Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sluiting van een samenwerkingsakkoord voor de ontwikkeling van een screeningmechanisme voor buitenlandse investeringen.

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 678)

 
Datum ontvangst: 07/06/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/07/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In antwoord op een schriftelijke vraag die ik u in augustus jongstleden heb gesteld, gaf u aan dat "men nog altijd bezig [is] met het uitwerken van het mechanisme voor het screenen van de buitenlandse investeringen waarbij alle Belgische institutionele partners worden betrokken. Er zijn bijgevolg momenteel nog geen gescreende investeringen in België, en a fortiori ook nog geen meldingen aan de andere lidstaten.”

Op 1 juni heeft de eerste minister meegedeeld dat de verschillende regeringen van ons land een samenwerkingsakkoord hadden bereikt voor de ontwikkeling van een screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen in gevoelige sectoren die van belang zijn voor de openbare orde en veiligheid of strategische belangen.

De op te richten interfederale screeningcommissie zal bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende overheidsinstanties en administratieve ondersteuning krijgen van de FOD Economie.

In zijn persbericht geeft de eerste minister echter aan dat een dergelijk mechanisme de internationale aantrekkingskracht van België niet mag schaden.

Aan de hand van deze elementen, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • In het persbericht staat dat het samenwerkingsakkoord in de loop van het jaar 2022 door de verschillende parlementen zal worden behandeld. Kunt u ons een indicatie geven van het tijdschema voor de goedkeuring van dit samenwerkingsakkoord door het Brussels Parlement?

  • Welke administratie zal het Brussels Gewest vertegenwoordigen in de interfederale screeningcommissie? Is er extra personeel nodig? Zo ja, hebt u reeds een raming gemaakt van de kosten die deze nieuwe opdracht met zich meebrengt?

  • Ten slotte gaf u in uw schriftelijk antwoord van 24 september 2021 in antwoord op mijn vraag over de economische betrekkingen met China aan dat Hub.brussels enkel zicht had op de zogenaamde “greenfield”-investeringen. Bent u van plan een screening uit te voeren van de buitenlandse investeringen in de sectoren waarop de screening van investeringen betrekking heeft (kritieke infrastructuur; essentiële technologie en productiemiddelen; levering van basisgoederen; toegang tot gevoelige informatie; private beveiligingssector; vrijheid en pluralisme van de media)? Zo ja, welke acties zijn gepland indien strategische afhankelijkheden worden vastgesteld?

 
 
Antwoord    Voor een open economie als België zijn buitenlandse directe investeringen een belangrijke bron van economische groei.

De buitenlandse investeringsstromen zorgen naast economische activiteit en tewerkstelling ook voor kennisoverdracht en innovatie. De geopolitieke evoluties sinds het begin van deze eeuw hebben echter geleid tot groeiende ongerustheid over de risico’s die buitenlandse directe investeringen met zich mee kunnen brengen voor onze nationale veiligheid, publieke orde en strategische belangen.

In bepaalde gevallen kunnen buitenlandse investeringen eerder ingegeven zijn door strategische en politieke doelstellingen dan door economische beweegredenen. Dit kan met name het geval zijn bij investeringen door bedrijven die direct of indirect gecontroleerd worden door buitenlandse overheden.
In België zijn de voorbije jaren verscheidene investeringsdossiers in de openbaarheid gekomen waarbij vragen gesteld werden bij de mogelijke risico’s van deze buitenlandse investeringen voor de veiligheid van het land. Het blijkt meer en meer noodzakelijk om het schaden van de essentiële belangen zoals openbare orde en nationale veiligheid door buitenlandse investeringen te kunnen voorkomen. Verschillende landen werkten bijgevolg al mechanismen uit om deze buitenlandse investeringen te screenen en zo nodig bij te sturen of te verbieden.

Vanuit deze groeiende bezorgdheid werd gewerkt aan een gezamenlijke, Europese benadering van een mogelijke screening van buitenlandse directe investeringen.
Dit resulteerde op 19 maart 2019 in het aannemen van Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie. Deze Verordening voorziet in een Europees kader voor lidstaten die al over een screeningsmechanisme beschikken of een mechanisme willen invoeren, om te waarborgen dat alle mechanismen voldoen aan enkele basisvereisten zoals een beroepsmogelijkheid, non-discriminatie tussen verschillende derde landen en transparantie.

Het voorziet ook in een samenwerkingsmechanisme tussen de lidstaten en de Commissie om informatie uit te wisselen en bezorgdheden onder de aandacht te brengen met betrekking tot buitenlandse directe investeringen die een bedreiging vormen voor de veiligheid en de openbare orde. De Europese Unie speelt voornamelijk een coördinerende rol, met voldoende discretionaire bevoegdheid voor de individuele Lidstaten om al dan niet een mechanisme toe te passen. De nationale veiligheidsbelangen vallen onder de bevoegdheid van de lidstaten waardoor er geen verplichting is voor de lidstaat om een mechanisme vast te stellen. In 18 Lidstaten zijn wel reeds nationale screeningmechanismen van kracht.

Naar aanleiding van de coronapandemie en de militaire agressie tegen Oekraïne, die de focus richtten op enerzijds nieuwe strategische sectoren en anderzijds nieuwe problematische investeerders, vaardigde de Europese Commissie mededelingen uit waarin het belang van nationale screeningsmechanismen nog eens werd benadrukt en de Lidstaten dringend werden opgeroepen om een screeningmechanisme voor buitenlandse directe investeringen op te zetten of uit te breiden.

De inspanningen om te komen tot een nationaal screeningsmechanisme leidden in België tot het Samenwerkingsakkoord tot het invoeren van een mechanisme voor de screening van buitenlandse directe investeringen. Het Akkoord wil een evenwicht vinden tussen het blijven openstaan voor buitenlandse investeringen en het beschermen van de nationale veiligheid, de openbare orde en de strategische belangen. Het Samenwerkingsakkoord werd gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Franstalige Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en werd op 1 juni 2022 goedgekeurd door het Overlegcomité.

Het werd op 30 juni door de Brusselse regering in een 1e lezing behandeld, dewelke tot doel heeft het advies aan Brupartners en de Raad van State te vragen voor het zomerreces. Het akkoord zal dan, na ontvangst en verwerking van vermelde adviezen en goedkeuring hiervan door de Brusselse regering in 2e lezing aan het Brusselse Parlement worden voorgelegd. De exacte timing hiervan hangt samen met het tijdstip van ontvangst alsook de inhoud van dit advies.

Het dient nog bepaald te worden welke Brusselse administratie de opvolging van de dossiers die door het screeningsmechanisme gevat worden zal behartigen, alsook welke middelen hiervoor nodig zijn.

Een dergelijke algemene post-investeringsscreening die u aanhaalt is niet voorzien en valt buiten het toepassingsgebied van het screeningsmechanisme. Het is net omdat de verschillende regionale en nationale diensten vandaag geen zicht hebben op de inkomende green- of brownfield investeringen, dat er een aanmeldingsplicht wordt ingevoerd voor bepaalde investeringen die onder het toepassingsgebied vallen. Specifiek voor de greenfield investeringen zal in de toekomst worden bekeken in intra-federaal overleg hoe deze in het screeningsmechanisme kunnen worden geïntegreerd.