Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de crèches en de grote vertragingen bij het verkrijgen van een attest van de DBDMH

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 606)

 
Datum ontvangst: 28/02/2022 Datum publicatie: 26/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Voordat een crèche wordt geopend, moet een conformiteitsrapport van de DBDMH worden opgesteld.

Bovendien moet de DBDMH om de vijf jaar de staat van de crèches controleren.

Uit mijn gesprekken met de schepenen belast met het kleine kind, begrijp ik dat nieuwe crèches, uitgerust en bemand, en en waarvoor de DBDMH reeds een inspectie heeft uitgevoerd helaas hun deuren niet kunnen openen omdat zij nog steeds wachten op toestemming en het groene licht van de DBDMH.

Volgens de managers van de crèche kan de tijd die nodig is om een antwoord te krijgen van de DBDMH  variëren van enkele weken tot verscheidene maanden! Deze grote vertragingen belemmeren momenteel de opening van veel crèches die nochtans klaar zijn om kinderen te ontvangen.

Hier zijn mijn vragen over de crèches:

  1. Welke argumenten schuift de DBDMH naar voren om de grote vertragingen en/of de vertragingen in verband met de aflevering van het brandveiligheidscertificaat na een controle/preventiebezoek te verklaren?

  2. Wat is de gemiddelde tijd (in dagen) die de diensten van de DBDMH nodig hebben om een veiligheidsrapport of -certificaat te verstrekken na een verzoek om een preventiebezoek?

  3. Tot slot wekt het verbazing dat de DBDMH in haar rapporten verwijst naar het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013, zelfs wanneer deze rapporten betrekking hebben op kinderopvangvoorzieningen die onder het gezag van ‘ONE’ vallen. Betekent dit dat er geen Brusselse normen zijn die bepalen aan welke eisen de uitbating van kinderdagverblijven moet voldoen?

 

 
 
Antwoord    Op het hoogtepunt van de Covid-pandemie waren de preventionisten van de brandweer niet meer in de mogelijkheid om preventiebezoeken af te leggen in de kinderdagverblijven.
Dit leidde tot een achterstand in de verwerking van de preventiebezoeken, die nu voor de kinderdagverblijven volledig is weggewerkt, temeer daar een extra preventionist sinds september 2021 het team van
preventieassistenten voor dit soort bezoeken heeft versterkt.

De tijd die nodig is om een verslag of een veiligheidsattest voor de kinderdagverblijven te verstrekken, bedraagt momenteel minder dan een maand. Deze dossiers worden dus binnen dezelfde termijn verwerkt als de dossiers waarvoor het BWRO een termijn van één maand oplegt.

Er is een Brusselse regelgeving waarin de eisen voor de uitbating van bicommunautaire kinderdagverblijven zijn vastgelegd. Er is echter geen specifieke regelgeving voor Franstalige kinderdagverblijven (de algemene brandveiligheidsvoorschriften zijn van toepassing).

Het lijkt logisch dat de veiligheid los staat van de taalrol van de kinderen; voor de Franstalige kinderdagverblijven laat de brandweer zich dan ook inspireren door bestaande regelgeving namelijk:

- het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013
- het besluit van het Verenigd College van 12 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang.