Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gewestelijk beleid inzake ‘regenboogerfgoed’

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 618)

 
Datum ontvangst: 30/03/2022 Datum publicatie: 09/05/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/04/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Wanneer er lijstjes opgemaakt worden over de meest homovriendelijke Europese steden, krijgt Brussel steevast een prominente plaats toegewezen. Ook het Museum en Archief van de Stad Brussel koestert die reputatie door sinds eind vorig jaar in te zetten op het bewaren en tentoonstellen van delen van de LGBTQI+ geschiedenis van onze hoofdstad. Een eerste deel van hun nieuwe collectie (met onder andere memorabilia van verschillende Gay Prides en verschillende andere foto’s, affiches, outfits en dergelijke meer) wordt nog tot midden juni tentoongesteld.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u duiden op welke manier de Brusselse Regering werk maakt van het conserveren en promoten van het zogeheten ‘regenboogerfgoed’? Beschikt u op dit moment reeds over een kadaster van dergelijk erfgoed? Zo ja, kan u dit nader toelichten en het desbetreffende overzicht overmaken?

  • Welke rol vervult dit ‘regenboogerfgoed’ binnen uw bredere erfgoedbeleid? Welke specifieke campagnes, acties en middelen worden hiertoe voorzien? Welke stappen onderneemt u om dit specifieke erfgoed te valoriseren? Op welke manier wordt dit specifieke erfgoed in het bijzonder ingekanteld in de Heritage Days (Open Monumentendagen)?

  • Kan u duiden of er vanuit uw gewestelijke bevoegdheden ondersteuning aangeboden wordt aan het nieuwe initiatief van Stad Brussel? Zijn er reeds andere gemeenten die eveneens besloten hebben om hun LGBTQI+ geschiedenis of erfgoed in de kijker te zetten? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

  • Welk overleg pleegt u in het kader van uw beleid omtrent het ‘regenboogerfgoed’ met organisaties en verenigingen vanop het terrein? In welke mate dragen hun ervaringen of opmerkingen bij tot het gewestelijk beleid ter zake?

  • Hebt u in het kader van dit ‘regenboogerfgoed’ reeds overleg gepleegd met uw collega’s uit de Brusselse Regering die bevoegd zijn voor enerzijds Toerisme en Imago van Brussel en anderzijds Gelijke Kansen om te kijken hoe de betrokken beleidsdomeinen elkaar kunnen versterken? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Welke specifieke campagnes, acties en middelen worden hiertoe voorzien?

 
 
Antwoord    Urban werkt aan het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed, met name in het kader van de nieuwe bevoegdheden uit de zesde staatshervorming. De inventarissen van het roerend en immaterieel erfgoed krijgen beetje bij beetje vorm, maar voor het LGBTQI+-erfgoed bestaat er geen register van opmerkelijke voorwerpen of evenementen.

Het moeilijkste zou zijn om een onderscheid te maken tussen de verschillende materiële getuigenissen van de LGBTQI+-geschiedenis en de uitingen daarvan die een bijzondere bewaring of bescherming verdienen. Het opmerkelijkste buitenlandse voorbeeld is de Stonewall Inn aan Christopher Street in New York. Deze plaats, waar de Gay Pride ontstond na de rellen van 1969, is sinds 2016 een Amerikaans nationaal monument. Daar werd natuurlijk geschiedenis geschreven.


Een aantal elementen maken duidelijk deel uit van de regenbooggeschiedenis, zoals het monument uit 2007 met de namen van bekende en onbekende LGBT-personen, op de hoek van Plattesteen en de Verversstraat, de muurschildering uit 2014 van kunstenaar Fotini Tikkou -
Out in the street in Lollepotstraat, de verschillende regenboogoversteekplaatsen, de Belgian Pride... Deze verschillende erfgoedelementen maken integraal deel uit van de identiteit van onze stad. Dit erfgoed is momenteel relatief onbekend en verdient dus verder onderzoek, met name om te bestuderen welke waarden aan bepaalde plaatsen of voorwerpen kunnen worden toegekend, in nauwe samenwerking met de gemeenschappen die dit erfgoed tot leven wekken. Om dit erfgoed te identificeren en naar waarde te schatten is de inbreng en het initiatief van de gemeenschappen namelijk onontbeerlijk in de filosofie van de internationale verdragen en erfgoedverdragen die met name door de Raad van Europa en UNESCO worden omkaderd.