Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de actieve openbaarmaking door de gemeenten, in het algemeen en op het gebied van overheidsopdrachten in het bijzonder

Indiener(s)
Christophe Magdalijns
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 943)

 
Datum ontvangst: 19/04/2022 Datum publicatie: 08/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 01/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

De gemeenten, of de gemeentelijke bestuurlijke overheden, zijn onderworpen aan het gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen.

In de gemeenschappelijke algemene beleidsverklaring voor de regeerperiode 2019-2024 staat: "De Regering zal de plaatselijke besturen steunen in hun inspanningen om hun documenten transparant te maken, hun beslissingen openbaar te maken en een goed bestuur te waarborgen."

Naar ik begrepen heb, levert de actieve openbaarmaking van de gemeenten op het gebied van overheidsopdrachten eerder zwakke resultaten op. De federale website e-Procurement, de informatie die wordt verstrekt in de marge van de colleges en gemeenteraden en de inventaris van de overheidsopdrachten die onder de rubriek "transparantie" op de websites staat, bieden slechts informatie die niet erg leesbaar is en waarvan de bruikbaarheid twijfelachtig is.

Bijgevolg zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Welke nieuwe specifieke steun en middelen werden aan de gemeentelijke bestuurlijke overheden ter beschikking gesteld op het gebied van transparantie en openbaarheid van bestuur, ter uitvoering van de gemeenschappelijke beleidsverklaring?

  • Hebben de gewestelijke overheden een evaluatie gemaakt van de toepassing door de gemeentelijke bestuurlijke overheden van de artikelen 6, §1, §2; 7; 8; 9; 11; 12; 14, §1 en 15 van het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019? Zo ja, kunt u ons de resultaten en een kopie van de ter zake opgestelde documenten bezorgen?

  • Kunt u meer in het bijzonder garanderen dat alle gemeenten op de homepage van hun website een gemakkelijk herkenbare rubriek "transparantie" hebben?

  • Zijn u of uw diensten op de hoogte van positieve initiatieven op lokaal niveau om de openbaarmaking op het gebied van overheidsopdrachten te bevorderen? Ik denk met name aan de aanwezigheid van een gemakkelijk herkenbare rubriek "overheidsopdrachten" op de websites van de gemeenten, de publicatie van vooraankondigingen en de voorafgaande aankondiging van overheidsopdrachten waarvoor geen formele verplichtingen inzake openbaarmaking gelden.

 

 
 
Antwoord    Wat uw eerste vraag betreft, herinner ik u eraan dat de gemeenschappelijke algemene beleidsverklaring in het volgende voorziet op het vlak van transparantie en openbaarheid bij de plaatselijke besturen:

1) De Regering zal de plaatselijke besturen steunen bij hun inspanningen op het vlak van transparantie van de documenten, openbaarheid van de beslissingen en goed bestuur.

2) De Regering zal de regels inzake transparantie en openbaarheid omkaderen door de menselijke en informaticamiddelen te combineren, om de gewestelijke kanselarij te belasten met de transparantie van de beslissingen van de plaatselijke (gemeenten, OCMW's, intercommunales, enz.) en gewestelijke entiteiten (regeringsdiensten en ION's).

3) De Regering voorziet in de invoering van een Open Data-beleid voor de regeerperiode 2019-2024.

In dat opzicht stemde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 14 januari 2021 in met “de omzendbrief die de praktische modaliteiten verduidelijkt van de bekendmaking in open data van de inventarissen van overheidsopdrachten en subsidies zoals bedoeld in het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019”. Deze omzendbrief geldt met name voor de gemeentelijke bestuurlijke overheden.

Met deze omzendbrief wil de regering immers een impuls geven aan de transparantie van de overheidsdiensten door technische verduidelijkingen te geven, evenals verduidelijkingen op het vlak van de verwerking van persoonsgegevens.

Vanuit technisch oogpunt heeft de omzendbrief in de eerste instantie als doel de verplichtingen voor de overheden te vereenvoudigen. Om aan de transparantieverplichtingen te voldoen, moeten de overheden immers slechts drie Excel-bestanden (die overeenstemmen met de aangewezen inventarissen) downloaden op het datastore.brussels-platform, die door hun leverancier van boekhoudsoftware zijn opgevraagd.

De Brusselse overheden moeten dus een standaardmodel gebruiken voor het opvragen van boekhouddata met betrekking tot subsidies en overheidsopdrachten. Het gebruiken van hetzelfde standaardmodel bij de publicatie van gegevens op de gewestelijke website zal het, naast een centralisering van de inventarissen, mogelijk maken de gepubliceerde gegevens te uniformiseren, het hergebruik van deze gegevens te vergemakkelijken en zal de transparantie verbeteren.

Ten tweede werden er AVG-bepalingen opgenomen. Het hoofddoel ervan is de Brusselse overheden eraan te herinneren dat ze zich er, in hun hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke, toe verbinden de AVG na te leven wanneer ze gegevens meedelen met het oog de publicatie ervan op de gewestelijke website. Het CIBG treedt op als onderaannemer van de Brusselse overheden wanneer het deze gegevens, met name persoonsgegevens, verzamelt en publiceert op de website.

Wat uw tweede vraag betreft, wil ik erop wijzen dat de evaluatieopdracht waarnaar u verwijst niet onder de bevoegdheid van de gewestelijke autoriteit valt. Artikel 40 van het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019 stelt immers het volgende:

"Dit gezamenlijk decreet en ordonnantie wordt door het Parlement geëvalueerd na de voorstelling van het eerste jaarverslag van de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten. Die evaluatie zal op zijn minst betrekking hebben op de noodzaak om:

1° bijkomende sancties en de procedure ter zake vast te leggen indien wordt vastgesteld dat de verplichtingen met betrekking tot actieve openbaarmaking niet worden nageleefd;

2° de administratieve ondersteuning van de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten te versterken.

Het Parlement, en niet de Regering, moet zich er bijgevolg van vergewissen dat de in het gezamenlijk decreet en ordonnantie voorziene verplichtingen worden nageleefd en dat er oplossingen worden aangereikt wanneer er gebreken worden vastgesteld.

Om op uw derde vraag te antwoorden, kan ik u overigens ook verzekeren dat alle gemeenten over een transparantierubriek beschikken die gemakkelijk kan worden herkend op de homepage van hun websites.

En, voor wat betreft uw vierde vraag, voor opdrachten waarbij het geraamde bedrag lager ligt dan de nationale bekendmakingsdrempel geeft de reglementering van overheidsopdrachten de aanbestedende overheden een grote vrijheid om te beoordelen welke mate van publiciteit ze willen geven aan deze opdrachten, zolang ze maar de kwaliteit van hun aankopen en de transparantie van hun keuze kunnen rechtvaardigen.

De mate van bekendmaking en de vorm daarvan moet worden beoordeeld aan de hand van de kenmerken van de opdracht, onder meer het bedrag, de aard en de technische kenmerken van de beoogde werken, leveringen of diensten, van de mededingingsgraad tussen de betrokken ondernemingen, van de dringendheid van de behoefte en de kennis die de koper van de economische sector heeft. Het belangrijkste daarbij is dat het gekozen soort bekendmaking de doeltreffendheid van de aankoopprocedure garandeert, d.w.z. dat ze de nodige mededinging moet kunnen doen ontstaan.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft eraan herinnerd dat de bekendmaking van overheidsopdrachten niet noodzakelijk de publicatie inhoudt van een aankondiging, aangezien de zoektocht naar meerdere ondernemers via gedematerialiseerde middelen op zich een voldoende element van bekendmaking kan vormen als dat aangepast blijkt te zijn aan de opdracht. Een bekendmaking is dus niet altijd nodig om de onpartijdigheid en non-discriminatie te garanderen (ECLI:EU:C:2005:487 en conclusies onder HJEU, 7 december 2000, Telaustria Verlags GmbH, Aff. C-324/98).

Wanneer anderzijds een gemeente een overheidsopdracht, die aan geen enkele formele bekend-makingsplicht is onderworpen, vrijwillig online wil plaatsen, wordt aanbevolen, overeenkomstig de omzendbrief Easybrussels/2019/e-Proc. van 16 januari 2019, dat te doen via de "Free Market"-omgeving van het federale e-Notification-platform en in deze specifieke omgeving een vereenvoudigde aankondiging van de opdracht te publiceren.

Het uitsluitend via de gemeentelijke website verspreiden van dergelijke opdrachten zou daarentegen kunnen worden beschouwd als onvoldoende, rekening houdend met het beperkte publiek van die website, en zou bijgevolg enkel een aanvullend publiciteitsmiddel mogen vormen, ter ondersteuning van een bekendmaking via “Free Market”.

In de praktijk publiceren de Brusselse gemeenten dit soort opdrachten niet op hun website, zelfs als ze, wat zelden gebeurt, een vereenvoudigde aankondiging van de opdracht in de “Free Market”-omgeving hebben gepubliceerd. Voor opdrachten waarbij het geraamde bedrag hoger ligt dan de nationale of zelfs de Europese bekendmakingsdrempel plaatsen meerdere Brusselse plaatselijke besturen daarentegen, waaronder de stad Brussel bijvoorbeeld, op hun website een rechtstreekse link naar de e-notification-applicatie (https://eten.publicprocurement.be) zoals voornoemde omzendbrief dat aanbeveelt.

Tot slot kunnen de aanbestedende overheden, overeenkomstig artikel 60 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, hun intenties wat betreft de gunning van opdrachten te kennen geven via de publicatie van een bericht van vooraankondiging. De Brusselse gemeenten doen echter slechts uitzonderlijk een beroep op dit bekendmakingsmechanisme.