Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beheer van het asbestprobleem in sociale woningen

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 955)

 
Datum ontvangst: 08/07/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Afgelopen mei meldde de pers dat asbestverwijderingswerkzaamheden waren uitgevoerd aan de liften in de sociale woningen van de Molenbeekse Woningen te Beekkant. Die hadden de bewoners ongerust gemaakt, die niet op de hoogte waren van de aanwezigheid van asbest in de liften van de gebouwen. Molenbeekse Woningen heeft naar deze bezorgdheden geluisterd en de bewoners geïnformeerd - met name door de organisatie van een vraag- en antwoordsessie - dat de werkzaamheden overeenkomstig de door de asbestverwijderingsprocedures vereiste veiligheidsvoorschriften zouden worden uitgevoerd.

Kunt u ons informatie verstrekken over hoe het probleem van de aanwezigheid van asbest in sociale woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt beheerd? Wat zijn de verplichtingen van de OVM's met betrekking tot asbest? Zijn de OVM’s verplicht een inventaris bij te houden van de gebouwen of delen van gebouwen waarin asbest aanwezig is? Is die inventaris up-to-date? Zijn er asbestverwijderingswerkzaamheden gepland en vallen deze onder prioritaire of zelfs dringende werkzaamheden en ontvangen de OVM's in dit verband specifieke financiering?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De verplichtingen van de OVM's inzake asbest zijn van tweeërlei aard:

- Verplichtingen zoals bepaald in de Codex over het welzijn op het werk inzake de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest, die onder de bevoegdheid vallen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;

- En verplichtingen inzake de uitvoering van werken die zijn geïmpacteerd door asbesthoudende materialen In dat geval zijn de volgende besluiten en ordonnanties van toepassing:

o De ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
o De ordonnantie van 14 juni 2021 betreffende afvalstoffen;
o Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 april 2008 betreffende de voorwaarden die van toepassing zijn op de werven voor de verwijdering en de inkapseling van asbest;
o Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen;

o En het koninklijk besluit van 28 april 2017 (Codex over het welzijn op het werk).

Er moet worden opgemerkt dat Leefmilieu Brussel de bevoegde gewestelijke instantie is wat betreft de verwerking van asbestafval en de afgifte van milieuvergunningen voor werven, en ook wat betreft de controle op de uitvoering ervan.


In toepassing van deze verplichtingen, moeten de OVM’s
2 inventarisaties uitvoeren:

1/ De visuele inventaris: de Codex over het welzijn op het werk legt de uitvoering van een visuele asbestinventarisatie op voor alle gebouwen die eigendom zijn van de OVM’s, en de opmaak van een “beheersprogramma” dat jaarlijks moet worden bijgewerkt, voor alle gebouwen met een stedenbouwkundige vergunning van vóór 30/09/1998.

De jaarlijkse bijwerking bestaat uit een visuele inspectie van de toestand van het asbesthoudend materiaal om na te gaan of die niet is verslechterd.


2/ De destructieve inventaris: In geval van werken (renovatie, verbouwing, ...) moet de bouwheer/OVM de visuele inventaris aanvullen met een destructieve inventaris die alle asbesttoepassingen omvat die aanwezig zijn in het gebouw (of deel van het gebouw) waar er gewerkt wordt..

Wanneer de OVM renovatiewerken plant, eist de BGHM ook de documenten inzake asbest bij elke fase van het project, vanaf de opdracht van diensten tot aan het aanbestedingsdossier, om een nauwkeurige raming van de werken te waarborgen en om er tijdens de uitvoering van de werken rekening mee te houden.


De zogenaamde ‘destructieve’ asbestinventaris maakt deel uit van het mededingingsdossier voor de werken. De inschrijvende ondernemingen baseren hun offertes op deze inventaris.


Op basis hiervan moet de opdrachtnemer vóór de aanvang van de werken een vergunning verkrijgen voor alle werken aan asbesthoudende elementen, en dit deel van de werken wordt gecontroleerd door de inspecteurs van Leefmilieu Brussel.


Wat betreft de vraag of er asbestverwijderingswerken zijn gepland en of de OVM's hiervoor financiering ontvangen:

Asbestverwijdering maakt deel uit van de gewestelijke prioriteit om de veiligheid van woningen te verbeteren. Asbestverwijdering is dus een onderdeel van renovatie-, vervangings- of plaatsingswerken.

Daarom worden bij renovatieprojecten - in overeenstemming met de milieuwetgeving - de asbestverwijderingswerken systematisch uitgevoerd door opgeleide vaklui die op de hoogte zijn van de te volgen procedures.



Als er geen asbestverwijdering is gepland, zal er op basis van de visuele inventaris bepaald worden of en onder welke voorwaarden het asbest kan blijven zitten.

In sommige situaties is het inderdaad beter om asbest te laten zitten dan het in de verkeerde omstandigheden te verwijderen. In deze gevallen kunnen in afwachting van de asbestverwijdering, ter bescherming tegen de risico’s van asbest, ook diverse maatregelen worden genomen, zoals afscherming (bijvoorbeeld plaatselijke herstelling van beschadigde delen, inkapseling van de toepassing,... );


Tot slot moet u weten dat er in dit kader
geen specifieke financiële middelen voor de OVM's worden uitgetrokken; de renovatiebudgetten omvatten alle noodzakelijke werken voor de renovatie en herstelling van de woningen.