Schriftelijke vraag betreffende het toezicht op de gemeentelijke vzw’s
- Indiener(s)
- Mathias Vanden Borre
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 993)
Datum ontvangst: 23/06/2022 | Datum publicatie: 05/08/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 05/08/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
06/07/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Op 25 mei vorig jaar kregen we n.a.v. mijn vraag om uitleg een laatste stand van zaken wat betreft het aantal gemeentelijke vzws die onder de bepalingen van de ordonnantie van 5 juli 2018 vallen. Volgens de minister bedroeg het aantal gemeentelijke vzws toen 124. Maar de minister vergat blijkbaar de gemeentelijke vzws van Koekelberg te vermelden. Die zou volgens de eerste en tweede stand van zaken (respectievelijk gegeven op 15 september 2020 en 26 januari 2021) vier gemeentelijke vzws hebben. Wat het aantal op 128 zou moeten brengen. De eerste lijst ontvingen we n.a.v. de wijzigingsordonnantie betreffende de gemeentelijke bestuursvormen. Toen bevatte die lijst d.d. 15 september 2020 129 gemeentelijke vzws. Een klein verschil van 1 tussen de lijst van 15 september 2020 en die van 25 mei 2021. Maar als we kijken per gemeente, zijn de verschillen groter. Zo werd het aantal gemeentelijke vzw van de stad Brussel gereduceerd van 27 naar 20, die van Sint-Lambrechts-Woluwe van 14 naar 8 en die van Etterbeek van 3 naar 2. Bij een aantal gemeenten steeg het aantal gemeentelijke vzws: voor Schaarbeek van 9 naar 13, Ukkel van 9 naar 11, Sint-Gillis van 4 naar 7 en Sint-Agatha-Berchem van 3 naar 5. Het aantal gemeentelijke vzws voor Jette en Watermaal-Bosvoorde steeg voor beide gemeenten van 3 naar 4. Die fluctuaties hebben vooral te maken met het feit het voor de gemeentelijke administraties uitermate moeilijk was om na te gaan onder welk specifiek wettelijk kader die gemeentelijke vzw's werden opgericht of welk juridisch statuut ze hebben. Daarnaast bevatten de lijsten die de minister reeds heeft meegedeeld heel wat slordigheden: zo zijn een aantal ondernemingsnummers verkeerd of helemaal niet vermeld. Dit boezemt me weinig vertrouwen in en ik vraag me af of deze gewestregering haar toezicht op de gemeenten wel serieus neemt. In dat verband heb ik de volgende vragen:
|
Antwoord | 1. Op heden zijn er 124 gemeentelijke vzw’s. U vindt het register in bijlage Het originele register is consulteerbaar de op website van Brussels Plaatselijke Besturen onder de titel “gemeentelijke vzw’s”. De bijgewerkte versie wordt eerstdaags eveneens gepubliceerd op de website. 2. Het aantal personeelsleden dat wordt ingezet voor het toezicht op de gemeentelijke vzw’s is geen vast gegeven. Het personeel dat instaat voor het toezicht op alle plaatselijke besturen behandelt op heden ook de toezichtdossiers voor de gemeentelijke vzw’s. Er waren in totaal 25 dossiers toezicht voor de gemeentelijke vzw’s, waarvan de meerderheid het doorzenden van de lijst van de akten door een vzw betrof. Er dient wel te worden opgemerkt dat de vzw’s hun lijsten niet altijd in de correcte vorm verzenden waardoor ze niet altijd correct worden vermeld in de applicatie voor dossierbeheer. 3. Tot op heden was er geen aanleiding om proactief akten op te vragen bij gemeentelijke vzw’s. 4. In 2018 was er een klacht van een sportclub tegen de gemeentelijke vzw Bains de Bruxelles. De klacht betrof de verbreking van een contractuele relatie tussen de sportclub en de vzw. Er werd in dat dossier een maatregel van toezicht genomen, waarbij de beslissing van deze gemeentelijke vzw werd geschorst. De schorsing werd echter opgeheven om niet in te gaan tegen een rechterlijke uitspraak die tussenkwam in het dossier. 5. De vzw’s opgericht vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie van 5 juli 2018 (dus vóór 1 september 2018) moeten tot 1 september 2022 enkel hun lijsten met beknopte beschrijving van de akten doorsturen. Op die lijsten staan ook de akten die normaal gezien in extenso zouden moeten worden opgestuurd. De administratie ontvangt op heden slechts een gedeelte van de lijsten van de gemeentelijke vzw’s. De 4 vzw’s die zijn opgericht na 1 september 2018 moeten verplicht een aantal akten in extenso aan de toezichthoudende overheid overmaken (opgenomen in artikel 44 van de ordonnantie), alsook de akten met een beknopte beschrijving (art. 45 van de ordonnantie). De administratie ontvangt op heden slechts een gedeelte van de akten en lijsten van de gemeentelijke vzw’s. 6. De meerderheid van de vzw’s moet pas vanaf 1 september 2022 akten in extenso, waaronder wijzigingen aan de statuten, doorsturen. Er wordt tot op heden geen actief nazicht gedaan van de statuten van de gemeentelijke vzw’s. 7. Ik verwijs naar het antwoord op uw vierde vraag. |