Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de raadplegings- en overlegprocedures tussen het Gewest en de 19 gemeenten

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 996)

 
Datum ontvangst: 28/06/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/08/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/07/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Op de agenda van de Ministerraad van 16 juni 2022 merkte ik op dat een beslissing betreffende de raadplegings- en overlegprocedures tussen het Gewest en de 19 gemeenten sinds 17 november 2021 maar liefst 25 keer verdaagd naar een volgende ministerraad.

Ik vermoed dat dit agendapunt te maken heeft met het platform “G+19”. Volgens het regeerakkoord zal de regering via dat platform “het optreden van het Gewest en de gemeenten op regelmatige basis coördineren” en zal het “minstens tweemaal per jaar samenkomen om in dialoog te treden over de strategische en operationele doelstellingen”.

Hierover ondervraagd in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van 15 maart 2022, verklaarde de minister dat “binnen de gewestregering het coördinatieplatform G+19 werd besproken, maar er nog geen consensus werd bereikt over de precieze vorm die het platform moet aannemen” en dat het “het overleg evenwel wordt voortgezet om de verbintenis op pagina 118 van het regeerakkoord na te komen en uit te voeren”.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

  1. Wat zorgt ervoor dat er binnen de regering geen consensus bereikt wordt over het platform G+19? Welke tegenstellingen zijn er?

  2. Voor de G+19 werd een prospectieve nota aan de regering voorgelegd. Werd die reeds besproken door gemeenten? Wat was het resultaat van die bespreking?

  3. Naast de oprichting van het platform G+19 is het de bedoeling dat iedere minister binnen zijn of haar eigen bevoegdheden moet zorgen voor een coördinatie met de gemeentecolleges. Op die manier zal het gewestelijk toezicht versterkt worden. Wat is de stand van zaken van die bepaling van het regeerakkoord? In welke mate is er reeds structurele coördinatie tussen de gewestelijke ministers en de gemeentecolleges. In welke mate werd het gewestelijk toezicht daardoor versterkt?

 
 
Antwoord    Er is geen fundamentele onenigheid binnen de regering over de oprichting van het platform R+19. Er was geen verzet tegen dit project, waarvan de oprichting, zoals u zelf opmerkt, is voorzien in het regeerakkoord. De besprekingen gingen hoofdzakelijk over de praktische details van de tenuitvoerlegging.


In dit verband werd besloten overleg te plegen met de burgemeesters alvorens de besprekingen in de regering voort te zetten. Tot op heden hebben wij de schriftelijke bijdrage van de Conferentie nog niet ontvangen. De noodgevallen binnen de Conferentie van Burgemeesters, met name in verband met de crisis in Oekraïne, verklaren de vertraging in dit dossier.
De coördinatie tussen de gewestregering en de gemeenten vindt momenteel plaats via Brulocalis of via de Conferentie van Burgemeesters, waarvoor de ministers worden uitgenodigd afhankelijk van het betrokken onderwerp. De oprichting van de R+19 zal het mogelijk maken een meer structureel kader voor deze coördinatie te scheppen.