Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen winkelcriminaliteit in Brussel

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 852)

 
Datum ontvangst: 28/06/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 19/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/06/2022 Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag p.m.
06/07/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Winkeldiefstallen vormen een ware plaag voor handelaars, maar helaas blijven ze maar al te vaak onbestraft. Winkeliers doen zelfs vaak geen aangifte meer, omdat de politie toch slechts zelden ter plaatse komt. En wanneer er dan toch een pv wordt opgemaakt, wordt die vaak geseponeerd. Die straffeloosheid frustreert de handelaars, want ze verliezen er veel geld aan.

De federale minister van Justitie heeft onlangs een zogenaamd ‘lik op stuk’-beleid aangekondigd voor kleine (winkel)criminaliteit. Daardoor kan de politie bij aankomst op de plaats van de feiten meteen zélf een ‘onmiddellijke schikking’ voorstellen aan de winkeldief. Als de dief betaalt, vervalt de strafvordering. Betaalt hij niet, dan wordt er een pv opgemaakt dat naar het parket gaat.

Verschillende organisaties, zoals UNIZO, zouden graag iets verder gaan en een gelijkaardige regeling als in Nederland invoeren. Bij onze noorderburen bestaat er immers een systeem waarbij de handelaar aan een betrapte winkeldief zélf een minnelijke schikking kan voorstellen. Het bedrag van die schadevergoeding ligt wettelijk vast (momenteel €181). Stemt de dief in, dan hoeft de politie niet meer langs te komen. Momenteel wordt dat dus nog niet voorzien. Desalniettemin moet een nieuw federaal initiatief zorgen voor een betere bescherming van onze handelaars tegen diefstallen, zeker aangezien velen van hen ook last hebben van herhaaldelijke inbraken.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Welke rol speelt Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) in de strijd tegen winkeldiefstallen en tegen winkelinbraken? Zijn er onlangs initiatieven ontstaan in dit kader?

  • Voert u of BPV een overleg met de Brusselse politiezones, de Brusselse gemeenten of handelaarsverenigingen in verband met deze problematiek? Bestaat er daaromtrent een gecoördineerde strategie op niveau van het Gewest?

  • In hoeverre zijn er bepaalde proefprojecten lopende tegen winkeldiefstal bij de Brusselse politiezones ?

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag :

De cijfers van de politiediensten zijn weliswaar niet altijd een getrouwe weergave van de omvang van een misdaadverschijnsel, maar diefstallen worden doorgaans in vrij veel gevallen aangegeven. Het aantal aangiftes leunt dus dicht aan bij het werkelijke aantal gepleegde feiten. Daarom zou ik enkele cijfers willen geven om de context te schetsen. Het aantal door de politie geregistreerde winkeldiefstallen in het Brussels Gewest is al tien jaar in dalende lijn. Het gaat zelfs om een zeer sterke daling. Zo werden er in 2014 nog 3.068 diefstallen opgetekend, maar in 2020 was dat aantal met vijftig procent gedaald tot 2.064. De meeste diefstallen worden gepleegd in voedingswinkels (40% in 2020). Daarnaast worden kleding (22%) en parfum en schoonheidsproducten (10%) het meest gestolen.


Wanneer we de evolutie in detail bekijken, stellen we vast dat het aantal diefstallen in voedingswinkels sinds 2015 stabiel is, maar dat het aantal diefstallen van kleding en parfum sterk afneemt. Enkel het aantal diefstallen van tabakswaren neemt toe.


Veertig procent van de dossiers wordt niet geseponeerd en komt dus voor het gerecht.


We stellen ons daar uiteraard niet tevreden mee. Daarom zijn twee onderdelen van het vijfde hoofdstuk van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan gewijd aan de bestrijding van dit verschijnsel.

Ten eerste is het de bedoeling om de zichtbare en ontradende aanwezigheid van veiligheidspersoneel in de openbare ruimte en op het netwerk van het openbaar vervoer verder te optimaliseren om fenomenen zoals diefstal, afpersing en schade aan roerende en onroerende goederen te voorkomen.

Daarom krijgt de MIVB van Brussel Preventie en Veiligheid (BPV) een subsidie om de veiligheid op haar netwerk en dus ook die van de winkels in de MIVB-stations te versterken.

Daarnaast is een specifiek deel van de financiering van de politiezones bestemd voor de veiligheid op het openbaar vervoer.

Ten tweede is in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan bepaald om het aanbod van multidisciplinaire opleidingen over de verschillende fenomenen van eigendomsdelicten verder uit te rollen en te versterken om voort te bouwen op de bestaande expertise binnen het Gewest en bij te dragen tot de uitwisseling van goede praktijken tussen de actoren uit het werkveld.

In dat verband coördineert BPV in nauwe samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken het platform van de techno-preventieadviseurs, dat de referenten van de politiezones en de gemeenten meerdere keren per jaar samenbrengt. Hun opdracht bestaat erin diefstallen in gebouwen te voorkomen door advies te geven en bewustmakingsacties te ontwikkelen. Jaarlijks vindt een plenaire vergadering van het platform plaats, die geldt als continue opleiding voor de adviseurs waardoor hun kennis optimaal en actueel blijft.