Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toekomst van de voormalige apotheek Kusnick aan de Leuvenseweg in Brussel

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 653)

 
Datum ontvangst: 29/05/2022 Datum publicatie: 07/07/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 23/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Sinds enige tijd staat de voormalige apotheek Kusnick aan de Leuvenseweg 22-24 in de Brusselse Vijfhoek leeg. Volgens het opschrift op de vitrine zou de apotheek opgericht zijn in 1826, maar pas sinds 2018 is het gebouw ook effectief beschermd. Het gaat om een imposante toonbank, uitstalramen en monumentale wandrekken versierd met gebeeldhouwde elementen in Vlaamse neorenaissance en neogotiek, een stijlenvermenging die eigen is aan de eclectische architectuur.

Sinds enige tijd staat handelszaak zelf echter leeg. Gezien de unieke historische en erfgoedkundige waarde van de voormalige apotheek is dit bijzonder jammer.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Welke toekomst voorziet de Brusselse Regering voor deze historische voormalige apotheek? Hebt u reeds contact opgenomen met de eigenaar om te zien welke functie er gegeven kan worden aan de voormalige handelszaak? Zo ja, kan u nader toelichten in hoeverre de toekomstvisie van de Regering overeenkomt met die van de eigenaar?

  • Welke gewestelijke middelen worden voorzien voor het onderhoud en de renovatie van de voormalige handelszaak? In hoeverre draagt ook de eigenaar bij tot deze kosten?

  • Hebt u reeds de mogelijkheden onderzocht om de voormalige handelszaak vanuit gewestelijk initiatief een andere invulling te geven, waarbij de historische of erfgoedkundige waarde van het pand in de kijker gezet kan worden? Zo ja, kan u deze nader toelichten? In welke mate maakt de Regering werk van de ontsluiting van deze historische apotheek?

 

 
 
Antwoord    De apotheek Kusnick blijft privaat eigendom en het is dus in de eerste plaats de eigenaar die verantwoordelijk is voor de toekomst van zijn gebouw. Urban kan uiteraard wel advies verlenen aan een eigenaar om een kwaliteitsvol project te verkrijgen. In dit geval zou het interessant zijn dat de apotheek blijft bestaan en opnieuw zou worden geopend, maar als dat om de een of andere reden niet mogelijk zou zijn, zou ook een ander gebruik kunnen worden gefaciliteerd. De regelgeving staat dat doe.


Artikel 8 van het GBP voorziet de mogelijkheid dat een goed dat tot het onroerend erfgoed behoort,
kan worden bestemd voor huisvesting, productieactiviteiten, handelszaken, kantoren of hotelinrichtingen, voor zover bewezen is dat de oorspronkelijke bestemming onmogelijk kan worden behouden zonder de architecturale structuur te wijzigen en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking en aan het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen zullen onderworpen zijn.

Er bestaan twee voorbeelden van bewaarde apotheken die momenteel niet meer als dusdanig worden gebruikt. Dat is het geval voor de apotheek Delacre, waarvan de inrichting bewaard is gebleven, in Coudenberg 64 in Brussel, die nu een cocktailbar is. Hetzelfde geldt voor de apotheek Bon Secours in de Anspachlaan 160, ook in Brussel, die wordt gebruikt als Oxfam-wereldwinkel. De derde bewaarde apotheek is Pharmacie Botanique in de Kruidtuinlaan 36 in Brussel, die nog altijd in die functie wordt gebruikt.


Voor apotheek Kusnick gelden dezelfde regels als voor andere beschermde gebouwen. Deze werken kunnen worden gesubsidieerd. Het gaat om een subsidie voor onderhouds- en restauratiewerken die noodzakelijk zijn om het beschermde goed in goede staat te bewaren en om vooronderzoek uit te voeren dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die werken. Niet alle werken op een beschermd goed komen in aanmerking voor subsidies. Het gaat bijvoorbeeld om werken zonder erfgoedbelang, werken die noodzakelijk zijn geworden door een inbreuk, ongeschikt onderhoud of nalatigheid van de eigenaar om het goed in goede staat te houden. Het subsidiebedrag wordt toegekend binnen de limieten van de begrotingskredieten en wordt berekend of beperkt op basis van een bepaald aantal criteria zoals het bestek en de offertes. Het gewestelijke subsidiebedrag bedraagt 40% van de subsidieerbare kosten. De eigenaar neemt dus 60 % van het bedrag op zich. Het vooronderzoek wordt voor 80 % gesubsidieerd.

Het gebruik van dit goed blijft op het eerste gezicht bestemd voor privéactiviteiten.