Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beslissing van bepaalde openbare vastgoedmaatschappijen om onroerende goederen of de daarop gevestigde zakelijke hoofdrechten te vervreemden

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 963)

 
Datum ontvangst: 22/07/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 06/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
05/10/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Artikel 74 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt dat de openbare huisvestingsmaatschappijen (OVM’s), met voorafgaande toestemming van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), kunnen beslissen om hun vastgoedpatrimonium en alle op dat patrimonium rustende zakelijke hoofdrechten te vervreemden, met inachtneming van de doelstellingen van de sociale huisvestingssector en het door de gewestregering uitgestippelde grondbeleid. Een OVM mag evenwel slechts een bestanddeel van haar onroerende goederen vervreemden tegen een prijs die lager is dan de verkoopwaarde, indien aan een van de volgende drie voorwaarden is voldaan:

  • Wanneer deze eigendom de OVM niet in staat stelt zijn openbare dienstverleningstaak te vervullen;

  • Wanneer de verkoop van deze eigendom de OVM in staat stelt zijn verplichtingen uit hoofde van de regelgeving of het beheerscontract na te komen;

  • Wanneer dit goed in het kader van een ruil wordt vervangen door een ander goed waarvan de waarde, de oppervlakte of de ligging het mogelijk maakt een van de in het reglement of in het beheerscontract bepaalde doelstellingen te bereiken.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Welke OVM's hebben in de afgelopen drie jaar (2019, 2020 en 2021) beslist een deel van hun onroerende goederen of de op deze goederen rustende zakelijke hoofdrechten te vervreemden?

2- Kunt u ons een lijst bezorgen van de onroerende goederen en de zakelijke hoofrechten op onroerende goederen  die de afgelopen drie jaar door de Brusselse OVM's zijn vervreemd? Kunt u de kenmerken van deze eigendommen beschrijven (oppervlakte, ligging, bestemming, enz.)?

3- Kunt u de verkoopprijzen aangeven van de onroerende goederen die de Brusselse OVM's de afgelopen drie jaar hebben verkocht? Waren de prijzen, in sommige gevallen, lager dan de verkoopwaarde van de betrokken gebouwen? Zo ja, kunt u uitleggen waarom de OVM's onroerend goed hebben verkocht (of belangrijke zakelijke rechten op onroerend goed hebben overgedragen) tegen een prijs die onder de verkoopwaarde ligt?

 

 
 
Antwoord    De OVM's die besloten hebben om bepaalde onroerende goederen of daarop gevestigde zakelijke hoofdrechten te vervreemden tijdens de afgelopen 3 jaar, zijn:

- De Moderne Woning;
- De Jetse Haard:
- Le Logis-Floréal;
- Everecity;
- Zuiderhaard;
- Comensia;
- De Schaarbeekse Haard;
- De Anderlechtse Haard;
- Log’iris;
- En Bord de Soignes;
- Lojega;
- Le Logement Molenbeekois.

In bijlage vindt u het antwoord op uw overige vragen.

Zoals u bovendien in de bijlage kan zien, gebeurt het grootste deel van de verkopen van de BGHM tegen de door het GCAO geraamde prijs.

Bij slechts 4 verkopen was er sprake van een lagere verkoopwaarde omwille van één van de volgende redenen:

· Prijsherziening door het GCAO
· Verkoop van een perceel dat bestemd is als weg
· Perceelsuitwisseling
· Vervreemding door overdracht van opstalrecht.