1)

De regering heeft de derde cyclus van de stroomgebiedbeheerplannen (die in Brussel het Waterbeheerplan worden genoemd) nog niet definitief aangenomen. De goedkeuring in eerste lezing vond plaats op 31 maart en het plan maakt nu het voorwerp uit van de adviezen van de geraadpleegde instanties en raden en van een milieueffectenrapport over de voorgestelde maatregelen. Volgens het voorlopige tijdschema, en rekening houdend met een openbaar onderzoek van zes maanden, zou dat plan binnen een jaar definitief moeten worden aangenomen (in juni 2023).

2)

De vijfde pijler van het maatregelenprogramma van dit toekomstige Waterbeheerplan omvat maatregelen om de veerkracht van ons Gewest te versterken ten opzichte van het risico op droogte (en op overstromingen). In totaal hebben 19 maatregelen specifiek betrekking op droogte, en 5 andere houden er indirect verband mee.

3)

De Zenne is onlangs opnieuw opengelegd in het noorden van Brussel (stroomopwaarts van de waterzuiveringsinstallatie Brussel-Noord, eind 2021). Hoewel de verschillende projecten om de rivieren open te leggen slechts een indirecte impact zullen hebben op de grondwaterspiegel, het regenwaterbeheer en de droogte, zal de terugkeer van water naar de stad bijdragen tot de bestrijding van stedelijke hitte-eilanden en zo het stedelijke leefmilieu en de stad beter bestand maken tegen droogteperioden en de inwoners kwalitatieve openbare ruimten bieden. De toekomstige openlegging van de Zenne in het Maximiliaanpark en de renovatie van het park zijn inderdaad een gelegenheid om de manier waarop het regenwater beheerd wordt op plaatselijk niveau te herzien (de perimeter van het park en de directe omgeving). Het regenwaterbeheer zal daarom in het park worden geïntegreerd via inrichtingen van het type ‘greppels’ die ook met de Zenne zullen worden verbonden voor grotere neerslaghoeveelheden. Gezien de ondergrondse loop van de Zenne zijn andere mogelijkheden voor openlegging beperkt zonder te stoten op verschillende beperkingen. Er worden echter ook mogelijkheden overwogen ter hoogte van de Veeartsenstraat, de Anderlechtsepoort en Schaarbeek-Vorming. Ook wordt er nagedacht over een project betreffende de Woluwe aan de kant van de Vorstlaan.

4)

De laatste evaluatie van de ondoorlaatbaarheidsgraad van het gewestelijk grondgebied dateert van 2006, waardoor het moeilijk is om zich uit te spreken over de recente stand van zaken. Leefmilieu Brussel zal die kaart echter bijwerken in 2023 en opnieuw evalueren in 2027. In die zin is een overheidsopdracht gelanceerd die zal bestaan uit een analyse van de evolutie van de ondoorlaatbaarheid in het Gewest. Tegelijk heeft Leefmilieu Brussel in 2020 een vegetatiekaart^[1] gepubliceerd (omgekeerd evenredig met de ondoorlaatbaarheid, op enkele uitzonderingen na) die online kan worden geraadpleegd.

Het thema ondoorlaatbaarheid is heel actueel. Hoewel in het in 2018 goedgekeurde GPDO beoogd werd om de ondoorlaatbaarheid van de bodem in het Gewest te verminderen via met name meer bewustmaking en samenwerking tussen de gemeentelijke en gewestelijke autoriteiten voor stedenbouw, en aangezien die ambitie niet gepaard ging met een becijferde doelstelling of een concrete uitvoeringsmaatregel, kan empirisch worden vastgesteld dat de ondoorlaatbaarheid in de stad toeneemt. De herziening van het GBP en de lopende herziening van de GSV (Good Living) zullen de regering de gelegenheid bieden om beslissingen te nemen over het beleid dat op dat gebied moet worden gevoerd.