De bekende basiliek van Koekelberg is sinds enkele weken het mikpunt van vandalisme. Op zaterdagavond 12 maart werden nog straatstenen door de ramen gegooid. De aanvallen gebeuren niet enkel ‘s nachts. De week er voor werden er omstreeks 15u30, dus op klaarlichte dag, stenen in een kantoor geworpen. De politie verdenkt jongerenbendes.

Geweld tegen religieuze symbolen en gebouwen in het algemeen en christelijke symbolen in het bijzonder is niet licht op te vatten. Zij hebben vaak een politieke inslag of kunnen in verband gebracht worden met haatmisdrijven.

Vandaar hecht ik een groot belang aan het voorkomen en oplossen van zulke misdaden. Daarom is het belangrijk een zicht te hebben op de omvang en evolutie van de problematiek.

De minister-voorzitter is door zijn bevoegdheden goed geplaatst om zowel zicht te hebben op de situatie van de kerkfabrieken als van het globale gewestelijke veiligheidsbeleid.

Ik had daarom graag antwoord op de volgende vragen:

• Is er sinds 2019 cijfermateriaal voorhanden via kerkfabrieken of politiezones waardoor een beeld kan geschetst worden van het aantal en de aard van beschadigingen of vernielingen van kerkgebouwen en eventueel andere gebedshuizen? Indien zo graag een overzicht opgesplitst per gebouw, gemeente en/of politiezone. Het aantal PV’s en de kosten van de opgelopen schade.

• Is dit een thema voor BPV en wat doet de dienst al of niet op dit vlak? Worden kerkfabrieken die met deze feiten worden geconfronteerd begeleid en geadviseerd?