Zich bewust van de noodzaak om het energieverbruik van hun huurders te verminderen, spannen de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en de Openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) zich in om nieuwe openbare woningen te bouwen met hoge energieprestaties en het energie-efficiëntieniveau van het bestaande sociale huurwoningenbestand te verhogen. Aldus verhuren de OVM’s nu een aantal passief-, lage energie-, of zeer lage energiewoningen, wat niet enkel de CO2-uitstoot vermindert maar ook de energiefactuur van hun huurders. Artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen bepaalt echter dat de gezinnen in een sociale passief-, lage energie- of zeer lage energiewoning een huurtoeslag moeten betalen bovenop de werkelijke huurprijs. Deze huurtoeslag houdt rekening met de energieprestaties van de woningen en de besparingen dankzij deze prestaties op het vlak van verwarming.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1- Hoeveel gezinnen dienden volgens de gegevens van de BGHM een huurtoeslag te betalen voor een sociale passief-, lage energie- of zeer lage energiewoning in 2021? Kunt u ons een tabel bezorgen met de verdeling van deze gezinnen over de zestien Brusselse OVM’s?

2- Wat was de gemiddelde maandelijkse huurtoeslag die in 2021 werd gevraagd voor:

• Een sociale passiefwoning;

• Een sociale lage energiewoning;

• Een sociale zeer lage energiewoning?

3- Kunt u ons het totaalbedrag van de inkomsten meedelen dat de OVM’s in 2021 hebben verkregen uit de huurtoeslagen voor passief-, lage energie- of zeer lage energiewoningen? Kunt u ons tevens een tabel bezorgen met de verdeling van deze inkomsten over de zestien OVM’s?