Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de terugbetaling aan huurders van de onroerende voorheffing voor kinderen ten laste en het specifieke probleem bij de sociale verhuurkantoren (SVK's) voor 2019

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 493)

 
Datum ontvangst: 07/07/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 19/09/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op onroerend goed. Zij is verschuldigd door de eigenaar (vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder) van het betrokken goed.

Onlangs heb ik u op 5 oktober 2020 een vraag gesteld over de vertragingen bij de administratie wat het beheer van de nieuwe bevoegdheden betreft.

Een belangrijk deel van mijn vragen had betrekking op de verminderingen van de onroerende voorheffing voor eigenaars die hun eigendom in beheer geven bij een SVK.

Sindsdien had een automatische overdracht met de SVK’s de verminderingen voor kinderen ten laste van de genoemde onroerende voorheffing en de teruggave daarvan aan de huurders moeten vergemakkelijken.

Bij de SVK's klagen veel gezinnen dat zij geen gebruik kunnen maken van de vermindering voor kinderen ten laste. De SVK's beweren immers dat deze vrijstelling moet worden verleend door de gewestelijke diensten en niet door de kantoren zelf, op voorwaarde dat de huurders deze aanvragen. Deze interpretatie ontneemt veel van de meest kwetsbare gezinnen deze vermindering van de onroerende voorheffing voor kinderen ten laste, en zou moeten leiden tot een grotere proactiviteit van de openbare actoren en de administratie, opdat niemand wordt vergeten.

Kunt u mij de volgende informatie verstrekken voor de jaren 2019, 2020 en 2021?

1. Hoeveel gezinnen met 2 of meer kinderen komen in theorie in aanmerking voor verminderingen voor kinderen ten laste in het Brussels Gewest?
2. Hoeveel wonen er als eigenaar in een woning?
3. Hoeveel wonen er als huurders in een woning?
4. Hoeveel gezinnen met 2 of meer kinderen hebben de vermindering van de onroerende voorheffing genoten?
5. Hoeveel van deze gezinnen waren huurders?
6. Hoe verklaart u dat niet 100% van de gezinnen deze vermindering heeft?
7. Hoe kunnen zij hun situatie regulariseren?
8. Welke methoden zijn er ingevoerd om de situatie te verhelpen waarin de huurders van SVK-woningen de vermindering van de onroerende voorheffing voor kinderen ten laste niet ontvangen?
9. Wat is de administratieve procedure om deze vermindering te verkrijgen, aangezien de SVK's verwijzen naar Brussel Fiscaliteit, die naar de SVK's verwijst?
10. Hoeveel gezinnen met 2 of meer kinderen hebben deze vermindering genoten?
11. Welk percentage van gezinnen met 2 of meer kinderen die in een SVK-woning wonen, geniet deze vermindering?



 

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen.

Vooreerst bedroeg het aantal gezinnen die hebben genoten van een vermindering voor kinderbijslaggerechtigde kinderen (extractie dd. 2 september 2022):

- in 2018: 53.110 gezinnen;
- in 2019: 53.279 gezinnen;
- in 2020: 52.647 gezinnen;
- en in 2021: 52.628 gezinnen.

Verder in mijn antwoord kom ik nog terug op de gezinnen met kinderen die in een huurwoning wonen die ter beschikking wordt gesteld via een sociaal verhuurkantoor (SVK).

Daar de persoonsgebonden vermindering voor gehandicapte personen kinderen kan bevatten, geef ik u eveneens volgende cijfers mee:


- in 2018: 21.577 gezinnen;
- in 2019: 23.394 gezinnen;
- in 2020: 22.375 gezinnen;
- en in 2021: 24.441 gezinnen.


Bovenstaande cijfers liggen in lijn met de aantallen die voor de overname van de belasting werden toegekend door de FOD Financiën. Meer bepaald bedroeg het aantal gezinnen met vermindering wegens gezinslasten 78.788 (cumul cijfer van de vermindering voor kinderen ten laste en de vermindering voor gehandicapten personen – aanslagjaar 2015).

Zoals u weet, baseert Brussel Fiscaliteit zich voor de toekenning van de vermindering zich op gegevens uit federale authentieke bronnen (Rijksregister, Kruispuntbank Sociale Zekerheid, Kadaster, …).


Naast deze gegevens, moet eveneens een link kunnen worden gemaakt tussen de (gegevens van de) bewoners van een betrokken woning enerzijds en de kadastrale gegevens anderzijds, om de procentuele vermindering juist te kunnen toepassen. Een woning kan immers enerzijds bestaan uit 1 of meerdere patrimoniale percelen (voor hetzelfde adres) en anderzijds kan een patrimoniaal perceel (vb. Building) bestaan uit meerdere woningen.


De vermindering voor kinderen wordt in principe dus automatisch toegekend aan iedereen die volgens deze gegevens daarvoor in aanmerking komen en wanneer de datakruising tot een betrouwbaar resultaat leidt.

Brussel Fiscaliteit is daarvoor afhankelijk van de juistheid en de gegevenskwaliteit van deze bronnen.


Als zou blijken dat een vermindering niet automatisch werd toegekend, dient de belastingplichtige contact op te nemen met Brussel Fiscaliteit via de reguliere kanalen. Manueel toegekende verminderingen worden bovendien in principe automatisch verlengd voor volgende aanslagjaren, althans zolang de (gezins)situatie ongewijzigd blijft.


Voorts blijkt dat het aantal gecorrigeerde aanslagbiljetten voor aanslagjaar 2021 slechts 1,36% van alle inkohieringen uitmaakt. Een gecorrigeerd aanslagbiljet wordt opgemaakt wanneer een vrijstelling, vermindering of een andere correctie na het initieel aanslagbiljet werd uitgevoerd. Let op: het bovenstaande cijfer gaat dus niet enkel over de vermindering voor kinderen.



De fiscale administratie heeft sinds de overname van de dienst van de onroerende voorheffing veel inspanningen geleverd om de ‘foutenmarge’ van de datakruising te beperken.

Daar huurders geen aanslagbiljet ontvangen, is de kans groter dat deze groep geen vermindering heeft kunnen genieten.


Brussel Fiscaliteit geeft ook aan dat de uitrol van verschillende IT-gegevensuitwisselingsplatformen / -projecten de automatische toekenning van gunstregimes verder kunnen maximaliseren.

Brussel Fiscaliteit verwijst in deze context naar de gedane engagementen van het CIBG inzake de uitrol van een IT-beheerssysteem voor de SVK’en en de daarmee gepaarde informatie-uitwisseling met Brussel Fiscaliteit (tot heden zonder gevolg gebleven). Andere voorbeelden hiervan zijn BestAdress, het opzetten van een gewestelijke databank voor huurcontracten, het project woning paspoort, Renolution.


Voor wat betreft het aandeel huurders / eigenaars die genieten van een vermindering voor kinderen leert een rudimentaire uitgevoerde inschatting door Brussel Fiscaliteit ons dat de woning in 55% van de begunstigde gezinnen door de ontvanger van het aanslagbiljet zelf wordt bewoond. In de overige 45% gaat het dus over huurders of andere bewoners die eventueel ook een zakelijk recht bezitten.

In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 453 van collega Mevrouw Dufourny (medio 2022), heb ik toegelicht dat Brussel Fiscaliteit reeds veel inspanningen heeft geleverd om de Brusselaar, via haar verschillende communicatiekanalen, te informeren over de verminderingen waar huurders recht op kunnen hebben; ik heb toen ook aangegeven dat er ook in het kader van de communicatiecampagne rond aanslagjaar 2022 soortgelijke informatie zou worden verspreid.

Voor wat betreft de vermindering voor kinderen in het kader van goederen die verhuurd worden door een sociaal verhuurkantoor (SVK), dient in herinnering te worden gebracht dat woningen die via een SVK worden verhuurd, genieten van een nultarief in de onroerende voorheffing. Met andere woorden betalen eigenaars die hun woning via het SVK-regime ter beschikking stellen geen onroerende voorheffing.


Pro memorie: dit gunstregime werd in 2018 ingevoerd om eigenaars aan te moedigen hun huurwoning ter beschikking te stellen van het sociaal huisvestingsbeleid en om op die manier een antwoord te bieden op de grote nood aan betaalbare huurwoningen.

Daar de belasting reeds 0 EUR bedraagt, kan er dan ook geen vermindering voor kinderen toepassing vinden. De gevraagde cijfergegevens zijn dan ook niet voorhanden.