Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verkoop van gebouwen in Gulledelle

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 657)

 
Datum ontvangst: 02/06/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 14/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/06/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Ik heb vernomen dat een gebouwencomplex in Gulledelle (1200 Brussel), waarvan het Gewest een van de eigenaars is, te koop wordt aangeboden op biddit.

Dit gebouwencomplex heeft een symbolische waarde voor het Gewest, maar ook voor mij als voormalig minister van Leefmilieu, aangezien het jarenlang de zetel van Leefmilieu Brussel is geweest. De gebouwen bevinden zich op een strategische plek in het Gewest: aan de ingang van het Gewest tussen kantoorgebouwen en appartementsgebouwen.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  • Zijn er bijzondere stedenbouwkundige voorwaarden verbonden aan de verkoop van deze gebouwen?

  • Zo ja, welke?

  • Zo niet, werd de verkoop van het gebouw vooraf besproken binnen het Gewest? Met Urban? Met de BMA? Indien er geen overleg is geweest, hoe wordt dat dan gerechtvaardigd?

Om de transparantie en de coherentie van de projecten van ons Gewest te bevorderen, lijkt het mij hoe dan ook van essentieel belang te zorgen voor een duidelijke methode van intra-gewestelijk overleg en bespreking vóór elke verkoop van eigendommen van het Gewest. Hoe vroeger de dialoog over de kwaliteit van een project op gang komt, hoe meer deze vruchten zal afwerpen.

Ter herinnering ten slotte, bepaalt het besluit van het BWRO sinds september 2019 in artikel 11/1 dat voor alle vergunningsaanvragen voor projecten van in totaal meer dan 5.000 m² vloeroppervlakte een adviesaanvraag bij de BMA moet worden ingediend om het toe te voegen aan het vergunningsaanvraagdossier.

 
 
Antwoord    De verkoop van de gebouwen moet aan de bijzondere stedenbouwkundige voorwaarden voldoen, want het perceel en de gebouwen in kwestie bevinden zich in een duidelijk reglementair kader.

Volgens het GBP bevindt het perceel zich in administratief gebied, langs een structurerende ruimte. Bovendien bevindt het goed zich in de perimeter van het bijzonder bestemmingsplan (BBP) “BBP nr. 60 GOUDDALWIJK (zone noord)”, dat op 17/07/1991 het voorwerp heeft uitgemaakt van een besluit van het type “Wet 62 – Besluit BBP”.

Er is geen voorafgaandelijke raadpleging geweest van de betrokken regionale administraties omtrent eventuele andere of bijkomende stedenbouwkundige randvoorwaarden.
Recent zijn we gestart met de praktijk van de ‘Urban Ruling’ of ‘Projectlines’, die de gewenste ontwikkeling van grotere projecten moeten omkaderen. Deze praktijk is nog geen algemene regel, en wordt dus nog niet op elke verkoop en/of ontwikkeling toegepast. Het is wel de bedoeling dit instrument de komende jaren verder uit te rollen, en bij voorkeur in te schrijven in het BWRO als een duidelijk omkaderde procedure.

Het is zeker ook mijn wens dat de gewestelijke Regie zelf maximaal gebruik maakt van de Urban Ruling. Het feit dat dit een gebouw in mede-eigendom betreft met verschillende eigenaren, heeft allicht de situatie niet eenvoudiger gemaakt. Net zoals we dit instrument toepassen voor andere overheden, bvb. voor de Vlaamse Overheid betreffende het Ferraris-gebouw in de Noordwijk, of voor private partijen zoals Proximus bij de herontwikkeling van haar torens in de Noordwijk, zal ik er in samenspraak met de Minister-President voor ijveren dat ook de gewestelijke Regie zich zo snel mogelijk in deze methodiek inschrijft, in afwachting van een reglementaire verankering van de Urban Ruling.