Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal oliebranden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 631)

 
Datum ontvangst: 26/04/2022 Datum publicatie: 16/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 13/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Afgelopen maart werden zowel de Craetbosgaarde in Neder-Over-Heembeek als Frans Binjéstraat in Schaarbeek opgeschrikt door een oliebrand. In het eerste geval brandde de keuken uit en werd de desbetreffende woning tijdelijk onbewoonbaar verklaard, in het tweede geval moesten een grootmoeder en haar kleindochter zelfs met eerste- en tweedegraadsbrandwonden overgebracht worden naar het brandwondencentrum van het militair hospitaal.

Na beide gevallen riepen de brandweerdiensten nogmaals op om in dergelijke gevallen altijd de energie- en zuurstoftoevoer naar het vuur te onderbreken en zeker geen grote hoeveelheden water op de brandende olie te gooien, maar wel branddekens of vochtige doeken te gebruiken.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel oliebranden er in 2022 tot dusver geregistreerd werden bij de brandweerdiensten? Welk aandeel van het totale aantal branden vertegenwoordigt dit? Kan u deze gevallen opsplitsen naargelang de aard van de woning (eigen woning of appartement, huurwoning of -appartement, studentenkot, sociale woning …) en de gemeente waarin deze incidenten plaatsvonden? Hoeveel slachtoffers (lichtgewond, zwaargewond of overleden) vielen hierbij te betreuren? Kan u duiden of dit soort branden tot significant meer gewonden leidt dan andere branden? Tot hoeveel (al dan niet tijdelijke) verklaringen van onbewoonbaarheid hebben deze branden geleid?

  • Hoe verhouden bovenstaande cijfers zich tegenover de cijfers uit voorgaande jaren? Welke evolutie kan u hierin duiden?

  • Op welke manier wordt er in het structurele beleid reeds werk gemaakt van het informeren en sensibiliseren omtrent de gevaren van oliebranden? Werd er reeds besloten om een specifieke campagne uit te werken hieromtrent? Zo ja, kan u deze nader toelichten? Welke acties en middelen worden hiertoe voorzien?

 

 
 
Antwoord    In het eerste kwartaal 2022, kwam de DBDMH 17 keer tussenbeide voor dit soort branden, als volgt verdeeld:
Gemeenten
Anderlecht 2
Oudergem 1
Brussel 2
Vorst 2
Elsene 3
Sint-Jans-Molenbeek 1
Sint-Joost-ten-Node 1
Schaarbeek 1
Ukkel 1
Sint-Lambrechts-Woluwe 2
Sint-Pieters-Woluwe 1


Het totaal aantal interventies voor diverse branden (voertuigen, vuilnisbakken,...) bedroeg in deze periode 756. Interventies voor oliegerelateerde branden vertegenwoordigen dus slechts 2,25 % van de brandinterventies.


De interventies vonden hoofdzakelijk plaats in appartementen, slechts één in een eengezinswoning.

De DBDMH telde 9 gewonden (2 ter plaatse behandeld, 7 naar het ziekenhuis gebracht) voor 5 interventies en dus geen slachtoffers voor 12 van de 17 interventies.

Het aantal oliegerelateerde branden is aanzienlijk hoger voor het eerste kwartaal 2022 (in vergelijking met het eerste kwartaal 2021).


Informatie over dit risico gebeurt momenteel hoofdzakelijk d.m.v. vier assen:

- persbericht: in geval van een dergelijk incident, herhaalt de DBDMH in de persberichten de preventieve maatregelen en de acties die in geval van een incident moeten worden ondernomen;
- sociale netwerken: de DBDMH verstrekt ook af en toe dergelijke adviezen op de sociale netwerken;
- evenementen en kazernebezoeken: de DBDMH geeft demonstraties (b.v. blussen van friteuse) tijdens evenementen voor het grote publiek en het onderwerp wordt besproken tijdens bezoeken van schoolgroepen aan onze kazernes;
- brochure: het onderwerp wordt behandeld in een preventiebrochure die wordt verspreid onder de buren van een site waar een brand heeft gewoed.

Een overzicht van de huishoudelijke gevaren, preventieve maatregelen en passende reacties zou in de loop van het jaar op de website van de DBDMH moeten worden geplaatst.

Er is momenteel geen campagne gepland over dit onderwerp. De campagnes van dit jaar zijn gericht op: werving, CO, nieuwe individuele elektrische voertuigen (NIEV) en rookmelders.