in dezelfde periode gedaald.

Sinds het begin van de legislatuur in 2019 zijn de personeelsuitgaven van het Brusselse overheidspersoneel onder controle gebleven, met een neerwaartse tendens ten opzichte van de totale uitgaven van de gewestelijke entiteit. Deze zijn tussen 2019 en 2021 geëvolueerd van 19,34% naar 18,20%.

Als we kijken naar deze personeelsuitgaven in verhouding tot alle uitgaven, exclusief kredietverleningen en overheidsschuld, daalt deze verhouding van 24,46% in 2019 tot 22,94% in 2021.

Deze percentages exclusief kredietverleningen en overheidsschuld voor de personeelsuitgaven tonen een verbetering ten opzichte van de vorige legislatuur, toen het gemiddeld percentage 24,84% bedroeg over de periode 2014-2018.

Op basis van zijn maandelijkse prognoses voor maart 2022 raamt het Planbureau dat het jaarlijkse inflatiecijfer in 2022 6,2% zal bedragen.

Dit leidt tot verschillende stijgingen van de spilindex en van de salarissen in het Brusselse overheidspersoneel te berekenen.

Als minister van Begroting en openbaar ambt bevestigt dit dat we de uitgaven van de gewestbegroting moeten blijven herzien om de efficiëntie en de doeltreffendheid te verhogen.

Ten slotte, wat betreft de vergelijkende analyse tussen de drie gewesten en de belangrijkste factoren die het verschil in personeelsuitgaven zouden verklaren

Na navraag bij Talent en de IBSA blijkt dat een dergelijke analyse niet bekend is of tot dusver niet is uitgevoerd voor het land of op een kleiner gebied.

Uit een onderzoek van de in de Algemene gegevensbank van FOD-BOSA beschikbare cijfers betreffende de verschillen in uitgavenstructuur tussen de gefedereerde entiteiten blijkt dat deze cijfers een te grote variatie vertonen om er conclusies uit te kunnen trekken zonder de verschillen eerst grondig te analyseren.

Elke gefederaliseerde eenheid heeft immers, gezien de specifieke kenmerken van haar bevoegdheden, haar grondgebied en het door haar gevoerde beleid, tot deze verschillen geleid.