Schriftelijke vraag betreffende de door de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) gebruikte onlinebanktoepassing EN het risico op fraude
- Indiener(s)
- Emin Özkara
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 649)
Datum ontvangst: 19/05/2022 | Datum publicatie: 07/07/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 28/06/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
07/06/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | In het 26e boek van het Rekenhof voorgelegd aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ( 1 ) vestigt het Rekenhof onder meer de aandacht op het volgende punt: "Door de manier waarop de onlinebankapplicatie van de kassier van het Gewest (Belfiusweb) is geconfigureerd, kan de rekenplichtige of diens plaatsvervanger autonoom bankverrichtingen uitvoeren zonder beperking qua bedrag en zonder dat het IT-systeem controleert of er een van een bevoegde ordonnateur afkomstige, regelmatige betalingsopdracht voorhanden is.
|
Antwoord | De meeste betalingen worden nu verricht d.m.v. betalingen in blok die door de Directie goedgekeurd worden. De personeelsleden die belast zijn met de betalingen, voeren de door SAP gegenereerde bestanden in Belfius in om deze te verrichten. Een klein deel van de stortingen gebeurt nog via manuele overschrijving omdat deze niet via SAP kunnen gebeuren. Om dit in goede banen te leiden, wordt een limiet ingesteld voor het aantal manuele overschrijvingen. De DBDMH gebruikt het door het Gewest ter beschikking gestelde instrument en is van mening dat de applicatie voldoet aan de bepalingen van de OOBBC. |