Schriftelijke vraag betreffende de financiering van het renovatieplan Renolution’ in het kader van de verminderde Europese subsidies aan België.
- Indiener(s)
- Pepijn Kennis
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1132)
Datum ontvangst: 13/12/2021 | Datum publicatie: 05/08/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 11/07/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
31/05/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het renovatieplan Renolution werd al meermaals met grote trom aangekondigd, en er zou tot 350 miljoen worden voorzien om de renovaties in het Brussels gewest te versnellen. Dat is natuurlijk dringend nodig om onze klimaatdoelstellingen te halen, maar dient ook worden gebruikt om de woonomstandigheden van de Brusselaars te verbeteren. Te vaak huren families vandaag immers nog een ongezonde woning met vochtinsijpeling, onvoldoende ventilatie of te kleine ruimtes. De voorziene budgetten werden al regelmatig bekritiseerd als onvoldoende. Zelfs wanneer men ervan uitgaat dat elke publieke euro aan investering meerdere euros in private investering met zich meebrengen, kunnen we ons afvragen of de 350 miljoen voldoende is om vele te renoveren woningen in orde te brengen. Deze kritiek wordt dan ook nog sterker als we lezen dat de Europese subsidies aan de belgische post-covid relance naar beneden zullen worden bijgesteld in functie van de betere economische prestaties van ons land. Op 7 december konden we immers in de pers lezen dat België tot 1,35 miljard euro minder zou krijgen van de Europese Recovery en Resilience Facility. Deze elementen zijn pertinent gezien de voorstellen van de Brusselse Burgerassemblee inzake renovatie. Ze vraagt immers dat het geld van de Europese Green Deal en/of de relancemiddelen worden ingezet om de renovaties van Brusselse huurwoningen prioritair uit te voeren met een focus op energieprestatie en bewoonbaarheid van de huurwoningen. Hierover had ik u dan ook graag het volgende gevraagd
|
Antwoord | 1) Financieel gezien bevat het Belgische Plan voor Herstel en Veerkracht een reeks investerings- en hervormingsmaatregelen voor een geraamde totale kostprijs van 5.924.952.328 euro, wat overeenkomt met de maximale subsidiebijdrage waarop België kon rekenen op basis van de economische prognoses van het najaar 2020. Dat subsidiebedrag is over de verschillende entiteiten van het land verdeeld bij beslissing van het Overlegcomité van 12 januari 2021. In verordening (EU) nr. 2021/241 is echter bepaald dat 30% van het aan de lidstaten toegekende subsidiebedrag moet worden berekend door het werkloosheidspercentage in gelijke verhoudingen te vervangen door de daling van het reële bbp in 2020 en de verandering in het reële bbp in de periode 2020-2021. Daarom heeft de Europese Commissie op 30 juni 2022 de berekening van de maximale financiële bijdrage voor België geactualiseerd op basis van de beschikbare definitieve bbp-gegevens. Het gevolg daarvan is dat België zal kunnen rekenen op 4.524.565.000 euro aan Europese subsidies, of 23,64% minder dan de geraamde totale kostprijs van het plan. In die context vindt interfederale coördinatie plaats om een akkoord te bereiken over de opties om het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht te herzien. Voorlopig is er nog geen beslissing over de verdeling van de inspanning tussen de verschillende Belgische entiteiten om de budgettaire vermindering van de Belgische enveloppe te compenseren. Hieromtrent staat een Overlegcomité gepland op 13 juli. Het staat echter vast dat geen enkele hervorming die in het Plan voor Herstel en Veerkracht voorkomt, kan worden geschrapt en dat het niet mogelijk zal zijn om (delen van) projecten waarvan de streefdoelen en mijlpalen vóór de goedkeuringsdatum van het gewijzigde plan (waarschijnlijk eind 2022) vervallen, te wijzigen. Voorts is het aangewezen om de globale samenhang van het plan en het evenwicht te bewaren, met name wat betreft de bijdrage aan de klimaat- en digitale transitie. 2) Het Europese relanceplan financiert drie Renolution-projecten, voor een totaalbudget van 59,3 miljoen euro tijdens de periode 2021-2023. Zoals aangegeven, is het in dit stadium nog niet mogelijk om een raming te maken van de mogelijke vermindering van de financiële middelen die eraan worden toegewezen. Als die middelen zouden worden verlaagd, dan zullen de streefdoelen en de bijbehorende mijlpalen worden herzien in het licht van de nieuwe beschikbare budgetten. 1) Renolution-premies De nieuwe gewestelijke renovatiepremies voor Brusselse gebouwen worden door het herstelplan ondersteund met een bedrag van 16 miljoen euro over een periode van twee jaar, van 2022 tot en met 2023. Dat budget wordt verdeeld tussen Leefmilieu Brussel en Urban. Aangezien deze premies als een hervorming in het Plan voor Herstel en Veerkracht opgenomen zijn, zou de budgetverlaging (zie hierboven) niet op hen van toepassing zijn. 2) Renoclick-premie De hoofddoelstelling van het Renoclick-project is om alle Brusselse openbare gebouwen te renoveren. Voor die gebouwen wordt gestreefd naar koofstofneutraliteit tegen 2040. Het project bestaat erin de overheden een begeleidingssysteem voor hun renovatie-inspanningen ter beschikking te stellen, voornamelijk via het oprichten van aankoopcentrales. Die zijn bedoeld om eenvoudig een beroep te kunnen doen op de ontwerp- en uitvoeringsopdrachten van werken. Dankzij de Renoclick-premie, die voortvloeit uit het Plan voor Herstel en Veerkracht, kunnen werken vanaf dit jaar 2022 tot 70% van de kosten van de werken worden gefinancierd. De in aanmerking komende werken moeten deel uitmaken van een algemene en ambitieuze renovatie van elk betrokken gebouw en mogen geen kleine kortetermijningrepen betreffen. In termen van directe emissies wordt de energiebesparing op 70% geraamd, terwijl het Plan voor Herstel en Veerkracht de drempel op 30% legt. De premie beoogt de renovatie van 34.000 m² aan openbare gebouwen. Het Gewest wilde ook verdergaan dan de minimumeisen door naar de indirecte emissies te kijken, aangezien materiaalkeuze een van de toekenningsvoorwaarden van de premie is. In het herstelplan is 32,4 miljoen euro uitgetrokken voor deze premie. 3) Renolab Renolab is bedoeld om bij te dragen aan de gewestelijke ontplooiing van innovatieve oplossingen voor de duurzame en circulaire renovatie van Brusselse gebouwen. Dit initiatief is in september 2021 gelanceerd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en maakt deel uit van de Renolution-renovatiestrategie. In 2021 is een eerste projectoproep gelanceerd (RENOLAB B). Die strekt ertoe technische begeleiding en financiële ondersteuning te bieden aan de bouwheren en teams van professionals die een toonbeeld van duurzame renovatie ontwerpen en verwezenlijken. Leefmilieu Brussel ontvangt momenteel de eerste kandidaatstellingen. In 2021 is ook een tweede projectoproep gelanceerd, namelijk RENOLAB.ID. Die beoogt ondersteuning te bieden aan projectdragers die projecten voorstellen waarin initiatieven, processen of hulpmiddelen worden ontwikkeld om obstakels voor de renovatie van Brusselse gebouwen uit de weg te ruimen en om die renovatie te vergemakkelijken. De Europese Unie heeft hiervoor een budget van 13,4 miljoen euro vrijgemaakt. Wat de Europese Green Deal betreft: deze speelt een belangrijke rol omdat de doelstellingen ervan in de grote Europese programma's zijn opgenomen, maar het gaat om een geheel van wetgevende en niet-wetgevende initiatieven en geen fonds. Het is dus op grond van de Green Deal dat bijvoorbeeld het Plan voor Herstel en Veerkracht een belangrijke component bevat die gewijd is aan energierenovatie of dat de middelen van de Europese structuurfondsen, waaronder het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), ook grotendeels op de energietransitie zullen worden geconcentreerd, wat op die manier bijdraagt tot de Renolution. |