Schriftelijke vraag betreffende vermindering van de onroerende voorheffing - verwijzing naar artikel 257 WIB 92 en artikel 259 WIB 92
- Indiener(s)
- Dominique Dufourny
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 453)
| Datum ontvangst: 28/03/2022 | Datum publicatie: 16/05/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 16/05/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 12/04/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | De vermindering van de onroerende voorheffing bedoeld in artikel 257, 3° van het WIB 1992 wordt steeds toegekend aan de belastingplichtige, naar gelang van de hoedanigheid van de bewoner van de betrokken woning op 1 januari van het belastingjaar. Wij constateren echter dat een aantal huurdersgezinnen die voldoen aan de voorwaarden van het genoemde artikel deze belastingvermindering niet krijgen. Hoewel zij niet persoonlijk verplicht zijn tot betaling van de roerende voorheffing, maar wel de verhuurder (eigenaar), kunnen zij deze op grond van artikel 259 van het WIB 1992 in mindering brengen op het bedrag van de huur. In dit verband zou ik graag een antwoord krijgen op de volgende vragen: 1.- Vanaf het belastingjaar 2020 kunnen huurders niet langer een verzoek tot vermindering indienen. Het is aan de verhuurder om een verzoek in te dienen bij Brussel Fiscaliteit. Wat zijn de alternatieven voor de huurder indien de verhuurder geen verzoek indient of wenst in te dienen bij Brussel Fiscaliteit? 2.- Welke maatregelen heeft Brussel Fiscaliteit genomen om de huurders die voldoen aan de voorwaarden van artikel 257 WIB 92 ervan bewust te maken dat zij in aanmerking kunnen komen voor een huurkorting? 3 - Hoeveel verzoeken om vermindering van onroerende voorheffing werden tot op heden ingediend bij Brussel Fiscaliteit?
|
| Antwoord | In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen. Vooreerst dient te worden bevestigd dat het aan de belastingplichtige / eigenaar van het onroerend goed is om de verminderingen voorzien in artikel 257 WIB 92 aan te vragen. Als de eigenaar geen aanvraag tot vermindering indient, dient de huurder zich te richten tot de eigenaar. De huurder kan de eigenaar ook, bijv. per getekende brief, naar een volmacht vragen om de aanvraag tot vermindering zelf te kunnen indienen. Brussel Fiscaliteit doet vele inspanningen om de Brusselaar, via haar verschillende communicatiekanalen, te informeren over de verminderingen waar huurders recht op kunnen hebben. Wat het voorbije aanslagjaar (2021) betreft, werden er tijdens de onroerende voorheffing communicatiecampagne zowel op de website van Brussel Fiscaliteit, het MyTax-platform als op sociale media (Facebook, LinkedIn) verschillende berichten over het betrokken onderwerp gepubliceerd. Deze informatie werd ook geïntegreerd in de chatbot van Brussel Fiscaliteit, die op haar website beschikbaar is. Deze informatie werd ook verspreid via verschillende stakeholders (de Brusselse gemeenten, de ocmw’s, enz.), waarbij expliciet werd gevraagd om deze informatie door te geven naar het eigen doelpubliek. Ook in het kader van de communicatiecampagne rond aanslagjaar 2022, zal soortgelijke informatie verspreid worden. In deze gevallen waar er een aanvraag tot vermindering werd ingewilligd in geval van verhuring, wordt er in principe een schrijven verzonden dat de huurder in kennis stelt van de toegekende vermindering en de mogelijkheid om dit in mindering te brengen van de huur. Sinds 2019 werd in zo’n 4.000 (unieke) gevallen een dergelijke informatieve brief verstuurd. Hiernaast kan in het kader van individueel dossierbeheer ook gelijkaardige informatie worden meegegeven (hiervoor bestaan evenwel geen statistieken). Ten slotte voor wat betreft de gevraagde cijfergegevens dient gezegd dat een aanvraag tot vermindering kan slaan op meerdere verminderingen, of omgekeerd, een aanvraag voor eenzelfde vermindering kan meerdere keren zijn ingediend. Vanaf aanslagjaar 2019 tot op heden (dd. 2 mei 2022) heeft Brussel Fiscaliteit 27.754 aanvragen tot vermindering ontvangen, waarvan 19.059 werden ingewilligd en 8.695 geweigerd. Deze cijfers betreffen alle mogelijke verminderingen in de onroerende voorheffing, al betreft het overgrote gedeelte wel de vermindering voor kinderen met recht op kinderbijslag. De weigering van een verminderingsaanvraag kan gebeuren om diverse redenen, maar in het algemeen gaat het om het niet-vervullen van de voorwaarden (bijv. dat de kinderen of de gehandicapte persoon op 1 januari van het aanslagjaar niet in de woning gedomicilieerd waren). |