Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit in het kader van de taxi-ordonnantie

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 851)

 
Datum ontvangst: 22/06/2022 Datum publicatie: 09/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/07/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Tijdens de desbetreffende parlementaire besprekingen deelde u ons mee dat de nieuwe taxi-ordonnantie in tweede en derde lezing aan de Gegevensbeschermingsautoriteit was voorgelegd. Ter herinnering: de eerste lezing omvatte nog niet alle elementen van gegevensverwerking en bood de Gegevensbeschermingsautoriteit dus niet de mogelijkheid om de tekst echt te bestuderen. Het verslag van de GBA zelf maakt dit duidelijk, aangezien dit advies op 8 december 2021 met spoed werd gevraagd. D.w.z. 6 dagen na de eerste lezing. Tevens wordt gepreciseerd dat zij zich, gezien de urgentie, zal beperken tot het bespreken van de "aandachtspunten". De GBA bevestigde ons ook dat dit het enige advies was dat zij in het kader van de taxi-ordonnantie had uitgebracht. Dit doet dus twijfel rijzen over de vraag of dit advies op basis van de juiste lezing is uitgebracht.

Voorts noemt de Autoriteit in haar verslag drie soorten verwerking problematisch, en in het bijzonder het "real time"-karakter ervan:

"In dit verband is de Autoriteit van oordeel dat drie soorten gegevensverwerkingen die door het voorontwerp worden ingevoerd, niet in verhouding lijken te staan tot de nagestreefde doelstelling van algemeen belang. Het betreft de toegang van de Administratie en de overdracht in real time aan de Administratie door enerzijds de exploitanten van een taxidienst (artikel 24, § 2) en anderzijds de platformbeheerders van de gegevens betreffende de geboekte en uitgevoerde ritten alsook betreffende de door de chauffeurs gepresteerde arbeidstijd (artikel 27, § 2, 4°), (zie punten j. en l hierna). Evenzo, wat betreft de eventuele invoering door de Regering van een informaticasysteem dat bestaat uit een verzameling van alle soorten ingevoerde gegevens die zijn ontvangen, uitgewisseld of opgeslagen in het kader van de procedures of formaliteiten bedoeld in het voorontwerp van ordonnantie artikel 45) (zie punt n. hierna).”

Nochtans is elk van deze verwerkingen terug te vinden in artikel 46 van de ordonnantie.

De Autoriteit verklaart ook dat er in dit stadium nog geen effectbeoordeling is uitgevoerd en dat een eventuele effectbeoordeling aan haar zal moeten worden voorgelegd.

Mijn vragen zijn dus de volgende:

  • Op basis van welke lezing van de tekst heeft de GBA zich uitgesproken?

  • Wat rechtvaardigde de "spoed" van dit advies, waardoor het beknopt was, of gedeeltelijk?

  • Waarom werden de gegevensverwerkingen in real time die de Autoriteit als problematisch had aangemerkt, behouden? Waarom werd geen rekening gehouden met het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit over deze kwestie?

  • Wanneer bent u van plan een effectbeoordeling uit te voeren? Als die negatief uitvalt, moet u dan de ordonnantie zelf wijzigen, en zal dit opnieuw tot vertraging leiden bij de tenuitvoerlegging van de ordonnantie?

 

 

 

 
 
Antwoord    Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) is gebaseerd op het voorontwerp van ordonnantie dat op 25.11.2021 in eerste lezing is aangenomen door de regering.

Conform artikel 26, §1 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit kan de GBA de termijn om advies uit te brengen verminderen "in speciaal met redenen omklede dringende gevallen". In voorliggend geval was de adviesaanvraag speciaal met redenen omkleed door de juridische actualiteit (een arrest van het Hof van Beroep op 24 november 2021, opschorting van de Uberdiensten) en door de socio-economische risico's die de sector van de huurvoertuigen met chauffeur liep naar aanleiding van de opschorting van de Uberdiensten. Na analyse van de aangehaalde redenen stemde de GBA in met de dringendheid van de situatie en bracht dienovereenkomstig haar advies uit.

Na de eerste lezing werd het ontwerp van ordonnantie gewijzigd, onder andere om rekening te houden met het advies van de GBA over het punt betreffende de realtime mededeling van de informatie. Zodoende worden de gegevens bedoeld in artikel 43, §1, 10° (gegevens over de verrichte ritten) niet langer in real time meegedeeld, maar op het eind van elke rit. Het Bestuur kan enkel nog toegang krijgen tot die gegevens in het kader waarin voorzien wordt door artikel 43, §8. Zodoende kan het Bestuur, voor de gegevens over de ritten, enkel nog toegang krijgen tot de gegevens in het kader van een administratief en/of strafrechtelijk onderzoek dat betrekking heeft op de naleving van de bepalingen van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, bij een klacht, om het ter beschikking stellen van een voertuig na te gaan.

Een effectbeoordeling inzake gegevensbescherming zoals bedoeld in artikel 35.3 van de AVG vond plaats en werd op 10 juni 2022 aan mijn Bestuur bezorgd. Deze is positief en stelt geen "residueel risico" vast.