Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de huurtoeslag voor bovenmatige sociale woningen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 914)

 
Datum ontvangst: 16/05/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 15/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
15/07/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Uit de laatste statistieken van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) blijkt dat op 31 december 2021 5,13% van de door de Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM’s) verhuurde sociale woningen kon worden beschouwd als bovenmatig, wat betekent dat zij ten minste twee slaapkamers meer omvatten dan wat wettelijk vereist is, rekening houdend met de samenstelling van de huurdersgezinnen. Artikel 25 van het "huurbesluit" van 26 september 1996 bepaalt dat wanneer een sociale huurder een bovenmatige woning betrekt, de reële huurprijs in principe wordt verhoogd met een toeslag per slaapkamer vanaf de tweede overtollige slaapkamer. Deze toeslag bedraagt 4% van de jaarlijkse inkomens van het gezin, met een maximum van 603,93 euro per jaar (grens vastgesteld op 1 januari 2016). Deze toeslag is gelijktijdig met de reële maandelijkse huurprijs verschuldigd pro rata 1/12de per maand. Het is echter belangrijk op te merken dat sociale huurders in bovenmatige woningen van betaling van de huurtoeslag worden vrijgesteld in de volgende gevallen:

  • Indien een gezinslid 60 jaar of ouder is;

  • Indien een gezinslid als gehandicapt erkend is;

  • Indien een slaapkamer een oppervlakte van minder dan zes vierkante meter heeft;

  • Indien de huurder een aanvraag voor mutatie naar een aangepaste woning ingediend heeft;

  • Wanneer op 1 januari 2016 de woning volgens de normen van kracht vóór 1 januari 2015 als aangepast werd beschouwd en in zover deze normen verder nageleefd worden.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Hoeveel huurdersgezinnen moesten volgens de door de BGHM op 31 december 2021 meegedeelde statistieken de huurtoeslag voor bovenmatige sociale woningen betalen? Kunt u ons een tabel bezorgen met voor elk van de zestien Brusselse OVM’s het aantal huurdersgezinnen dat in 2021 deze huurtoeslag moest betalen?

2- Kunt u aangeven hoeveel de huurtoeslag voor bovenmatige sociale woningen gemiddeld bedroeg per maand in 2021?

3- Hoeveel sociale huurders die een bovenmatige woning bewonen, werden volgens de op 31 december 2021 verzamelde gegevens vrijgesteld van de betaling van de huurtoeslag op grond van het feit dat:

  • een gezinslid 60 jaar of ouder was;

  • een gezinslid een persoon met een handicap was;

  • de woning een slaapkamer met een oppervlakte van minder dan zes vierkante meter had;

  • de huurder een aanvraag voor mutatie naar een aangepaste woning ingediend had;

  • de sociale woning op 1 januari 2016 volgens de normen van kracht vóór 1 januari 2015 als aangepast werd beschouwd?

 

 
 
Antwoord    Op 31 december 2021 bewoonden 35.323 gezinnen een sociale woning.
Daarvan bezetten 760 gezinnen een overaangepaste woning, maar 610 van hen krijgen een vrijstelling van huurprijsverhoging.
Zoals u in uw vraag aanstipt, kan een gezin om meerdere redenen worden vrijgesteld van huurprijsverhoging:
- het gezin telt een persoon van 60 jaar of ouder;
- het gezin telt een persoon met een handi-cap;
- de woning heeft een kamer met een op-pervlakte < 6m²;
- de huurder heeft een aanvraag voor muta-tie naar een aangepaste woning ingediend;
- de woningen konden vanaf 1 januari 2016 als aangepast worden beschouwd volgens de normen die golden vóór 1 januari 2015.
De BGHM beschikt evenwel niet over de lijst van de gezinnen die een woning bezetten met een kamer met een oppervlakte < 6m², noch die van woningen die als aangepast werden beschouwd volgens de normen die golden vóór 1 januari 2015.

In antwoord op de vragen 2 en 3 vindt u twee tabellen met onderstaande elementen in de bijlagen 1 en 2:
- Tabel 1 geeft, per OVM, het aantal gezin-nen, overaangepaste woningen, vrijstellin-gen van huurprijsverhoging, gezinnen zonder vrijstelling en de gemiddelde huur-prijsverhoging.
- Tabel 2 detailleert de 610 gevallen van vrij-stelling van huurprijsverhoging op basis van drie redenen, met name:

o de aanwezigheid van personen van 60 jaar en meer;
o de aanwezigheid van mensen met een handicap;
een gezin dat een mutatie heeft aangevraagd.
Ik wil ter informatie toevoegen dat de OVM’s gebonden zijn aan hun beheersovereenkomst en buiten deze overeenkomst optreden als autonome structuren.

Het toezicht dat de BGHM uitoefent over de OVM’s is juridisch en budgettair van aard.

In die bijlagen vindt u bijgevolg de antwoorden van de OVM's die uw vragen hebben kunnen beantwoorden.

Tot slot is het zo dat de 150 gezinnen die een huurprijsverhoging moeten betalen, gemiddeld € 56,07 betalen.