Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evolutie van de schenkingsrechten in 2021

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 446)

 
Datum ontvangst: 17/03/2022 Datum publicatie: 26/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 25/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
22/04/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

De laatste maanden is er in Wallonië veel gesproken over schenkingsrechten, vooral naar aanleiding van het ontslag van minister Crucke, die een wetgeving had ingevoerd om zijn medeburgers ertoe aan te zetten de voorkeur te geven aan geregistreerde schenkingen, wat sommige van zijn collega's niet beviel.

Niets van dit alles gebeurt in Brussel, waar de wetgeving op dit gebied niet wordt gewijzigd.

Deze debatten bieden mij de gelegenheid om u te vragen naar de evolutie van de geïnde schenkingsrechten in het Brussels Gewest in 2021 ten opzichte van de vorige jaren, door een opsplitsing te maken tussen schenking in rechte lijn en andere schenkingen.

Blijkt uit de cijfers de invloed van deze Waalse debatten in ons Gewest, want misschien uit onwetendheid, voorzichtigheid of angst voor een afstemming van Brussel op Wallonië, zijn bepaalde schenkingen versneld?

Heeft de Covid-19-crisis een merkbare invloed gehad op deze belastinginkomsten voor het Gewest?

 

 
 
Antwoord    In antwoord op deze schriftelijke vraag, kan ik het geachte Parlementslid het volgende meedelen.

De ontvangsten die in 2021 werden geïnd door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) als registratierecht op schenkingen onder de levenden voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertonen inderdaad een sterke stijging tegenover voorgaande jaren (118 miljoen euro in 2021 tegenover 71 miljoen gemiddeld over de periode 2017-2020).

Het zijn vooral de ontvangsten van de roerende schenkingen die vorig jaar sterk zijn gestegen (83 miljoen tegenover 41,5 miljoen gemiddeld de voorgaande jaren, meer dan een verdubbeling dus). In de onroerende schenkingen (waar de tarieven hoger zijn) is de stijging minder uitgesproken (34,5 miljoen in 2021 tegen 28 miljoen euro gemiddeld de voorgaande jaren).

Het overgrote deel van de ontvangsten via de roerende schenkingen (net geen 80%) werd gerealiseerd via het tarief aan 3% dat geldt in rechte lijn.

We gaan er redelijkerwijze van uit dat de sanitaire crisis de ouders en grootouders er inderdaad hebben toe aangezet om sneller bij de notaris langs te gaan. Eveneens aannemelijk is dat door de harde stijging van de vastgoedprijzen steeds meer ouders kiezen om via het verlaagd schenkingsrecht hun kroost een financieel duwtje in de rug te geven.


De bijgaande Exceltabel geeft het bedrag van de geïnde ontvangsten meer in detail weer.