Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de financiering van het renovatieplan Renolution’ in het kader van de verminderde Europese subsidies aan België.

Indiener(s)
Pepijn Kennis
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 471)

 
Datum ontvangst: 13/12/2021 Datum publicatie: 07/07/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 30/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/05/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Het renovatieplan ‘Renolution’ werd al meermaals met grote trom aangekondigd, en er zou tot €350 miljoen worden voorzien om de renovaties in het Brussels gewest te versnellen. Dat is natuurlijk dringend nodig om onze klimaatdoelstellingen te halen, maar dient ook worden gebruikt om de woonomstandigheden van de Brusselaars te verbeteren. Te vaak huren families vandaag immers nog een ongezonde woning met vochtinsijpeling, onvoldoende ventilatie of te kleine ruimtes.

De voorziene budgetten werden al regelmatig bekritiseerd als onvoldoende. Zelfs wanneer men ervan uitgaat dat elke publieke euro aan investering meerdere euro’s in private investering met zich meebrengen, kunnen we ons afvragen of de €350 miljoen voldoende is om vele te renoveren woningen in orde te brengen.

Deze kritiek wordt dan ook nog sterker als we lezen dat de Europese subsidies aan de belgische post-covid relance naar beneden zullen worden bijgesteld in functie van de betere economische prestaties van ons land. Op 7 december konden we immers in de pers lezen dat België tot 1,35 miljard euro minder zou krijgen van de Europese Recovery en Resilience Facility.

Deze elementen zijn pertinent gezien de voorstellen van de Brusselse Burgerassemblee inzake renovatie. Ze vraagt immers dat het geld van de Europese Green Deal en/of de relancemiddelen worden ingezet om de renovaties van Brusselse huurwoningen prioritair uit te voeren met een focus op energieprestatie en bewoonbaarheid van de huurwoningen.

Hierover had ik u dan ook graag het volgende gevraagd

  • Op welke manier had u al overleg met het federaal niveau en de andere gefedereerde entiteiten over de herverdeling van de Europese middelen? Wat werd er beslist? Zal er een nieuwe verdeelsleutel gehanteerd worden, bijvoorbeeld gebaseerd op de economische prestaties van elke entiteit, of hanteert u een kaasschaaf? Heeft u met andere woorden al zicht op de effecten die deze lagere financiering zullen hebben op het Brusselse aandeel van dit Europese geld?

  • Binnen het Brusselse aandeel, wat is het effect op de middelen die voor de renovatiestrategie beschikbaar zullen zijn?

  • Welk budget wordt in het kader van deze herziening gevrijwaard voor Renolution? Hoe wordt dit geventileerd over de verschillende doelstellingen van het renovatieplan?

  • Welke rol speelt de European Green Deal in de financiering van het Renolution plan? Past u de eventuele tekorten bij uit andere middelen? Wat is hiervan de verdeling?

  • Werden de doelstellingen bijgesteld in functie van de verminderde Europese financiering? Wat zijn de bijgestelde doelstellingen?

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vraag, kan ik de geachte Volksvertegenwoordigster het volgende mededelen

Vooreerst wat betreft de contacten met het federaal niveau en de gefedereerde entiteiten. De interfederale besprekingen over het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) worden georganiseerd in het kader van een specifieke interministeriële conferentie, de IMC ‘Relance’. De Federale Regering en de entiteiten zijn er vertegenwoordigd. Voor het Gewest zijn de Minister-President en de Minister van Financiën en Begroting vertegenwoordigd. De voorbereidende werkzaamheden voor deze IMC worden verricht in een interfederale interkabinettenwerkgroep, de zogeheten ‘Werkgroep finances & budget’, waaraan de kabinetten van de betrokken ministers deelnemen. Alle leden van de Brusselse Regering worden regelmatig op de hoogte gehouden van het verloop van de werkzaamheden.

De werkzaamheden binnen de Regering zullen op collegiale wijze worden voorbereid en de beslissingen zullen te gelegener tijd door de Regering worden aangenomen, zoals trouwens alle beslissingen over het PHV sinds het begin van het proces eind 2020.

België wordt dus gestraft met een verlies van ongeveer 25% van zijn totale enveloppe. Deze reductie zal pas worden bevestigd wanneer de definitieve groeigegevens zijn bekendgemaakt. Dit zal uiterlijk eind juni het geval zijn. Wat het Gewest betreft, heeft het BISA voorlopige simulaties uitgevoerd. Deze cijfers bevestigen de aangekondigde prognoses. Dit is toe te schrijven aan een geringere daling van het BBP voor het jaar 2020 en een grotere stijging van het BBP voor het jaar 2021 in de voorjaarsprognoses en najaarsprognoses 2021 van de Europese Commissie, dan oorspronkelijk geraamd in de najaarsprognoses 2020.

De EU-verordening voorziet niet in een automatische herziening van het PHV in geval van een herziening van de financiële enveloppe.
In het regelgevingskader wordt systematisch verwezen naar de ‘maximale financiële bijdrage die voor die Lidstaat is berekend’. In theorie verbindt het PHV ons ertoe al onze doelstellingen en mijlpalen te bereiken, ongeacht een herziening van de enveloppe. Deze logica wordt gewaarborgd door het feit dat de betalingen afhankelijk zijn van deze doelstellingen en mijlpalen en niet van de louter budgettaire uitvoering van de projecten.

Een herzieningsprocedure is echter mogelijk “wanneer het plan voor herstel- en veerkracht, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen, ten gevolge van objectieve omstandigheden [...] niet meer geheel of gedeeltelijk door de betrokken lidstaat kan worden gehaald”. Voorts kan een “Lidstaat het plan voor herstel- en veerkracht bijwerken en indienen [...] om rekening te houden met de berekende geactualiseerde maximale financiële bijdrage [...]”. Dit impliceert een herziening in 2023. Beide opties impliceren een volledige heropening van het interfederale onderhandelingsproces en met de Europese Commissie (voor alle entiteiten samen).

Volgens de laatste informatie die in het kader van de Werkgroep finances & budget is verstrekt, wachten wij nog steeds op de officiële bekendmaking van de definitieve macro-economische gegevens om te kunnen beschikken over de definitieve cijfers voor de aan België toegekende enveloppe.

Zodra er bevestiging is over deze reductie, zullen de interfederale besprekingen worden hervat om de mogelijke opties te evalueren. Het is binnen dit kader dat de Brusselse Regering de komende maanden zal werken en mijn collega's zullen niet nalaten u op de hoogte te houden.

Verder wat uw vragen aangaande Renolution zelf betreft, kan ik u het volgende meedelen:

Het Europese herstelplan financiert drie Renolution-projecten, met een totaal budget van 59,3 miljoen euro voor de periode 2021-2023:

1. Renolutie-premies:
De nieuwe gewestelijke premies ter ondersteuning van de renovatie van het Brusselse gebouwenbestand worden door het herstelplan ondersteund met een bedrag van 16 miljoen euro over een periode van 2 jaar, van 2022 tot 2023. Dit budget is verdeeld tussen Leefmilieu Brussel en Urban.

1. De Renoclick-premie:
De hoofddoelstelling van het RENOCLICK-project is om alle Brusselse openbare gebouwen te renoveren waarin tegen 2040 naar koofstofneutraliteit wordt gestreefd. Via het project kunnen overheden beschikken over een begeleidingshulpmiddel voor hun renovatie-initiatieven, hoofdzakelijk via de oprichting van aankoopcentrales. Die zijn bedoeld om eenvoudig een beroep te kunnen doen op de ontwerp- en uitvoeringsopdrachten van de werken.

De RENOCLICK-premie, die voortvloeit uit het Plan voor Herstel en Veerkracht, maakt vanaf 2022 de financiering van de werken mogelijk voor 70% van het bedrag van die werken. De in aanmerking komende werken hebben betrekking op de volledige en ambitieuze renovatie van elk betrokken gebouw en niet op kleine kortetermijningrepen. Qua rechtstreekse emissies wordt de energiebesparing geschat op 70%, terwijl het Plan voor Herstel en Veerkracht de drempel op 30% legt. De premie betreft de renovatie van 34.000 m² aan openbare gebouwen. Het Gewest heeft ook verder willen gaan dan de minimumeisen door onrechtstreekse emissies te bekijken omdat een van de toekenningsvoorwaarden van de premie te maken heeft met de materiaalkeuze.

De inbreng van het relanceplan voor deze premie bedraagt 32,4 miljoen euro.

2. Renolab
Het doel van RENOLAB is bij te dragen tot de toepassing in het hele Gewest van innovatieve oplossingen voor de duurzame en circulaire renovatie van Brusselse gebouwen. Dit initiatief, dat in september 2021 werd gelanceerd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, maakt deel uit van de renovatiestrategie RENOLUTION.

Een eerste projectoproep werd in 2021 gelanceerd, zijnde RENOLAB B. Die strekt ertoe technische begeleiding en financiële steun te bieden aan de bouwheren en de ploegen van professionals die een toonbeeld van duurzame renovatie ontwerpen en verwezenlijken. De eerste kandidaatstellingen worden momenteel bij Leefmilieu Brussel ingediend.

Eind 2021 werd ook een tweede projectoproep gelanceerd, namelijk RENOLAB.ID. Dat beoogt steun te bieden aan projectdragers die projecten voorstellen waarin initiatieven, procedures of hulpmiddelen worden ontwikkeld om de belemmeringen naar renovatie van Brusselse gebouwen weg te nemen en om die renovatie te vergemakkelijken.

De Europese Unie heeft een budget van 13,9 miljoen euro vrijgemaakt.